Opart-icoon
De grote retrospectieve rond Victor Vasarely, die vanaf deze week in het Parijse Centre Pompidou loopt, heeft een Belgisch bijsmaakje.
Victor Vasarely (1906-1997) studeerde aan het Hongaarse Mühely. Daar weerklonk het adagium ‘kunst voor iedereen’. Vasarely deelde graag zijn kunst met zoveel mogelijk mensen. Net als René Magritte ging hij aanvankelijk als grafisch ontwerper aan de slag. Tijdens de Tweede Wereldoorlog leerde hij schrijvers als Breton en Prévert kennen, maar evengoed kunstenaars als Mondriaan en Malevitsj.
Na de oorlog bouwde hij zijn carrière als autonoom kunstenaar uit. Eind de jaren veertig kreeg zijn abstracte beeldtaal vorm. Trouw aan zijn grafische achtergrond speelde hij met geometrische vormen en optische illusies in de gekste kleuren. Mee daarom werd hij de peetvader van de opart genoemd. Zijn succes ontging ook David Bowie niet, die een werk van Vasarely op de cover van Space Oddity zette.
Vasarely had heel wat fans in België. In 1954 vond de eerste grote solotentoonstelling van hem plaats in ons land. Maar het was vooral kunsthandelaar Emiel Veranneman die vanaf 1959 werken van Vasarely integreerde in zijn showroom én in de interieurs die hij inrichtte voor zijn topcliënteel. Het jaar erop was er opnieuw een grote show in het Paleis voor Schone Kunsten, in 1975 organiseerde ook het Casino van Oostende een solo.
Vasarely’s populariteit was niet constant in zijn lange carrière, deels ook omdat hij immens veel werk produceerde. Zijn eigen Vasarely Stichting in Aix-en-Provence, gebouwd in 1973, was er het slachtoffer van: het gebouw en enkele van de geëxposeerde werken raakten in verval. Enkele monumentale installaties, zoals die in zijn stichting te zien zijn, worden ook getoond in Pompidou. Ze tonen een minder bekend facet van Vasarely’s werk: zijn kamervullende ‘ervaringswerken’.
Vasarely. Le Partage des Formes, van 6 februari tot 6 mei in Centre Pompidou in Parijs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier