Ook exporteurs vrezen wanbetalingen

In Nederland protesteerden de werkgeversorganisaties FME-CWM en MKB – respectievelijk de evenknie van Agoria en Unizo – vorige week bij de regering omdat hun bedrijven door het uitblijven van verzekeringen moeilijker kunnen exporteren. In België is de situatie minder acuut. “In Nederland is er onvoldoende aanbod; onze bedrijven kunnen wel nog terecht bij kredietverzekeraars. Alleen stellen we ons vragen bij de strengere voorwaarden”, zegt Gijs Kooken van Unizo Internationaal.

Volgens Frank Vandermarliere, hoofdeconoom van Agoria, meldt 46 procent van de Agoria-leden met een exportkredietverzekering dat ze problemen hebben. Unizo en Agoria pleiten ervoor dat bedrijven niet het slachtoffer worden van blinde maatregelen en dat ze met hun kredietverzekeraar in discussie moeten kunnen treden. Met het VBO onderzoekt Agoria hoe exporteurs bij een drastische verlaging van hun kredietlimieten van een tegemoetkoming zouden kunnen genieten. In Frankrijk werd zo’n maatregel al ingevoerd.

Duurdere premies

Vrees voor wanbetaling is voor 55 procent van de ondervraagden de belangrijkste reden waarom Vlaamse kmo’s geen nieuwe markten aanboren. Zo bleek uit een enquête van Flanders Investment & Trade in 2007. Sindsdien is het perspectief er niet beter op geworden: 2008 was volgens Euler-Hermes een recordjaar voor faillissementen wereldwijd. In de Verenigde Staten is de toestand erger dan na ‘9/11’. Het aantal faillissementen steeg in Europa met 13 procent, wereldwijd is het gemiddelde van 15 procent. Dus worden ook exportkredietverzekeringen duurder.

De drie private kredietverzekeraars, Atradius, Coface en Euler-Hermes, werpen op dat ze niet anders kunnen dan hun premies aan de moeilijke marktvoorwaarden aan te passen. Oost-Europa lijkt de meest kwetsbare regio, samen met een reeks ontwikkelingslanden. Maar ook voor de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) gaan knipperlichten aan. “Globaal genomen, staat Azië sterker en heeft het Midden-Oosten voldoende buffers”, meent Hans Slock, hoofdeconoom Risk Management bij ONDD/Delcredere. Als publieke verzekeraar is ONDD/Delcredere een buitenbeentje. Terwijl de drie grote buitenlandse concurrenten voor 90 procent actief zijn in industrielanden (de OESO), dekt de portefeuille van ONDD (export met staatswaarborg op de lange termijn) en Delcredere NV (zonder staatswaarborg en korte termijn) voor ruim 70 procent exportverrichtingen naar opkomende markten en ontwikkelingslanden.

Yves Windelincx, CEO van ONDD/Delcredere, benadrukt dat zijn instelling haar dekkingscapaciteit vanuit de eigen reserves vorig jaar heeft opgevoerd van 20 miljard tot 30 miljard euro. “Over dekkingscapaciteit hoeven onze exporteurs zich geen zorgen te maken, maar uiteraard passen ook wij onze premies aan de nieuwe marktsituatie aan”, zegt Windelincx.

In vergelijking met de drie grote kredietverzekeraars kon ONDD/Delcredere de voorbije jaren mooie resultaten voorleggen. Omdat Delcredere zich specialiseert in moeilijke markten buiten de OESO, was het niet onderhevig aan de prijzenslag voor lagere premies tussen Atradius, Coface en Euler-Hermes. In 2008 had de financiële crisis de doelgroep van ONDD/Delcredere amper bereikt. Dit jaar zullen de opkomende economieën en ontwikkelingslanden echter minder immuun blijken. Denk aan Rusland en de BRIC’s in het algemeen.

E.B.