Onderhandelen met de duivel

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Terwijl ik deze column schrijf, genieten onze regeringsonderhandelaars van een oververdiende (???) en hopelijk toch wel deugddoende vakantie. Ze zullen het nodig hebben. Want ze zullen moeten onderhandelen met de duivel. Voor de Vlamingen zal de heer Maingain Lucifer zijn, en voor de Franstaligen zal een zekere Wouter Beke verdacht veel op Satan lijken. Tegelijkertijd is de wereld in shock door de actie van monsterlijke duivel Anders Breivik.

Maar hoe onderhandel je met de duivel? Eerste regel: maak uit of de andere partij een echte duivel is, of gewoon een mens die wat doet denken aan een duivel. Een echte duivel heeft maar één doel: je ten gronde richten, je kwaad berokkenen. Er bestaan echte duivels, perverten, zieke geesten. Breivik is geen mythische figuur, maar een echte moordenaar. Maar dat soort duivels is uiterst zeldzaam. De heren Maingain en Beke zijn mensen, met merkwaardige verlangens (Brussel uitbreiden, BHV splitsen). Maar daarmee behoren ze nog niet tot het duivelrijk, maar tot het mensdom. Als je wil onderhandelen met zo’n tegenstander, moet je dus eerst en vooral stoppen met de andere partij te demoniseren. In de politiek is dat blijkbaar zeer moeilijk. Toch zou het een eerste regel moeten zijn. Mevrouw Milquet en de heer De Wever hebben geen geheime kerkers, en folteren geen kinderen. Iedereen die bijdraagt om die mensen in duivelse termen te beschrijven, doet aan antipolitiek.

In ieder geval moet je bij onderhandelingen met de duivel veel psychologische ruimte laten voor omstandigheden, toevalligheden. Het meeste van wat we denken en doen kan verklaard worden door omstandigheden. Als je met iemand grondig van mening verschilt, zul je het niet snel eens geraken. Maar je kunt wel vragen naar de achtergrond van de meningen. Misschien kan je daar begrip voor opbrengen. Franstaligen kunnen misschien wel begrijpen dat Vlamingen zich bedreigd voelen door een dominante cultuur en door het feit dat de Franstaligen in de faciliteitengemeenten zo moeizaam Nederlands hebben geleerd. Vlamingen kunnen misschien wel begrijpen dat Franstaligen zich graag in hun eigen cultuur ontplooien en zeer geïrriteerd geraken door eindeloos administratief gepest. En beide groepen zouden samen, heel open, moeten kijken naar nieuwe feiten, zoals de massale aanwezigheid van Noord-Afrikanen en de rol van Brussel in Europa. Dat is moeilijk, heel moeilijk, want we zien en horen selectief. We zoeken vooral bevestiging van onze opinies. Graag toegegeven, sommige partijen willen waarschijnlijk een aantal feiten niet onder ogen zien, gewoonweg omdat ze beseffen dat hun kiezers die feiten niet kunnen of willen zien. Maar het grote falen van onze democratie is misschien wel dat onze politici hun kiezers niet meer opvoeden maar gewoon achterna hollen. Politiek is ook leiden, en een leider opent deuren die vroeger gesloten bleven.

De belangrijkste regel van onderhandelen met de duivel is ongetwijfeld: vermijd de escalatie. Reik niet de complementaire hand. Als je mij beledigt, is de complementaire hand: jou ook beledigen. Dat geeft je dan weer het recht om te stellen: dit soort beledigingen pik ik niet. In de speltheorie kent men het gevaarlijke principe tit-for-tat. Maar men vergeet de context erbij te schetsen. Speltheoretici hebben aangetoond dat een cocktail van drie principes ‘winnend’ is. Begin steeds coöperatief, laat niet met je voeten spelen ( tit-for-tat), en wees zeer vergevensgezind. Beginnen met een belediging behoort dus niet tot de cocktail! Een aanvallend begin beantwoorden met een tegenaanval, leidt gewoonweg tot een nieuwe tegenaanval. Als we van de Noren één les hebben gekregen uit het drama met Anders Breivik, is het niet dat er gekken rondlopen met gevaarlijke plannen – dat wisten we al lang -, maar wel dat het echt geen zin heeft in escalatie te gaan met zulke gekken. Dat is het verschil tussen een oorlogsmisdadiger à la George Bush en een groot politicus à la Jens Stoltenberg. Bush heeft de Amerikaanse democratie de nek omgewrongen. Stoltenberg heeft de Noorse democratie versterkt.

Onderhandelt u regelmatig met de duivel? Lees dan Mnookin, Robert: Bargaining with the Devil. New York: Simon& Schuster, 2010

MARC BUELENS

Het grote falen van onze democratie is misschien wel dat onze politici hun kiezers niet meer opvoeden maar gewoon achterna hollen. Politiek is ook leiden, en een leider opent deuren die vroeger gesloten bleven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content