Onzekerheid over brexit: ‘Maak als visser nu maar eens een businessplan’
De Belgische vissers halen de helft van hun vangst in Britse wateren. Ze hebben alle belang bij een visserijakkoord tussen de Europese Unie en Groot-Brittannië. Emiel Brouckaert, directeur van de Rederscentrale, pleit voor een statusquo. “Dat is voor iedereen de meest haalbare en duurzame oplossing.”
Jaarlijks brengen de Belgische vissersboten 20.000 à 24.000 ton vis aan wal, goed voor een omzet van ongeveer 80 miljoen euro. De helft daarvan komt uit Britse wateren. Komt er geen visserijakkoord tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk , dan staat de helft van de broodwinning van de Belgische vissers op het spel.
Zo ver hoeft het niet te komen. Emiel Brouckaert, directeur van de Redercentrale, de beroepsfederatie van de Belgische visserij, wil alle kansen geven aan het overleg. “De gesprekken over een handelsakkoord lopen nog, en naast de visserij zijn er nog andere discussiepunten. Wij vragen om, ook zonder handelsakkoord, alles te doen om de visserij vanaf 1 januari zo dicht mogelijk bij de huidige regeling te houden. Dit is voor alle partijen de beste uitkomst. In hun zopas goedgekeurde Fisheries Act voorzien de Britten in een systeem van vergunningen voor toegang tot hun wateren. Samen met onze Europese collega’s vragen we dat daarover zo snel mogelijk duidelijkheid komt.”
Noorwegen heeft een visserijakkoord met de EU. Kan dat akkoord model staan?
EMIEL BROUCKAERT: “Het akkoord met Noorwegen bestaat al sinds de jaren 80, en er zijn nooit problemen mee geweest. Maar de grootte van het visserijgebied dat de EU deelt met Noorwegen, en de verdeling van een tiental visquota in dat gebied zijn niet te vergelijken met de situatie in de Britse wateren. Daar gaat het over meer dan honderd visquota.”
Hoe werkt het visserijakkoord met Noorwegen precies?
BROUCKAERT: “Aan de toegang tot elkaars wateren en de basisverdeelsleutel van de visquota werd al die jaren amper getornd. Wetenschappelijke analyse bepaalt ieder jaar de toegestane vangst voor elke vissoort. Daaruit volgt een verhoging of verlaging van het quotum. Die moet dan verdeeld worden over beide partijen, de Noorse vissers en de EU-vissers. Het is niet haalbaar om met de Britten elk jaar te moeten onderhandelen over meer dan honderd visquota. De optimale oplossing is dus het behoud van de huidige Europese regeling. Om de overbevissing aan te pakken hebben alle EU-lidstaten – inclusief het VK – de voorbije jaren veel ondernomen. Zo zijn onder andere de visserijvloten afgebouwd, met succes. We moeten absoluut vermijden dat een no deal dat succes in gevaar brengt. Vandaar onze stelling: een statusquo is voor iedereen de meest haalbare en duurzame oplossing, economisch, sociaal en ecologisch.”
Volgens critici moeten de Britten niet te hoog van de toren blazen. In de jaren 70 zouden zij een groot deel van hun quota verkocht hebben aan buitenlandse rederijen.
BROUCKAERT: “Het verhaal zit anders in elkaar, denk ik. De Britten beweren altijd dat ze benadeeld zijn geweest bij de verdeling van de Europese quota, terwijl onze EU-collega’s berekenden dat bij de verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten in de jaren 70 en 80 een extra percentage is toegekend aan de Britten.
“De Britse visserijbedrijven hebben voor zover ik weet hun quota niet verkocht, maar zijn op zeker ogenblik gestopt met investeren. Toen hebben bedrijven uit andere EU-landen zich ingekocht in de Britse visserijbedrijven. We spreken dan over investeerders uit grotere visserijlanden, zoals Nederland en Spanje, niet België. De vissersschepen bleven dus onder Britse vlag varen – een vereiste om de Britse quota te mogen vangen – maar werden uitgebaat door Britse bedrijven met een hoofdaandeelhouder uit andere lidstaten.”
Hebt u er een idee van hoeveel Britse visserijboten zo in EU-handen gekomen zijn?
BROUCKAERT: “Neen, dat kan ik niet precies zeggen. De Schotse visserij – de belangrijkste speler in de Britse visserij – bleef grotendeels in Schotse handen. De uitverkoop aan de EU gebeurde voornamelijk in de Engelse visserij. Vooral aan de oostkust van Engeland zijn veel minder Britse visserijbedrijven actief vergeleken met vorige eeuw. Aan de Engelse zuidkust zie je dan weer de omgekeerde beweging. Daar duiken opnieuw Britse investeerders op. In de Ierse Zee, dus de westkust van Engeland, is er ook veel minder Britse activiteit. Daar zijn de Belgen en de Ieren in verhouding veel meer aanwezig. De Britse toestand verschilt erg van visserijzone tot visserijzone.”
Als er geen akkoord komt, en de Britse vissers krijgen plots het alleenrecht over de Britse wateren, zijn ze dan wel in staat om de hoeveelheid vis te vangen die vandaag door hun EU-collega’s opgehaald wordt?
BROUCKAERT: “Dat denk ik niet. De Britse visserij zou enorme bedragen moeten investeren in capaciteitsuitbreiding. Vandaag nemen vaartuigen onder Britse vlag slechts 30 procent van de vangst in Britse wateren voor hun rekening. De overige 70 procent wordt gevangen door vissers uit andere EU-landen. Ik zie niet in hoe de Britse vissers zo’n groot aandeel op korte termijn kunnen overnemen. Als ze dat al ooit zullen kunnen. De overname zou niet alleen capaciteitsuitbreiding vergen, ook de juiste kennis en mensen. Want de Britse vissers zijn niet noodzakelijk gespecialiseerd in dezelfde vissoorten als hun andere EU-collega’s.”
Decennia van Europees visserijbeleid hebben specialisaties doen groeien en handelsrelaties gesmeed. Dat evenwicht dreigt aan diggelen te vallen zonder akkoord.
BROUCKAERT: “Inderdaad. Van de Britse vangst wordt 70 procent uitgevoerd naar de Europese Unie. Dat toont hoe ingewikkeld de belangen liggen. Nogmaals, dankzij het EU-visserijbeleid hebben de lidstaten hun visserijvloot kunnen afbouwen naar een duurzaam niveau, zonder overbevissing. Die afbouw zorgde ervoor dat de overgebleven vissers rendabel kunnen werken. Juist daarom pleiten wij voor een behoud van de huidige regeling. Iedereen is erbij gebaat. Door de jaren heen is de Europese visserij-economie zo verweven geraakt dat je je afvraagt: hoe ga je het oplossen als het Britse stuk afbreekt? Het brexit-referendum dateert al van meer dan vier jaar geleden. Ik had nooit gedacht dat minder dan een maand voor de effectieve brexit de onderhandelingen over een samenwerking nog altijd aan de gang zouden zijn. Maak als visser maar eens een businessplan vandaag.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier