Ontsla uzelf niet!
Niets is zo funest voor de economie als een verbruiker die het niet meer ziet zitten. Het gedeukte vertrouwen van de consument na 11 september heeft ons in een recessie gebracht. Wie of wat kan het vertrouwen herstellen?
Maar de vraag is nu vooral hoe verlammend de angst kan werken die consumenten en investeerders om het hart sloeg na de terreuraanslagen van 11 september. In België bijvoorbeeld is het ondernemersvertrouwen naar het laagste peil in zes jaar gezakt. Ondernemers zingen in koor: “Het gaat slecht.”
Dé remedie om ook de huidige economische neergang om te buigen is nu niet anders dan in het verleden. Een scheut vertrouwen en een hernieuwd optimisme kan de consument weer volop met de kredietkaart doen wapperen en geeft managers misschien de moed om opnieuw volop te investeren. “Vlieg, winkel, bouw,” smeekt de Amerikaanse president George W. Bush zijn burgers.
Dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. De aanslagen van 11 september kwamen niet alleen hard aan bij rechtstreeks getroffen sectoren zoals de luchtvaart en de verzekeringsbranche. Ze troffen via het vertrouwen van de consument _ zijn uitgaven maken twee derde van het bruto binnenlands product (BBP) uit _ de hele economie.
Hoeveel de Amerikaanse economie kan produceren, kunnen we uitrekenen. Hoeveel de Amerikanen zullen consumeren en investeren de komende maanden en jaren is evenwel een groot vraagteken. ” Animal spirits,” betitelde de befaamde Britse econoom John Maynard Keynes dit onvoorspelbare gedrag. Het is een bekend fenomeen dat mensen minder uitgeven als ze de economische toekomst minder rooskleurig inschatten. Bijzonder vervelend is dat die angst een zelfvervullend karakter heeft, omdat een dalende consumptie afdankingen en werkloosheid in de hand werkt. En ook ondernemers verliezen de moed en de investeringslust als ze weten dat de consumenten niet van plan zijn om hun producten te kopen. De gemoedstoestand in de industrie _ zoals gemeten in de NAPM-index _ zit op recessieniveau.
Verbruikers ontslaan dus als het ware zichzelf. Misschien moet Alan Greenspan, de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank en de man met de meeste geloofwaardigheid in de economische wereld, die psychologie in zijn voordeel aanwenden en beslissen dat de recessie voorbij is. Als de consument het gelooft, kan het inderdaad zo zijn. Maar zo eenvoudig gaat dat uiteraard niet.
Vertrouwen is zoek
Dé barometer die economen de komende maanden dus angstig in de gaten houden is die van het consumentenvertrouwen. De boomende aandelenmarkt, de overvloed aan jobs, de lage inflatie en de sterke inkomensgroei de voorbije jaren hadden dat vertrouwen in de VS naar ongekende recordniveaus getild in januari 2000 (zie grafiek 1: Consumentenvertrouwen op lange termijn). Sindsdien brokkelde dat vertrouwen langzaam af naarmate de hoogconjunctuur aan kwaliteit inboette en de aandelenmarkten klappen kregen.
Toch was het de nog altijd driftig uitgevende consument die de Amerikaanse economie lang uit de greep van de recessie hield. De aanslagen kwamen, vanuit economisch standpunt, daarom op een bijzonder slecht ogenblik. Op het moment dat de economie in de VS op de rand van een recessie balanceerde, sloeg de laatste motor _ de consumptie _ af. Met de WTC-torens donderde ook het consumentenvertrouwen naar beneden (zie grafiek 2: Consumentenvertrouwen op korte termijn). In oktober stabiliseerde de vertrouwensindex van de University of Michigan op een niveau dat een groot recessiegevaar inhoudt. Die andere grote Amerikaanse vertrouwensindex _ die van de Conference Board _ daalde in oktober zelfs spectaculair. Het pessimisme neemt vooral toe omdat de consument de gevolgen van de terreur voelt in de portemonnee en in de jobzekerheid. De wekelijkse aanvragen voor werkloosheidsuitkeringen pieken in de VS (zie grafiek 3: Wekelijkse werkloosheidscijfers). Zes op de tien consumenten verwachten dat in de VS de werkloosheid volgend jaar zal stijgen. De voorbije vijftig jaar verwachtten in slechts twee gevallen nog meer consumenten een stijging van de werkloosheid. Toen steeg de werkloosheidsgraad ook effectief gevoelig.
In september gaven de consumenten in de VS bijna 2% minder uit dan ze in augustus deden. Een daling die sinds 1960 niet vertoond is. Verbruikers in de VS zijn dus al bezig zichzelf te ontslaan. Zelfs de grootste optimisten hebben intussen de handdoek in de ring gegooid en erkennen dat de Amerikaanse economie in recessie is.
Het consumentenvertrouwen begint doorgaans twee jaar voor het eigenlijke begin van een recessie te dalen. De huidige vertrouwenskrimp is ruim anderhalf jaar oud, de recessie is dus vóór op schema.
De ervaring van de Golfoorlog
Een terugblik toont aan in welke mate een tanend vertrouwen een domper kan zetten op de economische activiteit. De economische situatie in de VS op 11 september was vergelijkbaar met die ten tijde van de bomaanslag in Oklahoma (april 1995) en de invasie van Koeweit door Irak (augustus 1990). In beide gevallen vertraagde de economie op het ogenblik van de schok. Na Oklahoma eindigde de groeivertraging binnen de acht maanden zonder dat er sprake was van een recessie, maar tijdens de Golfoorlog hadden stijgende olieprijzen het vertrouwen van consumenten en ondernemers zo zwaar onderuitgehaald dat de VS in een stevige recessie belandde tussen juli 1990 en maart 1991. Toen Irak Koeweit binnenviel, was de Amerikaanse economie dus al in recessie. Met andere woorden, de economische gang van zaken op het moment van de schok beïnvloedt sterk hoe consumenten reageren op die schok. De bomaanslag op de Amerikaanse ambassades in Afrika (augustus 1998) schokte ook het vertrouwen, maar het herstel volgde snel en volledig binnen drie à vier maanden omdat de economie in volle expansie was. Het consumentenvertrouwen herstelde na de beurskrach van oktober 1987 nog sneller. En ook de Azië-crisis van 1998 kon de consument maar tijdelijk uit zijn goede humeur halen. Omgekeerd zal een schok tijdens een recessie, zoals nu het geval is, de neerwaartse trend versterken.
Een analyse van de vertrouwensindex zoals samengesteld door de University of Michigan leert dat het pessimisme van de consument omtrent de huidige economische gang van zaken tot voor de aanslagen nog werd gecompenseerd door het geloof dat het straks weer beter zal gaan met de economie. Nu blijkt dat in september vooral dat geloof aan het wankelen ging. Die daling van de toekomstverwachtingen is nog maar twee keer even snel gegaan: als reactie op het olie-embargo van 1973 (met een recessie die daarop volgde) en als reactie op de invasie van Koeweit door Irak. “Kopzorgen omtrent de binnenlandse veiligheid en de mogelijk lange oorlog tegen de terroristen drukken het consumentenvertrouwen,” zegt Richard Curtin van de universiteit van Michigan. “Het herstel van het vertrouwen heeft dus meer nodig dan economische stimuli: Amerikanen moeten zich opnieuw veilig voelen.”
Het ontmantelen van het Al Qaeda-netwerk van Osama bin Laden is dus wellicht effectiever als economische maatregel dan nog een renteverlaging van de Amerikaanse centrale bank (de Federal Reserve, kortweg Fed). Een nieuwe grote aanslag of een escalatie van de oorlog zou echter zware economische gevolgen hebben. Als het vertrouwen helemaal zoek raakt, is het herstel een werk van lange adem. Na de recessie van 1990-1991 bijvoorbeeld duurde het tot 1994 eer het consumentenvertrouwen opnieuw het niveau van 1990 bereikte.
De les van Herbert Hoover
Fed-voorzitter Greenspan en president Bush zien de ernst van de situatie in en haasten zich om consument en ondernemer een hart onder de riem te steken. In fel contrast met de Europese Centrale Bank aarzelt de Fed niet om geld goedkoper te maken. Het rentewapen beëindigde trouwens alle naoorlogse recessies in de VS. Nooit eerder verlaagde de Fed de rente zo agressief als dit jaar, maar toch reageert de Amerikaanse economie (nog) niet. Dat zorgt voor ongerustheid. Schiet Greenspan soms met losse flodders?
Als Greenspan zijn job goed doet, is een fiscaal beleid niet nodig om de recessie aan te pakken. Het is trouwens een te bot instrument om de conjunctuur bij te sturen. Maar in oorlogstijd haast de overheid zich altijd naar het voorplan. Het is van 1975 geleden dat de Amerikaanse overheid nog zo gul met belastinggeld zwaaide. President Bush kreeg een blanco cheque van het Amerikaanse Congres en pompt in de vorm van belastingverlagingen en extra uitgaven voor 1,5% van het BBP in de economie. De luchtvaartsector hoefde niet te smeken om staatssteun los te weken van de Republikeinse president.
Het tweede oorlogsfront is het thuisfront; de vijand is de recessie die werd aangestookt door de terroristen. Bush wil zelfs oorlogsobligaties uitschrijven om die strijd te financieren. In zulke tijden is het ongepast om te spreken over sluitende begrotingen, hoewel ook de VS nood heeft aan begrotingsoverschotten om over tien jaar de stijgende uitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg te financieren. Dat Europa bijvoorbeeld in deze tijden fiscale discipline predikt, stuit in Amerika op onbegrip. “Euroland doet aan Hoover economics,” klinkt de aanklacht. Herbert Hoover was de president van de Verenigde Staten in het begin van de jaren dertig en hield mordicus vast aan een begroting in evenwicht. Hoover verhoogde zelfs de belastingen in volle recessie. Dit beleid diepte de Grote Depressie uit, zo luidt de analyse nu. “Het Europese stabiliteitspact zou tijdelijk moeten worden opzijgezet, zodat een expansief fiscaal beleid voor een stabilisatie van de economie kan zorgen,” schrijft Martin Neil Baily, verbonden aan het Institute for International Economics en voormalig adviseur van Bill Clinton.
Dankzij de dadendrang van Greenspan en Bush is het mogelijk dat de aanslagen de recessie niet uitdiepen, maar ze integendeel sneller de wereld uithelpen. Een oorlog is wel vaker van dienst geweest om een economie uit het slop te halen. Ook ondernemingen reageren sneller op de recessie en gebruiken 11 september als alibi om noodzakelijke saneringen sneller door te voeren. De economische herstelcurve kan daarom eerder een V-vorm dan een U- of L-vorm aannemen.
Een expansief monetair en fiscaal beleid is echter geen garantie voor succes. Japan is daar het levende voorbeeld van. De Bank of Japan kan de rente niet meer verlagen, want die is al nul. En door het expansieve fiscale beleid is de Japanse overheidsschuld in termen van het BBP intussen groter dan die van België. Japan is echter toe aan een vierde recessie op tien jaar tijd en de vooruitzichten zijn zo mogelijk nog slechter. De economie zou er dit en volgend jaar krimpen.
Productiviteit ongeschonden?
Extra uitgaven omwille van de veiligheid zullen zonder twijfel op de economische activiteit wegen. De vraag is of die bijkomende veiligheidskosten ook uitmonden in een lagere productiviteitsgroei.
In de tweede helft van de jaren negentig kende de VS een productiviteits boom. Die was onder meer te danken aan een vredesdividend: het klimaat van zekerheid bevorderde investeringen, en kapitaal was voorhanden, ook omdat de overheid steeds minder geld uitgaf aan defensie. Vorig jaar spendeerde de Amerikaanse overheid nog 3,8% van het BBP aan militaire uitgaven, terwijl 8% het gemiddelde was na de Tweede Wereldoorlog en 4,8% het voorbije decennium. De VS investeerde in de jaren negentig dus in computers in plaats van in raketten en F16’s.
Een keerpunt is gemaakt. De verwachting is dat de defensieuitgaven volgend jaar stijgen naar 4,3%. Zullen deze uitgaven investeringen in de privé-sector verdringen? Op korte termijn wellicht niet, nu de bedrijven op dit moment toch weinig happig zijn om te investeren. De overheid vult deze investeringsleemte op. “Bovendien,” zo schrijft Bruce Steinberg, de hoofdeconoom van Merrill Lynch, “leert de geschiedenis dat er geen verband bestaat tussen de grootte van de defensie-uitgaven en de productiviteitstoename in de economie.” Investeren in defensie mondt ook vaak uit in nieuwe technologie die zijn waarde heeft voor burgerlijke toepassingen.
Een groter gevaar voor een terugval van de productiviteit is een tanende globalisatie van de economie en een terugval van de wereldhandel. De Amerikaanse economie teert op de invoer van buitenlands kapitaal en buitenlandse arbeidskrachten om de groei mogelijk te maken. Op dit ogenblik echter blijven trucks om veiligheidsredenen hangen aan de Mexicaanse of Canadese grens en verstoren ze de just-in-time productieketting.
Dalende wereldhandel kan een recessie gevoelig verscherpen over de hele wereld. Vorig jaar steeg de wereldhandel in volume met 13%, dit jaar moet mogelijk zonder groei afsluiten. Nu al waarschuwt de zakenbank CSFB voor de zwaarste recessie van de wereldeconomie sinds de jaren dertig, met een groeicijfer van ongeveer 1,5% dit en volgend jaar. Dat is bijzonder slecht nieuws voor de open Belgische economie.
Deze maand nog staat een nieuwe wereldhandelstop in het Arabische Qatar geprogammeerd. De consument en ondernemer kunnen een opkikker best gebruiken.
Daan Killemaes
Een escalatie van de oorlog of een nieuwe grote aanslag zal zware economische gevolgen hebben.
Het ontmantelen van Al Qaeda is effectiever als economische maatregel dan nog een renteverlaging van de Fed.
Japan toont aan dat rente- en belastingverlagingen niet noodzakelijk recessies uit de wereld helpen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier