‘Onze kmo’s zijn geen partij voor de Angelsaksische banken’

Ja, je mag de bankiers met de vinger wijzen, vindt Herman Daems, de voorzitter van BNP Paribas Fortis. Maar hij is het simplisme beu. Banken opbreken en bonussen verbieden doen meer kwaad dan goed. Wil je gezonde banken, zorg dan voor een gezonde economie.

De beredeneerde en bescheiden Herman Daems achter het voorzittersbureau in het plechtstatige hoofdkantoor van BNP Paribas Fortis, het is alsof moederhuis BNP Paribas zich wil verontschuldigen bij de Belgen.

Vijf jaar geleden stak de kredietcrisis de kop op en een kleine orkaan trok ook door het Belgische bankenlandschap. Het hoogmoedige Fortis werd opgesplitst. Fortis Bank belandde bij BNP Paribas. Voor een prikje, zeggen sommigen. Met alle risico’s erbij, zeggen anderen. Ontelbare goedehuisvaderbeleggingen en heelder familiefortuinen gingen voor de bijl.

Door het hopeloze getalm van de Europese toppolitici moet de echte orkaan allicht nog komen voor de banken. Lukt het Daems om de opvolger van Fortis Bank voor het ergste te behoeden? “We hebben het nodige gedaan. De balans is veel kleiner omdat we een aantal activiteiten in de VS en Azië verkochten aan de BNP Paribas-groep en andere partijen. Met een solvabiliteitsratio van meer dan 15 procent kan het kapitaal van BNP Paribas Fortis flink wat verdragen. De aanpak van het risicobeleid is totaal anders. Vroeger zat dat beleid ergens onder het managementniveau, nu heeft de man die risico’s beheert zitting in de raad van bestuur.”

Daems heeft zijn huiswerk gemaakt. Maar wat met de andere banken? Gezien de problemen met de Spaanse banken, lijkt er niet veel veranderd na vijf jaar. “Welke banken zijn in moeilijkheden gekomen in Spanje? Niet de grote banken, maar de kleine spaarbanken, de cajas, omdat ze zich gestort hebben op de financiering van lokale overheden en van vastgoed. Laat ons stoppen met de simplificering van het debat. Sandy Weill, de ex-baas van Citigroup (de Amerikaanse mammoetbank die door de overheid gered moest worden , nvdr.) pleitte onlangs voor het opbreken van grote banken. Dan hoor je mensen meteen zeggen: ‘Als zelfs meneer Weill daarvoor pleit, moeten we dat in België ook doen’. Waarom? Vergeleken met Citigroup zijn de Belgische banken klein tot middelgroot. Die zou je dan nog eens opbreken?”

Ook de pleitbezorgers van een opsplitsing van retailbankieren voor particulieren en zakenbankieren, zouden beter twee keer nadenken. “Voor de VS en Groot-Brittannië valt daar iets voor te zeggen. In ons land zouden de afgesplitste Belgische zakenbanken weggeconcurreerd worden door de Angelsaksische reuzen. Dat zou het voor onze kmo’s alleen maar moeilijker maken. In deze geglobaliseerde economie kunnen vele kmo’s niet anders dan internationaliseren, via overnames, joint ventures, en zo meer. Daarvoor zullen ze niet langer terecht kunnen bij hun eigen bank. Ze moeten aankloppen bij de Amerikaanse en Britse investment banks, die gewend zijn om te onderhandelen met mastodonten als Philips, Google of Microsoft. Onze kmo’s zijn gewoon geen partij voor de Angelsaksische banken. Kunnen we daar alstublieft even over nadenken?” Ook de bonussen en vertrekpremies zijn populaire maar verkeerd begrepen doelwitten. “De excessen in New York en Londen kennen we hier gewoon niet. In België zijn daar regels voor, waarop we nauw gecontroleerd worden door de toezichthouder. Slecht presterende bazen moet je natuurlijk straffen. Maar veel mensen begrijpen niet dat vertrekpremies ook dienen als bescherming voor de onafhankelijkheid van de CEO. Schaf je de vertrekpremies af, dan krijg je alleen nog jaknikkers.”

Bankenunie

Onderkapitalisering maakt vele Europese banken nog altijd kwetsbaar, net nu internationale regelgeving als Basel III hen verplicht om meer geld opzij te houden als buffer tegen risico’s. Grotere buffers zouden een rem moeten zetten op de soms uitzinnige expansie van banken in het verleden, want de redding van zo’n moloch kan de draagkracht van de overheid te boven gaan. Maar een grotere afdekking van risico’s drukt op de winst. Hoe gaan banken investeerders vinden om hun kapitaal te versterken?

“Door de winstgevendheid van hun activiteiten op te trekken”, antwoordt Daems. “Met een deel van de winst kan je dan je aandeelhouders vergoeden, met het andere deel kan je je buffer, zeg maar je solvabiliteit, vergroten. Tot 2007 lagen bankiers niet echt wakker van solvabiliteit, omdat risico’s weg te manipuleren waren, dachten ze. De meeste banken kwamen in moeilijkheden door gebrek aan liquiditeit, ook een verdwenen gewaand probleem. De drie – rendabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit – moeten naar een nieuw evenwicht. De banken zijn daar volop mee bezig.”

De crisis heeft van het leiden van een bank financiële spitstechnologie gemaakt. De raad van bestuur, die het management een spiegel moet voorhouden, moet uit het juiste hout gesneden zijn. “Banken hebben bestuurders nodig met kennis en moed. Zij moeten het management kritische vragen durven te stellen. Wat betekent een beslissing voor de liquiditeit van de bank? Welke risico’s lopen we? Hebben we daarvoor de juiste mensen? Zo creëer je meer diepgang in de besluitvorming.”

De competitie tussen nationale en Europese regelgevers helpt niet, volgens Daems. “De een zegt dit, de ander zegt dat, zonder te coördineren met elkaar. Daarom ben ik een voorstander van een Europese bankenunie. Het is dan voor iedereen gelijk. Nu krijgen wij regels voorgeschoteld die ze in Frankrijk niet hebben, en in andere lidstaten dan weer wel. Een bankenunie is ook erg handig bij de redding van een bank die in meerdere lidstaten actief is. Je kunt dan tenminste bezig zijn met het redden van de bank, en niet met het redden van nationale belangen.”

Vele politici scharen zich achter een bankenunie zonder te beseffen dat ze daarbij nationale belangen moeten opgeven. “Een bankenunie impliceert onder andere een Europese garantieregeling voor deposito’s. België zou dan mee instaan voor de uitkering van gedupeerde Spaanse spaarders bijvoorbeeld. Zijn de politici zich daarvan bewust?”

Nonchalance

Vele politici begrijpen intussen dat ze een veel groter stuk van hun nationaal begrotingsbeleid moeten afstaan aan Europa om de euro te redden. Moet de Europese Centrale Bank (ECB) tot zolang wachten om de geldkraan open te draaien? “Er is niks mis mee als de ECB probleemobligaties opkoopt. Dat zet het geld in beweging. Maar wat zullen de banken, verzekeraars en pensioenfondsen zeggen? ‘Dank u, ik ben mijn probleemobligaties kwijt, ik ga het geld beleggen in de VS en de opkomende landen.’ Om het geld hier te houden, moeten we de concurrentiekracht van Europa herstellen en investeringsprojecten opzetten in mobiliteit, energie en infrastructuur. Geldcreatie zonder structurele hervormingen van de economie wordt een drama voor Europa.”

Herstel je de economie, dan herstel je de banken, volgens Daems. “Wat doet een bank? Middelen aantrekken en die herinvesteren in de economie. Gaat het slecht met de economie, gaat het slecht met de banken.”

Of omgekeerd, zoals in de voorbije vijf jaar het geval was. Roekeloos beleggingsgedrag door de banken veroorzaakte ei zo na een depressie als in de jaren dertig. We zijn nog lang niet uit het bos. “Er is veel misgelopen in het bankwezen. Zij hebben de risico’s van de hypotheekmarkten onderschat. Het is ook misgelopen bij de toezichthouders. Het stimuleren van hypotheekleningen in de VS was een vergissing. En de Amerikaanse centrale bankier, Alan Greenspan, vond dat de zeepbel op de woningmarkt zichzelf maar moest oplossen.”

Wie draagt hier de eindverantwoordelijkheid? “Heel wat mensen hebben gefaald, elk op zijn plaats, in een cultuur die dat niet wilde zien. Als er geld verdiend wordt, wil iedereen daarbij zijn. Aandeelhouders vonden het heel normaal dat een bank een rendement van 25 procent haalde op eigen vermogen. Het was een soort collectieve verdwazing.”

De onwaarschijnlijke nonchalance is intact gebleven, getuige het Libor-schandaal waarbij bankiers lustig rentetarieven fabriceerden tot eigen profijt. “We leven te veel in een mentaliteit van ‘het is niet verboden, dus we doen het’. Je moet terug naar een cultuur waar mensen beseffen dat ze met andermans geld bezig zijn. Je kunt niet alles in regels gieten. Ik zeg het niet graag, maar ik zie het als mensen zich echt engageren. Of de regels het eisen of niet: ze doen het gewoon.”

JOZEF VANGELDER, FOTOGRAFIE LIES WILLAERT

“We moeten terug naar een cultuur waar mensen beseffen dat ze met andermans geld bezig zijn”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content