Op vreemd terrein
De Discovery van Land Rover begeeft zich meer en meer op het terrein van de Range Rover.
Land Rover is een nicheconstructeur die zich al vijftig jaar toelegt op de productie van 4×4-terreinwagens en -terreinberlines. Zijn gamma bestaat uit vier grote klassen: Defender, Freelander, Range Rover en Discovery. De twee laatste types koppelen de eigenschappen van een terreinwagen aan die van een luxeberline. De voornaamste concurrenten van deze modellen zijn de jeeps Cherokee en Grand Cherokee, de Toyota Land Cruiser en de nieuwe Mercedes M-Klasse.
Wat het koetswerkdesign betreft, verschilt het model 1999 van Discovery amper van zijn voorganger uit 1989. De nieuwe Discovery is wel iets langer (+18 cm) en breder (+7 cm). Zowel de wielbasis als het wielspoor werden aan de nieuwe buitenmaten aangepast. Daarnaast werd ook het interieur ruimer: voortaan is er in sommige versies plaats voor zeven inzittenden. Ook de wegligging is er fel op verbeterd. Het rollen van het koetswerk in de bochten en het duikeffect bij remmanoeuvres – twee negatieve punten bij de oude Discovery – zijn volledig verdwenen.
De aangename, grote passagiersruimte is uitgerust met nieuwe zetels die meer steun en comfort bieden. De middelste zetel van de achterrij heeft een hoofdsteun die op een ingenieuze wijze kan worden neergeklapt – wat het zicht achteraan flink verbetert. Ook het ontwerp van de optionele zitplaatsen voor de zesde en zevende passagier (derde stoelenrij) is volledig vernieuwd. De zetels, die gemakkelijk kunnen worden opgeklapt, zijn nu naarvoor gericht en hebben een intrekbare hoofdsteun.
De nieuwe Discovery is uitgerust met een ABS-systeem dat – zowel op de weg als op het terrein – de snelheid van elk wiel afzonderlijk kan regelen. Het ABS-systeem wordt voortaan ook gebruikt in drie andere toepassingen (zie zijkolom), een unicum op de markt.
De nieuwe Discovery is beschikbaar in drie uitrustingsniveaus – Estate, S en ES – en twee motorversies. De markantste krachtbron is de nieuwe Storm Td5 diesel, die topprestaties en een hoge trekkracht biedt bij lage toerentallen. De motor is uiterst zuinig en vergt ook weinig onderhoud (servicebeurten om de 20.000 km), waardoor hij zonder problemen de concurrentie kan aangaan met de Range Rover Turbodiesel – dat geldt trouwens ook voor prestaties, rijgedrag, wegligging en comfort aan boord. Daarnaast is er ook een benzinemotor, een verfijnde versie van de Land Rover V8 (3950 cc; 182 pk) met een maximum koppel van 340 Nm bij 2600 toeren.
PATRICK OP DE BEECK
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier