Ondernemingen moeten de loondiscussie sturen

De Raad van State heeft een vernietigend advies gegeven over het wetsontwerp dat de opstapvergoeding voor topmensen van beursgenoteerde ondernemingen wilde beperken tot maximaal twaalf maanden vast loon. Daar hadden werkgeversorganisaties en advocatenkantoren uitgebreid voor gewaarschuwd. De wetgever voelde zich eind vorig jaar geroepen om op te treden nadat bekend was geraakt dat de financieel directeur van Fortis, Gilbert Mittler, met 4,3 miljoen euro naar huis trok.

In de Verenigde Staten vaardigde president Obama nieuwe regels voor de verloning van topmanagers af. Bedrijven die een beroep doen op overheidshulp, mogen hun topmanagers maximaal 500.000 dollar per jaar betalen. Helaas zijn de maatregelen eerder symbolisch: er moet al sprake zijn van ‘uitzonderlijke’ overheidssteun. Bovendien hebben ze geen terugwerkende kracht. De meeste banken en bedrijven ontsnappen aan de loonlimiet.

Positief aan de Amerikaanse maatregel is dat er voor het eerst sinds lang iemand een concrete grens durft vast te leggen. Critici zullen ongetwijfeld zeggen dat 500.000 dollar een arbitraire limiet is, maar hoe stel je anders paal en perk aan een jarenlange inflatie van lonen en bonussen als bedrijven en aandeelhouders niet zelf optreden?

We durven de remuneratiecomités en raden van bestuur van onze Belgische ondernemingen dan ook aanporren om proactief de denkoefening te maken: wat is voor uw bedrijf de ethische grens waarboven een salaris, een bonus of een opzegvergoeding niet mag uitstijgen? Die grens zal verschillen naargelang van de grootte en de graad van internationalisering, en kan uitgedrukt worden in formules en parameters. Maar dan heeft de onderneming wel een instrument in handen dat excessen uitsluit, en dat is altijd beter dan niets doen en later vaststellen dat een politicus een lineair loonplafond afkondigt.

Ook de interventie van de Raad van State toont dat de ondernemingen en de raden van bestuur er alles moeten aan doen om zelf de loondiscussie te sturen. Want als de wetgever optreedt, is het meestal omdat er een mediageniek ‘incident’ plaatsvond, waarop een minister zijn adviseurs snel-snel een wetsontwerp laat schrijven, en belooft dat hij dat door het parlement zal ‘jagen’. Tot blijkt dat de tekst overhaast werd opgesteld en aan alle kanten rammelt en de mooie plannen in de koelkast verdwijnen.

Het is dus aan de bedrijven zelf om een ethisch verantwoord loonbeleid uit te stippelen en dat aan de hand van concrete doelstellingen en behaalde resultaten aan de aandeelhouders te verklaren. In die zin mag het belang van een goede code voor corporate governance niet onderschat worden. Een moedige en goed uitgebalanceerde code, afgestemd op de wetgeving, kan evenzeer de raden van bestuur voor hun verantwoordelijkheid plaatsen. Jammer dat het zo lang duurt voor de aangepaste Belgische code gelanceerd wordt. De commissie heeft nu al anderhalf jaar van enquêtes, discussies en raadplegingen achter de rug. Het wordt tijd om de resultaten op tafel te leggen. (T)

Door Patrick Claerhout

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content