‘Onze problemen zijn te managen. Eén voor één’
“Er is geen wiel af en onze bumpers zijn intact.” Dat is de stand van zaken van Dexia Insurance Belgium volgens CEO Guy Roelandt. Dexia verkoopt zijn Belgische verzekeringsactiviteiten niet, DIB mag zelfs weer investeren.
Wat voorafging: net als de andere Belgische grootbanken kwam Dexia eind 2008 in de problemen in volle bankencrisis. De overheid schoot eind september te hulp met een reddingsplan van 6,4 miljard euro.
Kort nadien maakte Dexia bekend dat het 600 miljoen euro bespaart tegen eind 2011. Maar net als de andere finan-ciële instellingen moet Dexia een Europese prijs betalen voor de staatssteun. Begin februari viel het Europese verdict: Dexia moet haar Italiaanse, Spaanse en Slovaakse dochters verkopen en zich terugtrekken uit de Turkse verzekeringsmarkt. Daarnaast moet de groep haar zakenmodel helemaal omgooien.
De geruchtenmolen over de mogelijke verkoop van Dexia Insurance Belgium (DIB) komt tot stilstand. In 2009 was het nog anders. Op een bepaald ogenblik lag er een scenario op tafel waarbij de arbeidsongevallen- en hospitalisatieverzekeringen van DIB zouden worden verkocht aan Mensura, maar de toenaderingsgesprekken sprongen uiteindelijk af.
Onzekerheid troef en paniek alom. Niet het minst bij de DVV-agenten die een exclusieve commerciële relatie hebben met DIB. Ze waren dus niet van plan om welk verkoopscenario dan ook zomaar over hun kant te laten gaan.
De voorbije maanden probeerde Guy Roelandt zijn troepen zo goed en zo kwaad als het ging gerust te stellen. Eind vorig jaar was het DIB-management er vrijwel zeker van dat DIB niet verkocht zou worden, maar om die boodschap te kunnen overbrengen aan het personeel was het wachten op de definitieve goedkeuring van Europa.
“Voordien kon ik alleen maar indirecte signalen geven, zodat de onzekerheid bleef knagen. Dus ja, we waren wel opgelucht toen het Europese verdict eindelijk viel. Maar we hebben in stilte gevierd. Bij de Dexia Groep was er niet overal goed nieuws te rapen. Ik kon moeilijk op de tribune gaan staan om te roepen: Joepie, wij zijn er niet bij.”
Typisch voor banken
Zelfs achter geluiddichte muren heeft Guy Roelandt geen champagnekurken laten knallen. Hij en zijn team zijn er zich terdege van bewust dat de Dexia Groep al zijn activiteiten tegen het licht heeft gehouden met de vraag of ze op termijn nog in voldoende mate bijdragen aan het groepsresultaat. DIB zal zich dus dubbel en dik moeten bewijzen, de komende jaren.
“De verkoop van al onze activiteiten heeft nooit op tafel gelegen. De problemen van de Dexia Groep hadden vooral te maken met liquiditeit en met funding. Typische bankaspecten waar een verzekeraar veel minder mee te maken krijgt. De verkoop van DIB zou dus geen zoden aan de dijk brengen. Integendeel, wij zijn een volle dochter van Dexia. Wij zorgen voor een flink stuk van de inkomsten van de groep, via commissielonen, dividenden, noem maar op.”
Het was dus geen goede oplossing geweest voor Dexia om zich van zijn Belgische verzekeringsactiviteiten te ontdoen. Maar meer discipline is een must, overal. “Rendabiliteit is een issue bij DIB. Vandaar het idee om sommige van onze activiteiten uit te besteden, zoals het scenario met Mensura. Maar na lang wikken en wegen was dat geen oplossing.”
Toch draagt DIB zijn steentje bij. Door kosten te besparen, door zijn verzekeringsapparaat efficiënter te maken en door niet-kernactiviteiten te verkopen of op te doeken. Het Franse DIB-filiaal Dexia Epargne Pension bijvoorbeeld werd in 2010 verkocht aan BNP Assurances. De captive– en herverzekeringsactiviteiten in Zwitserland en Luxemburg werden ook stopgezet of verkocht.
Het personeelsbestand van DIB blijft stabiel. “Dat is ook nodig om de service aan onze distributiekanalen en klanten te blijven garanderen. Bovendien zijn we commercieel intact gebleven, ondanks de crisis”, zegt Roelandt.
“Onze premie-inkomsten blijven groeien. Eén uitzondering echter: de tak21- en de tak23-levensverzekeringen. Die hebben in 2009 een serieuze terugval gekend. Niet omdat die producten niet goed waren of omdat we slecht bezig waren.”
“De terugval was een gevolg van het gewijzigde consumentengedrag bij de klanten van Dexia Bank. Van hen kwam meer vraag naar traditionele producten als spaarboekjes en kasbons. Via die weg komt het spaargeld van de consument bovendien terecht op de balans van Dexia Bank, in tegenstelling tot spaargeld dat belegd wordt in de levensverzekeringen van DIB die via de Dexia-bankkantoren worden verkocht.”
“Gezien de fundinguitdaging van de groep was die verschuiving in productfocus dus welkom. Dit jaar gaan we terug naar de normale situatie van vroeger, zodat de premie-inkomsten van DIB in levensverzekeringen stilaan weer de niveaus van vóór de crisis bereiken, ook dankzij een mooie commer-ciële campagne begin 2010.”
DVV is cool
Kortom, DIB is een ondersteunende kern voor Dexia. Meer nog, de groep was bereid om te investeren in de verdere uitbouw van het DVV-netwerk van zijn Belgische verzekeraar. De opluchting bij de DVV-agenten is dan ook groot. Eindelijk een inhaaloperatie na heel wat zuinige jaren, klinkt het daar.
“Het gaat om een investering verspreid over vijf jaar”, vertelt Luc Rasschaert, lid van het directiecomité van DIB. Dexia wil voorlopig niet kwijt om hoeveel geld het gaat. “Een bewijs dat Dexia gelooft in ons DVV-net en in het potentieel ervan. Het investeringsplan dateert al van 2008, maar werd door de crisis weer in de koelkast gestopt.”
“Maar nu is het tijd voor actie. Het DVV-net is de afgelopen jaren zeer discreet geweest. De budgetten waren redelijk beperkt, maar DVV is wel elk jaar de marktgroei blijven volgen. Eind vorig jaar werd ook een strategische samenwerking met Dexia Bank opgezet, om het verzekeringspotentieel bij kmo’s en zelfstandigen beter te ontginnen. De resultaten daarvan zijn zeer bemoedigend.”
De 250 DVV-agenten – die op hun beurt een kleine 800 mensen werk verschaffen – genereren elk jaar zo’n 450 miljoen euro aan premie-inkomsten. Maar alles kan beter, vindt Rasschaert. Een eerste doelstelling van de nieuwe investeringen is de opfrissing van het DVV-imago. Een beetje hipper, een beetje cooler.
Daarnaast moet het verse geld dienen om de service ten aanzien van de DVV-agenten te verbeteren. Ze krijgen bijvoorbeeld een betere IT-ondersteuning, zodat ze efficiënter kunnen werken. Ook het schadebeheer krijgt een nieuwe geldtoevoer.
Derde deel van het investeringsplan is het openen van nieuwe DVV-kantoren en het aantrekken van bijkomende mede-werkers in de bestaande 350 Belgische kantoren. Maar, there is no such thing as a free lunch. Net als DIB moet DVV zich bewijzen de komende jaren. Niet alleen aan de Dexia Groep, maar ook en vooral aan de Dexia-aandeelhouders.
“We hebben er alle vertrouwen in dat we daarin slagen”, benadrukt Roelandt. “Alleen optimisten overleven, om te beginnen. Bovendien is de financiële crisis een tijdelijk fenomeen. DIB is niet zoals sommige industrietakken, zoals de Belgische mijnbouw indertijd, of de scheepsbouw. Daar kwamen CEO’s tot de conclusie dat ze er nooit nog in zouden slagen om een rendabele activiteit uit te bouwen in ons land. ”
“Dat soort van existentiële vragen hebben we bij DIB nooit gekend. Ons bedrijf heeft twee motoren: de premie-inkomsten en de financiële inkomsten. Die laatste motor heeft de jongste maanden serieus gesputterd – bij alle verzekeraars – maar we krijgen hem wel weer aan de praat. Die vaststelling biedt een enorm comfort: het doet je beseffen dat de huidige problemen perfect te managen zijn. Eén voor één weliswaar. Dat is mijn job.”
Ook de eurocrisis is een van die problemen. Te missen als kiespijn, dat wel, maar niet onoverkomelijk. Een verzekeraar wordt nu eenmaal niet door het minste omver geblazen. De blootstelling van de verzekeringsondernemingen van Dexia aan de Griekse overheidsschuld bedraagt dan wel 1,2 miljard euro, maar Roelandt beschouwt dat niet als een fundamenteel probleem.
En in het ergste geval, als de euro verdwijnt, of als bepaalde Europese lidstaten teruggrijpen naar hun oude munt, heeft hij er alle vertrouwen in dat de Europese Commissie de nodige maatregelen neemt om een implosie van het financiële systeem te vermijden.
Ethias
DIB speurt zelfs al naar eventuele nieuwe samenwerkingsverbanden. Tijd om Roelandt een ander hardnekkig gerucht onder de neus te duwen: bepaalde onderdelen van DIB zouden worden samengesmolten met bepaalde onderdelen van Ethias de felst geplaagde verzekeraar van het land sinds de crisis.
Heel wat onderdelen staan in de etalage. Ook al een dictaat van de Europese Commissie, in ruil voor de goedkeuring van de ontvangen staatssteun. Bovendien moet Ethias zijn participatie van vijf procent in Dexia versneld afbouwen. Denkt DIB creatief na over dat alles?
“Een nieuwe verzekeringsmaatschappij zou niet in het Europese afbouwkader passen”, zegt Roelandt. “Maar Ethias is natuurlijk wel al jaren een historische partner van Dexia. Er bestaat dan ook een grote operationele verwevenheid tussen Ethias en DIB. Onlangs nog hebben we samen een groot pensioencontract binnengehaald voor de contractuele ambtenaren van de provincie Limburg. Dat soort samenwerkingsverbanden blijft zeker bestaan, en wordt misschien zelfs uitgebreid in de toekomst.”
En de beruchte First-portefeuille, de uiterst flexibele levensverzekeringen die voor Ethias het begin van het einde inluidden in 2008? Ook die staat verplicht te koop. Vraag is of het spek voor de bek van Dexia is. De groep mag zich van Europa de komende jaren niet aan overnames wagen.
“Of we First van nabij zullen bekijken? Ik denk dat alle verzekeraars dat willen doen. Er zit veel historisch cliënteel van Dexia in. First is dus een belangrijke portefeuille die op de markt komt, maar er zitten heel wat angels en schietgeweren aan. Zit het product goed in elkaar? En wat zijn de onderliggende activa?”
Hoe het ook zij, de kaarten op de Belgische verzekeringsmarkt worden de komende maanden en jaren grondig herschud. DIB is van plan zijn positie op de markt te consolideren en selectief uit te breiden. Van gigantische ambities kan geen sprake zijn, maar na alle ellende van de voorbije maanden beginnen enkele kansen te blinken aan de horizon. Pensioenspaarverzekeringen bijvoorbeeld.
En een klein verzoeknummer vanwege DIB voor de volgende Belgische regering: voer nu eindelijk eens dat tijdsparen in. Zo kunnen werknemers hun overuren of niet opgenomen vakantiedagen op een tijdspaarrekening zetten – voor later. Verzekeraars bieden graag aan om dat geld te mogen beheren, dat spreekt.
Door celine de coster, fotografie pat verbruggen
“Een nieuwe verzekeringsmaatschappij zou niet in het Europese afbouwkader passen” Guy Roelandt, DIB
“DVV moet een beetje hipper, een beetje cooler” Luc Rasschaert, DIB
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier