OPEN BRIEF. AAN DE VLD-VOORZITTER
Geachte heer Verhofstadt,
Als er méér waren zoals u, zou men op den duur nog opnieuw gaan geloven in de Belgische politiek ; maar juist omdat er zo weinigen zijn als u, doet het mij leed te moeten vaststellen dat u het niet zult halen op 21 mei. Er zal enige vooruitgang zijn, dat wel maar (tenzij ik mij vergis) geen doorbraak, en geen lidmaatschap van de volgende regering die zal bestaan uit de koalitie CVP-PSC, SP-PS en Agalev-Ecolo. Ik hoop dat u op de avond van 21 mei niet zo jongensachtig naïef zult reageren als op de avond van de Europese verkiezingen vorig jaar, en voort zult gaan op de ingeslagen weg ; ook al zou dit betekenen dat uw partij uiteenvalt.
Aan de oorsprong van uw probleem ligt de virtuele onmogelijkheid om een bestaande partij, met haar vastgeroeste strukturen en haar niet minder vastgeroeste belangenbehartiging en mandatenhonger, geheel te hervormen. De CVP kan dat niet, de SP kan het niet, de VU maakt er een potje van en u kunt het ook niet.
De doelstelling die u bij de oprichting van uw vernieuwde partij naar voren schoof, was in de Belgische kontekst revolutionair. U wilde de macht breken van de belangengroepen die de politiek in dit land overheersen, en een geheel andere en nieuwe politieke kultuur tot stand brengen. Deze doelstelling verdiende alle lof. Wie de analyse van professor Dewachter over de politieke besluitvorming in België gelezen heeft, weet dat dit land geen demokratie is : haast alle belangrijke beslissingen worden getroffen door personen en organen die geen enkele demokratische legitimiteit bezitten. Het doel van alle oprechte demokraten is (of zou moeten zijn) dit te veranderen, wat echter het vernietigen betekent van het België dat wij kennen. Uiteraard roept een dergelijke revolutionaire doelstelling weerstanden op : juist omdat ze zoveel verdienen aan België, zullen de belangengroepen (door de CVP thans kuis “middengroepen” genoemd een woord zonder betekenis) hun voorrechten niet opgeven zonder strijd.
DUALISME.
Op dit punt gekomen, ondervond ik moeite om u te begrijpen en verder te volgen. Want u deed het voorkomen, mijnheer de voorzitter, alsof dat juist wél kon. Alsof u dus de Belgische machtsverhoudingen fundamenteel kon wijzigen door in de klassieke zin aan partijpolitiek te doen, met name door uzelf steeds naar voren te schuiven als een kandidaat voor regeringsdeelneming, hetgeen betekent een kandidaat voor een koalitie steunend op de alles gelijkmakende en neerhalende Belgische kompromissen van de middelmatigheid.
Dat klopt niet. Ik denk dat de kiezer dit uitstekend beseft, dat dit de reden is waarom hij aarzelt om u zijn vertrouwen te schenken, en zelfs de reden waarom hij u dit vertrouwen niet gunt. U probeert, dunkt me, tegelijkertijd programmatisch een revolutionair soort politicus te zijn, en in de praktijk, taktisch, in wezen niet verschillend te zijn van de pragmatici die het Belgische openbare leven beheersen. Dit dualisme, dat wellicht tot uw persoonlijke karaktertrekken behoort, doet u de das om.
Wij, kiezers, hebben het nare gevoelen dat u ergens tussen twee stoelen blijft zitten, en dat u, kort gezegd, van twee ruiven wilt eten : de programmatische opstelling beantwoordt aan uw diepste overtuiging (daar twijfel ik niet aan), maar u mag, onder meer om de vele op machtsuitoefening beluste politici van uw oude partij niet volledig van u te verwijderen, niet de indruk wekken dat u zich straks, als de regeringsvorming ter sprake komt, kompromisloos zult opstellen.
Ik neem aan dat u meent dat het niet anders kan. Maar weet dan toch ook, geachte voorzitter, dat er van uw houding een flinke portie ongeloofwaardigheid uitstraalt en dat dit, althans volgens mij, de voornaamste reden is waarom uw elektorale resultaten niet in overeenstemming zijn met de waardering die uw ideeën en voorstellen in ruime kring genieten. Uw probleem is dat de kiezer niet gelooft dat u het waar zult maken.
ONMOGELIJK.
Er bestaan twee manieren om maatschappelijk bedrijvig te zijn. Men kan konsekwent een principieel standpunt innemen (dat doen bijvoorbeeld, in alle landen, sommige kommentatoren die wél invloedrijk zijn maar geen ambten vervullen en dat ook niet ambiëren en dat doen voorts kompromisloze, zogenaamd “extremistische” partijen en groeperingen), óf men doet aan klassieke machtspolitiek zoals de CVP, de SP, de VU, de vroegere PVV, thans ook Agalev, enzovoort. In dit laatste geval erkent men vanzelfsprekend ook de macht van de belangengroepen, en houdt men met hen terdege rekening.
Het is onmogelijk, beste voorzitter, zowel de macht van de belangengroepen te willen breken als aan een klassieke Belgische regering te willen deelnemen. Met andere woorden : door de twee tegelijkertijd na te streven, verliest u altijd. Ofwel immers verlaat u uw principiële opstelling (Verhofstadt zal “veel water in zijn wijn moeten doen”, zeggen CVP en SP), ofwel blijft u buiten de volgende Belgische regering vooral nu blijkt dat CVP en SP hun voorzorgen hebben genomen en het voornemen koesteren om met de Groenen scheep te gaan als ze met hun tweeën geen meerderheid meer halen.
ONGELOOFWAARDIG.
Uw fout, dunkt me, geachte heer Verhofstadt, is geweest om zowat water en vuur te willen verzoenen en nooit een duidelijke, eenzijdige, koppige keuze te hebben gemaakt voor het één of het ander. Van CVP, SP, VU, nu ook Agalev, en vroeger de PVV, weet men waar ze staan : dit zijn allemaal per definitie kompromis-partijen, die in ruil voor regeringsdeelneming bereid zijn tot zowat alle programmatische toegevingen. Ze hebben daarvan overigens in het verleden de nodige bewijzen geleverd. Ook het Vlaams Blok heeft een duidelijk herkenbaar politiek profiel : de bestaande staatsstruktuur wordt afgewezen, en de partij komt niet in aanmerking voor regeringsdeelneming tenzij om haar revolutionair programma uit te voeren.
Maar u, waar staat ù ? Uw programma is revolutionair, want u wil de machtsverhoudingen grondig wijzigen, maar uw praktijk is het niet. Deze dubbelzinnigheid maakt u het spijt me het u te moeten zeggen ongeloofwaardig en derhalve elektoraal onzeker. U had ofwel moeten kiezen voor het programma, en uw mensen vertellen dat ze op basis van dit programma geen kans maakten om vóór laten we zeggen het jaar 2010 nog in een regering te zitten (maar ik neem aan dat dit niet kon vanuit de oude PVV met haar vele ambities), ofwel had u moeten zijn en blijven als de anderen. In beide gevallen had u een kans op sukses gehad (ik zeg “een kans”, zeker weet men dit immers nooit). Nu maakt u, helaas, geen enkele kans : uw aanhang bezit niet de gedrevenheid om nog een halve generatie te wachten op deelneming aan de “macht”, maar ondertussen heb u door uw programmatische opstelling uw kansen op machtsuitoefening op korte termijn verkeken, althans ervan uitgaande dat u nog iets van uw programma wil realizeren.
Ik vertel u dit alles met droefheid. Maar het moet, dunkt me, nù worden gezegd, en niet straks, als we de uitslagen zullen kennen en het gemakkelijk is om konklusies te trekken.
MARK GRAMMENS
Mark Grammens is onafhankelijk publicist.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier