Op zoek naar Limburgs lef
De Limburgse Reconversiemaatschappij profileert zich steeds meer als een zelfzekere durfkapitaalverschaffer, ook voor KMO’s. Het trauma van de KSûaffaire lijkt definitief verwerkt.
De LRM-groep startte in 2000 samen met het gemeentebestuur van Maasmechelen aan infrastructuurwerken. Privé-ontwikkelaars hebben de eerste projecten afgerond: een bioscoopcomplex van Euroscoop en een merkendorp ( Factory Outlet Center) van Value Retail, dat vorige week zijn deuren opende. Daarnaast werkt de LRM nog altijd mee aan de sanering van andere mijnterreinen.
Toch kwam de Limburgse Reconversiemaatschappij de voorbije maanden vooral in het nieuws met berichten over nieuwe participaties in Limburgse (groei-)bedrijven. Enkele weken geleden stapte ze voor ongeveer 2,5 miljoen euro (100 miljoen frank) in het kapitaal van A&Sap Group in, de groep rond ASAP Interim. In 2000 keurde LRM investeringsprojecten rond bedrijfsfinanciering goed voor een totaalbedrag van meer dan 25 miljoen euro (1 miljard frank). Uiteindelijk werden er effectief voor 23 miljoen euro (930 miljoen frank) investeringen uitgevoerd.
“Wij investeren in alle fasen van het groeiproces,” benadrukt Freddy Daniëls, investment manager bij LRM. Onlangs nam LRM een participatie in twee jonge Limburgse KMO’s: parketvloerproducent Di Legno Interiors (248.000 euro of 10 miljoen frank) en Roam Chemie (496.000 euro of 20 miljoen frank), een specialist in de productie en distributie van waterbehandelingsproducten. LRM oriënteert zich immers steeds meer op de financiering van KMO’s. Momenteel worden 68 dossiers door de investment managers onderzocht. Wellicht krijgen tussen de 10% en de 15% van de dossiers daadwerkelijk een kapitaalinjectie.
“We komen daarmee tegemoet aan een behoefte die we al een tijdje hadden vastgesteld,” aldus Aerden. “Aanvankelijk richtte LRM zich bijna uitsluitend naar ondernemingen met een behoefte aan risicokapitaal vanaf 500.000 euro. We namen dan een participatie tussen de 15% en de 20%. Maar omdat we steeds meer aanvragen binnenkregen voor projecten die een veel kleinere financiering vroegen dan de investeringscriteria, besliste LRM eind 2000 ook de markt van het durfkapitaal voor kleine ondernemingen te bewerken.”
Een strategie die een antwoord is op een dringende vraag vanuit de KMO’s, vult Daniëls aan. “Tot voor een jaar waren de banken heel ruim met hun kredieten. Nu is dat drooggevallen. Neem daar nog bij dat er in Limburg eigenlijk weinig durfkapitalisten aanwezig zijn.”
Algemene geneesheren
De link met Limburg blijft essentieel voor LRM. De bedrijven waarin geïnvesteerd wordt, moeten van Limburgse oorsprong zijn of in Limburg gevestigd zijn. Door die geografische beperking is het voor LRM heel moeilijk om zich op een bepaalde bedrijfstak te focussen. “Wij zijn algemene geneesheren,” lacht Aerden. “LRM participeert zowel in bedrijven in de informaticabranche als in de industriële productie. Een blik op de portefeuille maakt dat duidelijk.”
Daarin vinden we naast een ICT-dienstenleverancier als Anaxis de Tongerse schoenenproducent Ambiorix terug, maar ook Scana Noliko _ een producent van groenten en maaltijden in glas en blik _ en de nv Johan Nicolaï, een fruitboomkwekerij.
Aerden haast zich om te zeggen dat LRM een zuiver financiële partner blijft, en geen bedrijfsvoerder is. “We nemen in principe geen meerderheidsparticipaties, al is dat tijdelijk niet uitgesloten.” Wel worden al in een vroeg stadium contacten met de ondernemer gelegd. “Wij zitten dus niet gewoon op een kant-en-klaar businessplan te wachten. Wij kijken samen met de ondernemer of het businessplan haalbaar is, of eventueel bijgestuurd moet worden. Zodra we er 100% achter staan, gaan we op zoek naar andere partners. We zijn meer hands-on dan andere durfkapitalisten.”
Roland Aerden benadrukt ook dat zijn investeringsmanagers veel aandacht besteden aan wat hij de “psychologische bezwaren van KMO-zaakvoerders” noemt. Niet alle KMO’s _ vaak familiebedrijven _ zijn even happig om extern kapitaal binnen te halen. “Als ik het heb over de middelen die wie hen verschaffen, dan gaat het om lefgeld aanvullend op het eigen vermogen. Maar sommige KMO’s zijn weigerachtig om nieuwe investeerders te aanvaarden. Een kapitaalparticipatie is een oplossing. Maar financieringen in de vorm van achtergestelde converteerbare leningen, leningen met warrants of gesloten achtergestelde leningen, zijn net zo goed mogelijk.”
De grootste Belgische MBO’s
Opvallend genoeg is LRM vaak betrokken bij management buy-outs (MBO’s). Ze zijn binnen de portefeuille goed voor 29% van de investeringen. Nochtans zijn buy-outs in België nog altijd een weinig courante praktijk, zeker in vergelijking met het buitenland. Vorig jaar mocht LRM zelfs de twee grootste MBO’s in België op zijn actief zetten, met Care4Data en vooral Scana Noliko. In juni 2000 kocht LRM samen met Nesbic Investment Fund en het management van Scana Noliko de familiale aandeelhouder uit. Dit project was meteen de grootste MBO-operatie van 2000. De totale investering bedroeg 28 miljoen euro (1,130 miljard frank), waarvan LRM 9 miljoen (363 miljoen frank) euro voor haar rekening nam.
Een ander voorbeeld is Anaxis, waar LRM samen met Fortis Private Equity het MBO-project van het managementteam mogelijk maakte. “Dat wij daarin goed scoren, is zuiver toeval,” zegt Daniëls. “LRM heeft ook geen specifieke exitstrategie zoals de klassieke durfkapitalisten. Wel streven we naar een meerwaarde op vijf of tien jaar. Vergeet niet dat we als volle dochter van het Vlaams Gewest een unieke positie op de markt innemen.”
LRM mag zich dan nog onderscheiden van andere venture capitalists, het zoekt altijd verschillende partners om samen mee in het kapitaal van een bedrijf te stappen. Daniëls: “Andere durfkapitalisten beschikken over een netwerk, ook internationaal, waar wij veel voordeel uit kunnen halen. Toen Ambiorix middelen voor een internationale expansie nodig had, stapte naast LRM ook TrustCa Partners in. “Dat geeft ons een zeker comfort en de zekerheid dat we met onze analyse niet alleen staan,” aldus Aerden. “Het is ook het bewijs dat wij marktconform werken. Vroeger kregen we vaak de kritiek dat we dat niet deden.”
Dat komt natuurlijk omdat om LRM nog altijd de schaduw van de affaire rond de Kempense Steenkoolmijnen ( KS) met zijn duistere netwerken hangt. Dat verklaart ook waarom LRM onder leiding van Aerden lange tijd een laag profiel heeft aangehouden: intern moesten nog enkele moeilijke dossiers worden opgelost. “Het is pas daarna dat we ons echt als lefgeldverstrekker hebben kunnen profileren,” vertelt Aerden. “Maar we zijn wel van nul moeten beginnen. We hadden de mensen en de kennis niet om direct in de KMO-sector te investeren. De expertise van andere VC’s was dus meer dan welkom.”
Alain Mouton
LRM oriënteert zich als durfkapitalist steeds meer op de financiering van KMO’s.
LRM streeft naar een meerwaarde op vijf of tien jaar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier