ONDERWIJSHERVORMING NEDERLAND. Afvalbak Vlaanderen ?
Vlaanderen staat aan de vooravond van verregaande herstruktureringen in het hoger onderwijs. Onze noorderburen lanceren nu al een revolutionaire hervorming. Kunnen we ervan leren ? Een pleidooi voor samenwerking tussen het Nederlands en Vlaams onderwijs.
Locatie : Zoetermeer (Nederland).
Roger Dillemans, de gewezen rektor van de KU-Leuven, pijnigt op vraag van Vlaams Onderwijsminister Luc Van den Bossche zijn professorale hersenen over de hervorming van het universitair onderwijs. De minister hoopt dat de Vlaamse universiteiten hun beleid meer op elkaar zouden afstemmen en dat elk zijn sterke punten aksentueert. Koördinatie met Nederland, waar fel wordt gediskussieerd over een radikaal hervormingsplan voor het hoger onderwijs, ligt voor de hand.
Ferdinand Mertens, plaatsvervangend sekretaris-generaal van de Nederlandse onderwijsadministratie : “Zo’n samenwerking zou de sterke punten van de instellingen kunnen bevorderen. Maar om één of andere reden werken de universiteiten makkelijker samen met instellingen van een heel ver land en ervaren ze de kontakten met hun buurland als minder prestigieus. Het zou prachtig zijn als Vlaamse en Nederlandse jongelui een keuze konden maken uit één onderwijspakket. Meer mobiliteit tussen Noord en Zuid zwengelt de kwaliteit van universiteiten, hogescholen én studenten aan. Vandaag is er nog te veel een negatieve mobiliteit. Vlaamse would be-ingenieurs komen naar Nederland omdat ze in Leuven hun toelatingseksamen niet hebben gehaald. En onze kandidaat-dokters liften naar Antwerpen omdat ze in hun moederland stuiten op de numerus fixus. “
Volgens Mertens zijn er ook pedagogische redenen die een betere samenwerking tussen beide schoolnetten verantwoorden. “Vlaamse universiteiten zijn iets schoolser, en hebben een strak gestruktureerd kader, ” klinkt het in Zoetermeer, waar de futuristische zetel van het ministerie van Onderwijs huist. “Terwijl het in Nederland een beetje losser verloopt. Waarschijnlijk zijn er bij ons studenten die binnen zo’n Vlaams kader beter renderen. Overigens werden bij ons de teugels een beetje te veel gevierd. We willen op bepaalde punten terug een beleid dat Vlaanderen vanzelfsprekend vindt. “
STUDEERBAARHEID.
Mertens refereert aan het debat over wat de Nederlanders met een lelijk germanisme de studeerbaarheid noemen. Bij onze noorderburen resulteerde dat in het Hoger Onderwijs en Onderzoeksplan 1996, of het Hoop. Omdat studenten zelf het leerpakket mogen spreiden over hun studieperiode, werden ze minder begeleid en rommelden sommigen maar wat aan.
Staatssekretaris van Onderwijs Aad Nuis (D66) ging er bij de totstandkoming van het Hoop van uit dat er te veel studenten waren, die bovendien veel te lang studeerden. “De gemiddelde verblijfsduur aan de universiteit is zes jaar, ” berekent hij. “Die moet omlaag naar vier. ” Verder stelt minister van Onderwijs Jo Ritzen (PvdA) vast : “De gemiddelde afvaller heeft vandaag drie jaar op de universiteit gezeten voor hij vertrekt. Ik schrik van zo’n cijfer. Gemiddeld kost dat zo’n 60.000 tot 70.000 gulden (nvdr 1,1 tot 1,3 miljoen frank). Ik wil niet zeggen dat dit weggegooid geld is, want de student steekt natuurlijk wel wat op. Maar die investering heeft niet opgeleverd wat beoogd werd. “
Vandaar dat de minister meent dat hij stevig kan snoeien in zijn departement dat het grootste deel (34 miljard gulden) van de Nederlandse begroting (200 miljard gulden) voor zijn rekening neemt. Ook in vergelijking met het Vlaamse onderwijsbudget 231 miljard frank in 1996 is dit een enorm bedrag. In de volgende drie jaar zal het Nederlandse Onderwijsdepartement 1,5 miljard gulden moeten snoeien (op een globale overheidssanering van 19 miljard).
Eén miljard gulden wordt gevonden door op de studiefinanciering te bezuinigen. Vandaag krijgt de Nederlandse universiteitsstudent jaarlijks een beurs van ongeveer 5000 gulden, die wordt omgezet in een lening als hij zakt. Hoewel een normale opleiding in principe slechts vier jaar duurt, heeft de student zes jaar recht op een beurs. Met het Hoop zal de student (gemiddeld) slechts vier jaar betoelaagd worden.
Daarnaast kunnen studenten waarvan de universiteit meent dat ze niet getalenteerd of gemotiveerd genoeg zijn (brossers ?), worden “verwezen” naar het Hoger Beroepsonderwijs (HBO), het niet-universitair hoger onderwijs (zie kader).
De universiteiten krijgen een enveloppe van diploma’s die ze mogen uitreiken, zodat ze wel moéten meewerken aan de plannen van Nuis en Ritzen. Volgens hun prognose zal het aantal studentenjaren in 2004 zijn gedaald van 180.000 naar 140.000, terwijl het aantal diploma’s gelijk blijft. Opbrengst : 200 miljoen gulden.
BAC.
Het Hoop voorziet ook een inhoudelijke herstrukturering. Universiteiten kunnen in de toekomst de graad van baccalaureus verlenen aan jongelui die drie jaar studie achter de rug hebben. De instellingen die de stap zetten, mogen slechts één op twee “bac”-studenten aan de tweejaarlijkse opleiding tot doctorandus toelaten.
De gemiddelde studieduur is dus vier jaar (3 jaar plus de helft van 2 jaar). Vanwaar deze opdeling ? “Sommige opleidingen kunnen gerust een stuk kompakter omdat de studiedruk relatief licht is, ” aldus Michaël van Wissen van Veen, de voorlichter van het ministerie. Onderzoek toont aan dat de gemiddelde student rechten, ekonomie, geschiedenis, letteren en sociale wetenschappen minder dan dertig uur per week aan de studie besteedt. Per jaar is dit minder dan 1260 uur, terwijl de norm van de Nederlandse onderwijsinspektie 1680 uur bedraagt. Van Wissen van Veen : “Als deze studenten gemiddeld even hard zouden werken als we van hen vragen, konden ze in drie jaar evenveel stof verwerken als vandaag in vier jaar. “
Maar zit het bedrijfsleven te wachten op “halve” juristen en ekonomen ? “Geen enkele universiteit móet naar dit systeem overstappen, ” zegt de voorlichter. “Maar ik denk dat er signalen zullen komen uit het bedrijfsleven dat het in bepaalde richtingen zulke mensen met een korte wetenschappelijke opleiding (die men dan misschien iets minder moet betalen) kan gebruiken. De universiteit die hierop inspeelt, zal sukses boeken. Haar bacs vinden een plaats op de arbeidsmarkt. En haar doctorandi zullen langer mogen studeren dan vandaag, dus waarschijnlijk betere kandidaten zijn dan degenen die een vierjaarlijkse opleiding hebben gevolgd. “
Vormt de buitenlandse erkenning van die diploma’s een probleem ? Nico van Dijk, die zich op het Nederlandse departement bezighoudt met internationale relaties : “De Europese regelgeving stelt dat, wat de erkenning betreft, de universitaire opleiding minimum drie jaar bedraagt. “
Zullen Nederlandse “bacs” naar Vlaanderen afzakken om hier via een specializatiejaar een “echte” universitaire titel te halen ? “Het nieuwe Nederlandse stelsel zal de mobiliteit tussen noord en zuid misschien eerder remmen, ” voorspelt Veerle Hendrickx (Vlaamse Interuniversitaire Raad). “Momenteel onderhandelt Vlaanderen met Nederland over de gelijkwaardigheid van de diploma’s in beide landen. Na het Hoop zou dit wel eens een gedeeltelijke gelijkwaardigheid kunnen worden. “
Mertens sust echter : “De bac is geen volwaardige universitaire titel in vergelijking met de graad van doctorandus. Als wij hier vaststellen dat er bij een bac niets meer in het vat zit, lijkt het me redelijk dat dit ook in Vlaanderen geldt. “
Jo Ritzen liet zijn Vlaamse kollega inmiddels weten dat over dit en andere problemen best overleg wordt gevoerd. Het kabinet van Luc Van den Bossche vreest “een toevloed van Nederlanders op onze universiteiten”. Die overigens al bezig is. “Verleden jaar waren er 146 buitenlanders hoofdzakelijk Nederlanders ingeschreven in de eerste kandidatuur geneeskunde aan de KU-Leuven, ” zegt de woordvoerder van het kabinet van Van den Bossche. “Op 20 september waren dat er 204 op 387. Antwerpen kent een zelfde fenomeen. Het zou best kunnen dat deze trend zich als gevolg van de nieuwe onderwijsstruktuur bij de noorderburen doorzet in alle richtingen. Ons onderwijs kost minder en is makkelijker toegankelijk dan in Nederland. Dit wordt een probleem. “
Zelfs àls na het overleg met zijn socialistische geestesgenoot Ritzen, de Vlaamse Onderwijsminister gecharmeerd zou worden door zijn onderwijsplannen, kan hij het Nederlandse voorbeeld niet volgen. “Over zo’n opdeling tussen een wetenschappelijke studie van het lange en het korte type kan Vlaanderen niet beslissen, ” luidt het bij de minister. “De studieduur is, zoals de pensioenen en de leerplicht, één van de weinige federale onderwijsmateries. “
HANS BROCKMANS
LUC VAN DEN BOSSCHE (VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS) De radikale hervormingsplannen van de Nederlandse Onderwijsminister Jo Ritzen zouden een vloed van “gebuisde” studenten richting Vlaanderen kunnen teweegbrengen. Het kabinet van Luc Van den Bossche is kritisch.
FERDINAND MERTENS (NEDERLANDS MINISTERIE VAN ONDERWIJS) Nederland en Vlaanderen zouden best één onderwijsruimte creëren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier