Ondeugdelijk beleggen

JAN LONGEVAL

De voorbije twaalf maanden was de energiesector de grote winnaar op de beurs. In Amerika steeg de sector met bijna 50 procent, ruim boven de prestatie van de S&P 500, die 10 procent aandikte. Olie-, gas- en steenkoolproducenten doen het uitstekend. CO2-intensiteit lijkt wel doping te zijn geworden voor beursprestaties. Dit jaar zet de nieuwe koude oorlog ook de aandelen uit de wapenindustrie in vuur en vlam. Aan de andere kant van het beursspectrum krijgen duurzame sectoren en aandelen zware klappen. De koersen van cleantechaandelen zijn sinds hun piek begin 2021 zowat gehalveerd.

Ondeugd is een fluïde begrip dat evolueert in de tijd. CO2 is de nieuwe tabak.

Is ondeugd een deugd op de beurs? Dat is het idee achter het Vice Fund. Dat demonische beleggingsfonds werd in 2002 boven de doopvont gehouden. Het belegt enkel in alcoholproducenten en in de gok-, tabaks- en wapenindustrie ¬ kortom: in alles wat God verboden heeft. Dan had Hij die verleidingen maar niet moeten scheppen, zal USA Mutuals, de oprichter van het fonds, hebben gedacht. Zo’n idee klinkt als vloeken in de kerk. Maar wie onder de motorkap kijkt, vindt een beleggingsstrategie geschoeid op de principes van beleggingspaus Warren Buffett, een ijskoude minnaar van duurzaam beleggen en rapporteren. Kenmerkend voor al die industrieën is dat ze hoge toegangsdrempels hebben, wat Buffett de moat (slotgracht) noemt. Ze zijn ook weinig gevoelig aan technologische disruptie, nog een eigenschap die Buffett, net als tabak, wel kan pruimen. Hun klanten hebben een hoge merkgetrouwheid, waardoor de producenten, net als Coca-Cola, een favoriet van Buffett, hun prijzen makkelijk kunnen verhogen. Hun producten zijn verslavend, waardoor de vraag standhoudt in alle omstandigheden. Zoals de pandemie heeft aangetoond, is een crisis een goed excuus om (nog) meer te drinken, te gokken en te paffen, en om te piefpoefpaffen, zoals vandaag in de buurt van de Oekrainse grens. Het zijn tegendraadse beleggingen omdat ze de perceptie en de tijdsgeest tegen hebben. En het zijn waardebeleggingen omdat de grote institutionele beleggers ze mijden, waardoor ze onder hun faire waarde noteren.

Heeft beleggen in ondeugd geloond? Tot 2017 zette het Vice Fund een gemiddelde jaarlijkse prestatie na kosten van 8,7 procent neer, meer dan 1 procent beter dan de Amerikaanse beurs. Voor kosten was de meerprestatie zelfs 2,8 procent per jaar, wat het fonds in het topkwartiel plaatste. De meerprestatie ging niet gepaard met een hoger risico. Maar de voorbije jaren heeft het fonds van zijn pluimen verloren. De beheerders zijn uit het oog verloren dat ondeugd een fluïde begrip is dat evolueert in de tijd. CO2 is de nieuwe tabak. Het fonds had zijn aanpak moeten bijsturen door ook te beleggen in CO2-intensieve sectoren. In de toekomst kunnen de bedrijven die onze persoonsgegevens vergaren in het vizier komen. Persoonsgegevens worden dan de nieuwe CO2. Of e-commerce, vanwege de laakbare sociale praktijken. Ondeugd is ook een subjectief begrip. Kernenergie bijvoorbeeld wordt verketterd door de een en bewierookt door de ander. Fluïditeit maakt succesvol ondeugdelijk beleggen moeilijk. Subjectiviteit bemoeilijkt het definiëren van ondeugdelijk beleggen.

Er zal eerst een kameel door het oog van een naald moeten kruipen voor academici tot een consensus komen. Een aantal studies dicht aandelen van ondeugdelijke ondernemingen een meerprestatie toe, met dien verstande dat de meerprestatie niets anders is dan de afspiegeling van hun hoge operationele winstgevendheid en lage investeringsintensiteit. Die vaststelling reikt daarmee de oplossing aan voor het morele beleggersdilemma: je kunt even goede resultaten behalen door te beleggen in deugdelijke bedrijven met een vergelijkbare winstgevendheid en investeringsintensiteit. En je koopt dan niet alleen een aandeel, maar ook je plaatsje in de hemel.

De auteur is eigenaar van Kounselor Consulting bv en adjunct-professor aan de Vlerick Business School

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content