Onder moeders paraplu
ING Real Estate Belgium, het kleine dochtertje van de Nederlandse vastgoedgigant ING Vastgoed, kreeg onlangs een nieuwe structuur. ING wordt in ons land eindelijk een actieve projectontwikkelaar.
Begin deze week zijn de werken gestart aan de herontwikkeling van de Galeries Saint-Lambert in Luik. Het verouderde complex wordt omgebouwd tot een modern winkelcentrum van circa 40.000 vierkante meter bruto verhuurbare oppervlakte. Op de bovenste verdiepingen komt er een vijftiental lofts. De projectontwikkelaars zijn Immobel en ING Real Estate Belgium.
Voor deze laatste is het zowat de eerste belangrijke ontwikkeling sinds de herstructurering van het bedrijf eind vorig jaar. Een herstructurering die er kwam in het zog van de internationale reorganisatie van moederbedrijf ING Vastgoed. Dit Nederlandse vastgoedbedrijf, onderdeel van de ING-groep en met een belegd vermogen van ongeveer 29 miljard euro, is een van de vijf grootste vastgoedondernemingen in de wereld. ING Vastgoed zorgde in 2000 voor een duidelijke opsplitsing van haar vastgoedactiviteiten in drie deelgebieden: asset management, ontwikkeling en financiering. In België zijn er na de herstructurering twee afdelingen: asset management en ontwikkeling. De tak financiering blijft bij die andere Belgische ING-dochter, BBL.
Gemengd en grootschalig
De herstructurering in België moet er vooral toe leiden dat we ING Real Estate vaker zullen zien optreden als projectontwikkelaar. Want ING Vastgoed mag dan een grote naam zijn in de vastgoedwereld, ook op het vlak ontwikkeling in België was de ontwikkelingsactiviteit eerder bescheiden. “Dat heeft een historische verklaring,” zegt Luc Plasman, verantwoordelijk voor de ontwikkelingstak van ING Real Estate Belgium. “Wij stammen eigenlijk voort uit een kantoor van Nationale Nederlanden, de verzekeringstak van ING. Daarom traden wij in het vastgoed vooral op als institutioneel belegger.” De herontwikkeling van Galeries Saint-Lambert is volgens Plasman een goed voorbeeld van het soort projecten waarop ING Real Estate zich wil focussen. “Multifunctionele binnenstedelijke projecten, zoals de Galeries, is een terrein waarop de traditionele Belgische projectontwikkelaars zich niet graag wagen,” zegt hij. “Het vraagt immers kennis van verschillende types vastgoed en Belgische projectontwikkelaars zijn meestal gespecialiseerd in één type. Wij hebben die kennis wel in huis, mede dankzij de internationale ervaring van de groep.” Ook mooi meegenomen in dergelijke projecten met een belangrijk aandeel winkelvastgoed zijn de goede contacten die ING Real Estate met de internationale winkelketens heeft.
Grote gebiedsontwikkelingen is een tweede actieterrein waarop ING Real Estate Belgium zich wil toeleggen. Ook hier wijst Plasman op het voordeel onderdeel te zijn van een grote groep. “Het spreekt voor zich dat je voor grote projecten zelf capaciteit nodig hebt,” zegt hij. “Maar het is ook belangrijk omdat deze projecten vaak in samenwerking met de overheid verlopen. Het is vrij logisch dat die overheid uitkijkt naar partners die solide financiële garanties kunnen bieden.” Op dit terrein dingt ING Real Estate mee in een wedstrijd voor de herontwikkeling van het gebied (6 hectare) rond de Sint-Pieter– en Sint-Rafaëlklinieken in het centrum van Leuven.
Fonds in voorbereiding
Bij de asset-managementtak gaat er momenteel veel aandacht naar semi-industrieel vastgoed. De lancering van het ING Logistics Fund, een Europees fonds dat investeert in distrubitiecentra in België, Nederland, Frankrijk, Duitsland, Spanje en Italië, wordt er voorbereid. Gezien de centrale ligging van België zal een belangrijk deel van de investeringen in ons land gebeuren. Jan Vrancken, verantwoordelijk voor het Belgische asset management, laat uitschijnen dat een eerste transactie in ons land niet meer lang op zich zal laten wachten. Heeft de herstructurering ook gevolgen voor de asset-managementactiviteit? “Jazeker,” antwoordt Vrancken. “Een groot voordeel is dat wij ons nu volledig kunnen concentreren op onze kerntaak: portefeuillebeheer. Maar er is ook een deontologische reden voor deze operationele splitsing. Vroeger investeerden en beheerden wij uitsluitend voor Nationale Nederlanden, dus voor eigen rekening. Vandaag werken wij voor derden. Het zou deontologisch niet correct zijn dat er over gelden van derden word beschikt door hetzelfde team dat ook de investeringen voor de groep doet.”
Laurenz Verledens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier