Onmogelijk om te maken
Exclusiviteit, daar gaat het om bij Aston Martin. Het heeft iets, rijden met een auto die ondertussen misschien wel niet meer helemaal van Engelse makelij is, maar wel nog altijd die eerbiedwaardige sfeer ademt. Zeer zeker als je je achter het stuur gaat nestelen, overal alleen maar leder en alcantara ziet met hier en daar inzetjes van kostbaar hout, en weet: dit is nog met de hand in elkaar gestoken.
Het is niet anders met de Vanquish, de nieuwste van Aston Martin. Meteen ook het nieuwe topmodel in het gamma, als we even geen rekening houden met de One 77, dat zeer exclusieve model waarvan maar 77 exemplaren werden gebouwd met een duizelingwekkend prijskaartje van meer dan een miljoen euro – was het 1,4 miljoen?
Is de Vanquish als opvolger van de DBS de nieuwe topper in het gamma van Aston Martin, dan is zijn naam helemaal niet nieuw. In 2001 lanceerde Aston Martin al eens een Vanquish. Overigens een model dat destijds vooral bekendheid gaarde als auto van James Bond in Die Another Day, de eerste keer dat Pierce Brosnan 007 mocht spelen. Het succes van de Vanquish was voor Aston Martin eigenlijk een nieuw tijdperk. In 2007 werd de Vanquish als topmodel in het gamma dan vervangen door de DBS, en nu worden de rollen dus andermaal omgekeerd.
In de Vanquish merk je meteen stijlinvloeden van zowel de DBS als de One 77. Het onderstel is eigenlijk een eigentijdse versie van het chassis dat met de eerste Vanquish werd geïntroduceerd, maar het koetswerk is nu van koolstofvezel. Het voordeel van die materie is niet alleen dat ze heel sterk is, maar dat je er in de vormgeving zowat alle richtingen mee uit kan. Voor de mensen die de contouren moeten verzinnen, wordt alles mogelijk. En daar was het Aston Martin om te doen. Voor de kleine kofferklep met geïntegreerde vleugel gaf grote baas Ulrich Bez zijn designers bijvoorbeeld de opdracht iets te verzinnen dat de indruk wekt… onmogelijk om te maken te zijn, zoals hij letterlijk zei.
Ook de motor is een verbeterde versie van wat er al was. De imposante V12 van zes liter is nu goed voor 573 paarden en een maximaal koppel van 620 Nm. Een krachtbron die een fantastisch geluid verspreidt, maar mede dankzij een uitstekend chassis en bijna perfecte gewichtsverdeling tussen voor- en achterkant voor nauwelijks te beschrijven rijplezier zorgt. Met uitzondering van de One 77 is dit dan ook de krachtigste Aston Martin ooit. Zuinig is hij niet meteen, maar eigenlijk is dat voor dit soort auto’s ook niet meteen de bedoeling…
JO BOSSUYT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier