Redactie Trends
Opinie: De ondraaglijke lichtheid van een lage rente
Het opleggen van blijvend lage renteniveaus is een slechte zaak. Japan is hiervan het beste bewijs.
De rentedaling op 8 december 2011 van het ECB basistarief tot 1 procent zou de economische activiteit bevorderen. Mijn stelling is dat deze renteknip futiel is. Erger, het opleggen van blijvend lage renteniveaus is een slechte zaak. Japan is hiervan het beste bewijs. Mocht een bodemrente essentieel zijn om de economie te doen groeien, dan zou de Japanse economie al jaren moeten schieten als kool. Niets is minder waar.
Bovendien, in het licht van het evidente gebrek aan effectiviteit van ultralage rentetarieven, lanceerde de Japanse overheid grote infrastructuurwerken en programma’s van kwantitatieve versoepeling. Mocht de extreem lage rente haar werk hebben gedaan, dan waren deze uiteraard overbodig.
De analogie met wat Japan sinds 15 jaar meemaakt en de actuele toestand in het Westen, springt in het oog. Onder commando van Ben Bernanke kiezen Europa en de VSA voor exact dezelfde ‘oplossingen’ als Japan: ultralage rentevoeten, reflatieprogramma’s allerhande en het ondersneeuwen van de economie met liquiditeiten. Maar net zoals in Japan, blijven de verhoopte resultaten uit. De ultralage rente slaagt er niet in consumeren en investeren duurzaam te stutten.
Het ontnuchterende, wat bizarre besluit hierbij is dat de extreem lage rente geen positieve impact heeft op de economische activiteit, maar garant staat voor verder aanmodderen door de overheden op het vlak van controle en beperking van hun schulden: hoe lager de rente, hoe zwakker de motivatie om orde op zaken te stellen (zie de VSA). Daarom is het noodzakelijk het rentewapen opnieuw op een meer conventionele manier te gebruiken.
De kernvraag is hoe de economie reageert op een wijziging in de korte en/of lange rente. Dat lagere interesttarieven positief zijn, ligt ogenschijnlijk voor de hand. Maar dat is vertrekkend van een hoge nominale rente. Naarmate de rente daalt, vermindert de invloed daarvan op de economische activiteit. J.M. Keynes omschreef dit als ‘pushing on a string’: de gevoeligheid van een rentedaling op de vraag naar krediet vermindert en valt weg naarmate de reële rente het nultarief nadert. Ten gronde pleiten meer argumenten voor het verhogen van de rente dan omgekeerd.
Op de eerste plaats zijn er de spaarders. Het is niet logisch, noch moreel verdedigbaar, dat gezinnen die dankzij hun spaarinspanning de economie van zuurstof voorzien, hiervoor worden bestraft met rentevergoedingen beneden het inflatiepeil. Ook pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen hebben baat bij hogere interestvoeten: de financiering van hun lange termijnverplichtingen zou vergemakkelijken. Tenslotte stimuleren en institutionaliseren ultralage rentevoeten onverantwoord gedrag. Is dergelijke visie utopisch? Gedeeltelijk wel, omdat net de overheid de eerste belanghebbende is bij de combinatie ultralage rente en oplopende inflatie.
Maar je kunt er niet omheen: de ervaringen in Japan sinds meer dan 15 jaar en deze in het Westen sinds 2008, bewijzen dat de huidige politiek van reële negatieve rente heilloos is. Het kan geen kwaad na te denken over alternatieven die tenminste hoop op beterschap bieden.
Mark Scholliers
Mark Scholliers is econoom. Hij is afgevaardigd-bestuurder van Precisis nv (www.precisis.be), een onafhankelijk studie -en adviesbureau op het vlak van macro-economische analyse, risicocontrole en het onderzoek naar de prestaties van beleggingsfondsen. Hij is auteur van verschillende boeken over economie en beleggen, waaronder het recent verschenen ‘Succesvol beleggen …ook als het stormt op de beurzen’, Standaard Uitgeverij, oktober 2011.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier