Opgelet: deze personen kun nen u verklikken bij de fiscus
Als gevolg van de strengere antiwitwaswetgeving melden banken en andere adviseurs steeds meer gevallen van gewone fiscale fraude aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking. Maar ook in uw privé-kring zitten potentiële verklikkers. Welke personen kunnen u verlinken bij de fiscus?
Hebt u ervaringen of bedenkingen bij de meldingsplicht, de antiwitwaswetgeving, de eenmalige bevrijdende aangifte of Tak 23? Mail ze naar ebatak23@trends.be
De nieuwe antiwitwaswet van 12 januari is formeel: iedere adviseur die weet of vermoedt dat hij wordt betrokken bij een verdachte financiële transactie, is verplicht dat te melden aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking ( CFI). Maar doen ze dat ook? De compliance officers van de banken houden daarover de lippen stijf op elkaar. Als interne controleurs moeten ze erop toezien dat alles wat het bedrijf doet, overeenstemt met de wet en de ethische regels van de onderneming. De wet verbiedt hen echter de melding van verdachte transacties publiek te maken. Maar uit de recente rechtspraak kunnen we enigszins afleiden welke richting het uitgaat.
Witwassende bejaarden
Een Grieks echtpaar baatte in de jaren zeventig en tachtig meerdere restaurants uit in Brussel in de vorm van een vennootschap. Twee decennia geleden verhuisden ze naar hun thuisland, om daar van hun oude dag te gaan genieten. Een belangrijk deel van de opbrengsten van hun restaurants – zo’n 2,5 miljoen euro – namen ze mee naar Griekenland. Dat geld werd geparkeerd bij de National Mortgage Bank of Greece in Athene en de National Bank of Greece in Glyfada. Eind jaren tachtig kwam de man terug naar België om zich te laten behandelen tegen kanker. Hij besliste om zich hier opnieuw te domiciliëren. Zijn terugkeer bracht niet de verhoopte genezing met zich: de man overleed hier in zijn woonplaats in 1990.
Volgens het internationaal privaatrecht valt de nalatenschap van een vreemdeling die hier overlijdt, onder het successierecht van de laatste woonplaats. Met andere woorden: België. Maar de weduwe gaf het kapitaal niet aan de Belgische fiscus aan. Vanaf maart 1992 repatrieerde ze de nalatenschap in schijven in de vorm van cheques en deponeerde ze het geld op een rekening van het toenmalige Gemeentekrediet (nu Dexia). De rekening was speciaal voor dit doeleinde geopend door de zus van de weduwe. In december 1997 werd de laatste cheque overgebracht. Toen de dames enkele dagen later het geld cash kwamen afhalen om bij een andere financiële instelling te beleggen, meldde het Gemeentekrediet die verdachte transactie aan de CFI. Na onderzoek speelde de CFI het dossier door aan het parket, dat een strafvervolging instelde.
Op 26 februari van dit jaar veroordeelde de correctionele rechtbank van Brussel de twee bejaarde dames wegens witwassen. Het vermogen dat afkomstig was uit de ontduiking van successierechten, werd gedeeltelijk verbeurd verklaard. Nochtans was dit een gewone fiscale fraude, geen zware of georganiseerde criminaliteit.
Alle fraude valt onder ‘witwassen’
De wet over de fiscale amnestie draait rond de repatriëring van buitenlandse kapitalen die op een of andere manier nooit werden aangegeven. De vraag rijst nu of de banken in de toekomst een meldingsplicht zullen hebben als ze weten of kunnen vermoeden dat hun klant met bedrieglijk opzet niet-aangegeven sommen of kapitalen in het buitenland bezit.
Volgens de regering kan het louter aanhouden van sommen of roerende waarden in 2003 in het buitenland – op een bankrekening of ondergebracht in een patrimoniumvennootschap – niet volstaan om ervan uit te gaan dat die zouden voortkomen uit ernstige en georganiseerde fraude. Maar we mogen ons niet laten misleiden door die ogenschijnlijke geruststelling. De vraag rijst immers hoe de CFI na afloop van de eenmalige bevrijdende aangifte (EBA), dus na 31 december, zal denken over deze constructies in het buitenland. Als de CFI ze zal beschouwen als ‘ernstige en georganiseerde’ fiscale fraude, zal ook de meldingsplicht van de bankier volledig herleven.
In elk geval evolueren we onder druk van de nieuwe antiwitwasrichtlijn naar een strengere normering. Voortaan zal als ‘ernstige en georganiseerde fiscale fraude’ worden beschouwd de fraude die voortspruit uit een misdrijf met een gevangenisstraf van één jaar of meer. Die richtlijn zou in werking moeten treden op 15 december. In het Belgische belastingwetboek is nagenoeg elke overtreding van een fiscale bepaling strafbaar gesteld met een gevangenisstraf van maximaal twee jaar. Elke fiscale overtreding die met bedrieglijk opzet is gebeurd, zal naar Belgisch recht onder de nieuwe antiwitwasrichtlijn vallen. Hier wordt het opzettelijk niet aangeven van buitenlandse roerende inkomsten geviseerd. In al die gevallen zullen de banken een meldingsplicht hebben zodra de nieuwe richtlijn in werking treedt.
Notaris om de tuin geleid
Maar ook in transacties met onroerend goed loert de meldingsplicht constant om de hoek. Stel, iemand heeft een onroerend goed van 500.000 euro gekocht. Maar dat goed wordt in het compromis ingeschreven tegen 400.000 euro. Het verschil van 100.000 euro komt de koper afhalen aan het loket en bij die gelegenheid vertelt hij in zijn enthousiasme aan de bankbediende dat die som moet dienen om het voorschot cash te betalen (in het zwart). Dat is in strijd met het verbod op prijsbewimpeling (de waarde van een onroerend goed mag in een akte niet lager worden ingeschreven dan de prijs die in werkelijkheid werd betaald) en het verbod op contante geldtransacties boven 15.000 euro.
Op het eerste gezicht zouden we kunnen aanvoeren dat zo’n fraude niet georganiseerd is. Maar de koper moet afspreken met de eigenaar welke prijs in het compromis en de notariële akte wordt geschreven (en welk gedeelte in cash zal worden betaald). Dat moet aan de notaris worden doorgegeven, zodat hij de akte – volgens de gemaakte afspraken – kan opstellen. Als een notaris op een of andere manier kan vermoeden dat er met de prijs geknoeid werd, moet hij weigeren om de akte te verlijden en kan de verkoop niet meer doorgaan.
De bankbediende bevindt zich aan de bron van de geldstroom. Stroomafwaarts zijn er nog veel meer andere beroepsbeoefenaars die een meldingsplicht hebben: de notaris die de akte moet verlijden, de bedrijfsrevisor die de rekeningen van de notaris controleert, de makelaar die de transactie begeleidt, diens boekhouder of accountant… Zal de bank de klant echt niet melden als de kans bestaat dat de personen die na haar komen deze transactie wel als verdacht beschouwen en de CFI op de hoogte brengen? In principe is de bankbediende wettelijk verplicht elke verdachte transactie te melden. Die wetenschap zal natuurlijk een kettingreactie hebben op de rest van de meldingsplichtigen.
Verklikt door ex-vrouw
Maar ondernemers met belangrijke sommen zwart geld moeten niet alleen schrik hebben van hun bankier. Op 28 september raakte bekend dat een zakenman uit Bertem in verdenking is gesteld voor fiscale fraude en schriftvervalsing, en het misbruik van vennootschapsgelden. De fiscus kwam deze gelden op het spoor nadat een klacht werd ingediend door zijn ex-vrouw.
De groothandel in groenten en fruit van haar man deed zaken met een Zwitserse supermarktketen. Voor elke levering werden twee facturen opgesteld. Eén factuur kwam in de gewone boekhouding terecht, een andere factuur (5 frank per geleverde kilo aan groenten en fruit) werd op de rekening gestort van een Ierse firma die volledig eigendom was van de zakenman. In 1995 gingen man en vrouw uit elkaar door een echtscheiding in onderlinge toestemming. Omdat de man beweerde dat zijn firma’s nagenoeg failliet waren, nam de vrouw genoegen met een uitbetaling van 250.000 euro bij de vereffening van het huwelijksvermogen. Tot haar verbazing vernam zij enige tijd later dat het maatschappelijk kapitaal werd verhoogd van alle firma’s van haar ex-man. Op advies van haar advocaat ging ze op zoek naar de verduisterde gelden. Ze vond sporen van een Zwitserse vennootschap, die stiekem overschrijvingen deed naar de Ierse firma. Een gerechtelijk expert becijferde dat de zakenman van 1987 tot 2001 zo’n 10 miljoen euro verdiende met zijn parallelle circuit.
De ex-echtgenote bracht in 2003 voor het eerst de zwarte rekeningen boven water op de burgerlijke rechtbank in Brussel. Wegens het gepleegde bedrog vroeg ze de nietigverklaring van haar echtscheidingsakkoord uit 1995 aan. De burgerlijke rechter gaf de vrouw toen geen gelijk. Maar zij bleef niet bij de pakken neerzitten en stapte naar de politie met de rekeningen. De gerechtelijke diensten deden eind september een huiszoeking in de kantoren van de zakenman in Bertem. De zaakvoerder, twee van zijn boekhouders en een personeelslid werden voor ondervraging meegenomen. De zakenman werd nadien in verdenking gesteld door de raadkamer.
Het is bekend dat in echtscheidingen relationele problemen worden uitgevochten op het scherp van de portemonnee. Als een echtgenote kennis heeft van een substantieel kapitaal dat door haar man wordt afgeschermd in het buitenland, kan zij rechtstreeks klacht neerleggen bij het parket.
Ex of geen ex, wie niet verlinkt wil worden, vult best een eenmalige bevrijdende aangifte in.
Werner Niemegeers – Eric Pompen
Als een (ex-)echtgenote kennis heeft van een zwart kapitaal van haar (ex-)man, kan zij rechtstreeks klacht neerleggen bij het parket.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier