Op zijn hondjes

De Ierse hoofdstad is wat ingedommeld, maar als ze hun windhonden zien lopen, veren de Dubliners op, zetten ze euro’s in, heffen een glas Guinness en verbeteren ze en passant de wereld.

We hadden er nog nooit van gehoord, maar met de Irish Greyhound Board valt niet te lachen. De organisatie heeft in zeventien Ierse steden stadions waar ze hondenraces organiseert. In Dublin alleen al zijn er twee racebanen.

Het miezert een beetje als we Harold’s Cross binnenlopen. Het is maandag en de lokale helden zitten al de hele namiddag in de bar van de kelder naar schermen te staren waar de tien races van de avond staan aangekondigd. Dit hondenstadion werd in 2001 door ene Bertie Ahern geopend. Toen nog president van Ierland, vandaag verguisd en met alle zonden Ierlands beladen: hij zou corrupt zijn en de oorzaak voor de financieel belabberde toestand van het land. Maar het bordje toont wel aan dat hondenraces in Ierland een zaak van staatsbelang zijn.

Win, place of forecast?

We worden naar onze loge geleid, net boven de fel verlichte finishlijn. Dereck is de ‘tod guy’, de gokjongen die de luxegasten in de loges opzoekt om hun weddingschappen op te nemen en de verwedde euro’s te incasseren. Hij legt ons met engelengeduld uit hoe zo’n oer- en oer-Ierse traditie als het gokken op honden precies functioneert. “Er worden tien races gehouden, telkens van een ronde. Aan elke race nemen zes windhonden deel. Je kan per race je gokje wagen voor minimum 1 euro. Kies uit ‘win’ (welke hond wint), ‘place’ (welke hond wordt eerste of tweede) of ‘forecast’ (wie worden eerste en tweede).”

We knikken beleefd en zien hoe enkele honden buiten lopen op te warmen aan de leiband van hun trainers. Sommige dieren krijgen nog snel een massage. Er wordt een testrondje gelopen. Het kunstkonijn houdt er flink de pas in. “Have you ever tried a trio”, vraagt de gokjongen plots. We kijken verschrikt op, maar houden het liever simpel en wedden 2 euro op Mines a Double. Volgens het foldertje bakte deze hond er de vorige races weinig of niks van. Maar wij houden nu eenmaal van losers. Onze gok wordt met 6: 1 gewaardeerd door de bookmakers die buiten staan, de pet diep over de oren getrokken. Als ik win, krijg ik dus 12 euro uitbetaald.

De honden worden in een kooi op de zanderige racetrack geduwd. Iedereen kijkt gespannen toe, nog snel even van een wijntje of een Guinness nippend. De race zelf duurt zo’n 30 seconden, dat is de tijd die de zes windhonden nodig hebben om achter het supersnelle kunstkonijn te racen. Mines a Double maakt zijn rol waar: het is een loser, maar we krijgen toch een bord met zalmtartaar en kappertjes voorgeschoteld. Een avond naar de honden gaan, dat is voor de meeste locals veel meer dan centen vergokken op rappe windhonden. Het geeft wel de inborst van de doorsnee-Ier weer: lachen, drinken, eten, spelen. Hond en spelen als de Ierse vertaling van het panem et circences bij de Romeinen.

Graag ernstig

De twee stadions organiseren meerdere raceavonden per week. Telkens trekken ze honderden enthousiaste Ieren aan. Je kan hen in twee groepen onderverdelen: jongeren die een leuk avondje uit willen beleven en oudere ‘experts’ die zowat elke avond met een vermetelijke ernst en beangstigende ernst formulieren invullen, met elkaar overleggen en bespreken wat The Other Triger van Aughermon Maeve onderscheidt, en dan node naar buiten stappen om een van de bookmakers centen in de handen te stoppen.

We glippen zelf onze loge uit en gaan een kijkje nemen langs de rand van de racebaan. Tom, een van de bookmakers, heeft een grote witte tas openhangen. “Wat denk je dan dat er inzit? Use your head“, daagt hij ons uit. Pure cash. “Sommige spelers zetten honderden euro’s per race in. Some lose, some win“, vat hij nogal filosofisch samen. “Maar de meeste bezoekers spelen voor het spel en zetten niet meer dan een handvol euro’s in.”

De avondlijke donkerte is over Dublin gevallen en alleen de stadionlampen van Harold’s Cross zorgen nog voor licht in onze hondse duisternis. De laatste honden zijn hun kennel terug ingeleid, sommigen hebben een obligaat dopingplasje moeten leveren. Een tractor rijdt het zand weer vlak. We spoeden ons de binnenstad van Dublin in, op naar ‘The Auld Dubliner’. Een van de ontelbare kroegen waar James Joyce zijn schrijversinkomen doorspoelde.

AART DE ZITTER

“Sommige spelers zetten honderden euro’s per race in. Some lose, some win” Tom, bookmaker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content