Oh gruwel, Suez speelt Dracula
Gérard Mestrallet viert tevreden vakantie. Zijn kar is volgeladen met het complete Electrabel en diens forse inkomsten. Philippe Bodson is bedroefd, niet rancuneus. Hij bikkelde halsstarrig met Mestrallet over de toekomst van de Belgische energie, en verloor in 1999. Vandaag exploreert hij eenzaam Afrika.
Suez heeft gesproken terwijl de politici slapen op zuiderse stranden, de publieke opinie gaapt naar het voetbal op de buis, de commentatoren opgelucht toeteren want dit nieuws is geen komkommertijding. Wat vermogen de persmuskieten echter tegen de annexatiedrift van Parijs en zijn salons? Niets.
Dus uw energie wordt 100 % Frans en leve Europa? Electrabel en zijn voorspelde lot illustreren de moord op industrieel België (zie ook blz. 14). Staan er nieuwe Solvays of Bekaerts of andere ondernemingen op uit de Belgische schoot die buiten de grenzen meetellen? Philippe Bodson ( na een minuut stilte in de conversatie): “Ik weet het niet. Misschien bij Solvay, en ik ben daarbij niet jezuïtisch. Ik zie niks. Wat zal er in de toekomst in België een impact hebben zoals Solvay of Bekaert? In Vlaanderen en Wallonië doen we bijvoorbeeld vernuftige dingen in de biotechnologie, maar wanneer het goed is, verkopen we meteen. Misschien zullen we deelnemen aan Europese projecten, dat is voor mij waarschijnlijk de weg. Is dat de beste weg? Neen, beslist niet, maar ( zucht) kunnen en willen wij nog anders?”
De putsch van Mestrallet
De fondsenstrateeg Eric Knight is de luis in de pels van Suez. Hij verwijt de Fransen de kansen van Electrabel te verknallen. “Ik werk niet samen met Eric Knight, hoewel hij volkomen gelijk heeft over de toekomst van Electrabel. Wat ik van hem en over hem weet, lees ik in de kranten,” reageert Bodson (zie kader: “Suez kent niks van de elektriciteitssector”). “Het bod van Suez op Electrabel stond in de sterren geschreven. Niemand twijfelde, alleen over de vragen wanneer en hoe bestond discussie. Suez betaalt te weinig. Een onafhankelijke bankier die een evaluatie maakt, zal besluiten dat er niet alleen 322 euro cash moet betaald worden door de Fransen, maar eveneens zes in plaats van vier aangekondigde aandelen. Suez doet een gouden zaak, dat bewijst de gestegen koers van het aandeel Suez na de aankondiging van het bod. Maar als Suez vorig jaar had gekocht, toen het aandeel Electrabel rond 200 euro stond, had het minstens 2 miljard euro bespaard.”
“De overname van Electrabel door Suez is het voorlopige hoogtepunt van een trend in de Belgische economie. Het is de nageboorte van de putsch door Mestrallet bij Tractebel. Ik had gedurende vele jaren geprivilegieerde uitzichttorens op de Belgische economie. Ik was 43 jaar toen ik voorzitter van het Verbond van Belgische Ondernemingen was, de jongste voorzitter ooit, en dat is een constante in mijn loopbaan,” belijdt Philippe Bodson. “Ik was ingenieur na vijf jaar studies in Luik op mijn 22ste, de tweede jongste van de promotie. Bij Insead was ik 23, een uitzondering, bij McKinsey 24, een uitzondering. Ik was de voorzitter van een beursgenoteerde onderneming in Amerika, Medferco, op mijn dertigste en de baas van Glaverbel, een grote onderneming, op mijn 35ste. Trouwens ( lacht bulderend), ik ben op mijn 55ste gepensioneerd door Mestrallet.”
De verstandhouding met Jean-Pierre Hansen
“Ik zie Jean-Pierre Hansen, mijn opvolger bij Tractebel, vijfmaal per jaar. Er zijn veel mensen die suggereren dat onze betrekkingen verzuurd zijn, vijandig,” aldus Bodson. “Ik heb onlangs met hem gedineerd van halfacht tot halftwee ‘s nachts. Het is niet Jean-Pierre die mij het mes in de rug stak bij Tractebel. Ik ben weg om een principieel conflict met Mestrallet over de autonomie en het geld van Tractebel en Electrabel, en ik kreeg te weinig bijstand van de mensen die mij hadden moeten steunen. Onafhankelijke bestuurders zijn niet steeds onafhankelijk. In het directiecomité van Tractebel had ik een uitstekende verhouding met Jean-Pierre. Op de dag dat ik officieus wist dat het einde nabij was, heb ik in een besloten vergadering aan dertig hogere kaderleden gezegd: u moet niet denken dat Jean-Pierre dezelfde strategie zal volgen als ik. Bodsonaraté. Jean-Pierre kan het zich niet veroorloven om een mislukte strategie te volgen. Ik moet nog enkele jaren wachten voor ik daar publiek meer over kan zeggen. Jean-Pierre en ik vieren niet samen vakantie noch jagen samen, en dat hoeft niet. Hij en ik vertrouwen elkaar. Er zijn mensen die de relatie willen vergiftigen, wat ik altijd heb afgewezen.”
Het debacle van Tractebel in Kazakstan
Het nieuwe Tractebel van Philippe Bodson van de jaren vóór 2000, sloot aan bij een traditie van België van eind negentiende eeuw: internationale expansie over de hele globe. Er werden miljardenconstructies opgezet in Kazakstan, die vastreden in beschuldigingen van megalomanie en steekpenningen. De Belgische en Zwitserse speurders waden door de spaghetti. “Dat dossier wordt nog altijd onderzocht, ik weet niet hoever het ermee staat. Ik ben nog nooit ondervraagd door justitie over deze kwestie, hoewel ik een uitstekende getuige zou zijn. Als er ooit een ondervraging volgt, zal ik verklaren dat ik absoluut zeker ben dat Tractebel als onderneming niets verkeerds gedaan heeft in Kazakstan, wat niet beduidt dat bepaalde mensen iets mispeuterd kunnen hebben. De kaderleden van Tractebel deden zaken in een andere omgeving dan de West-Europese, dat is klaar. Jean-Pierre Hansen heeft na mijn vertrek alle Kazakse belangen van Tractebel verkocht voor dezelfde prijs waaraan ik, in samenspraak met de raad van bestuur en dat vergeet men gemakshalve, gekocht had. Persoonlijk zou ik, ook na de affaire en het gerechtelijk onderzoek, gebleven zijn. Denk alleen al aan het nabije China en zijn energiehonger. Wat een uitvalsbasis!”
“Ik stond en sta achter Kazakstan, niet om Suez de loef af te steken en te tonen wat voor macho’s wij waren. Ik meende dat het belangrijk was om een basis te hebben aan de Kaspische zee omwille van de olie en het gas. Ik was voor Tractebel lid van de raad van bestuur, net zoals de patrons van Gazprom, van Wintershall, de gasdochter van BASF. Ik begreep uit eerste hand hoe belangrijk het zou zijn voor Europa om aanwezig te zijn in Centraal-Azië. Alle grote Amerikanen en Total zijn daar. De Russen moesten door onze pijplijn om hun gas te exporteren. Tractebel is weg uit Kazakstan en zal daardoor zelf niet verdwijnen, want er zijn andere mogelijkheden.”
Het verschil met Etienne Davignon
Goede kennissen van Philippe Bodson, zoals Paul Buysse, Georges Jacobs, Jan Huyghebaert en Maurice Lippens, vervullen hoge functies in de Belgische ondernemingen. Bodson verloor in 1999 de entree tot de top na zijn conflict en liquidatie bij Tractebel. Is hij diep gekwetst over die deemstering? “Tja, de eerste tijd na Tractebel was pijnlijk. Maar ik ben twintig jaar de baas geweest van een grote onderneming, tien jaar bij Glaverbel en tien jaar bij Tractebel. Ik ben blij dat ik vrienden heb die chef zijn van een onderneming. Een aantal van hen is echter geen CEO meer, maar voorzitter van een raad van bestuur. Ik was zoals zij CEO, misschien zelfs langer dan de meesten van hen. Ik zal nooit meer voorzitter worden van een grote onderneming na de problemen met Suez. Ik heb zelf mijn leven gekozen en nam de risico’s die ik wilde bij Suez, in de Wetstraat en in Soedan, waar ik eenzaam met de jeep door de Afrikaanse hitte rijd ( lacht). Mijn vrienden hebben hun voorzitterschap, ik heb Afrika, dat is een ander evenwicht” (zie kader: Zwerven door de Afrikaanse woestijn).
Er zijn grote verschillen tussen Etienne Davignon en hem, bekent Philippe Bodson. “Hij is een fantastische onderhandelaar en ik ben een slechte onderhandelaar, zeer slecht. Ik ben beter in het bepalen van oogmerken dan in het onderhandelen om ze te bereiken. Ik kan een balans lezen, maar hij moest dat niet in detail kennen. De burggraaf is begonnen als diplomaat en zeer vaak – dat is niet negatief bedoeld – stelt een diplomaat bij een probleem de oplossing uit. In de industrie kan een probleem niet uitgesteld worden. Als er morgen een oorlog zou uitbreken en u kunt hem een maand uitstellen, dan boekt u grote winst en kan er misschien ondertussen toch vrede uit de onderhandelingen volgen. Wij hebben een andere sense of urgency, waarbij hij zou kunnen zeggen: Bodson mist geduld.”
Jongste rekruut bij McKinsey
Philippe Bodson werkte als beginneling vier jaar bij het adviesbedrijf McKinsey in Parijs, en dat heeft zijn hele loopbaan beïnvloed. McKinsey begon stapvoets in Europa en was in 1969 actief in Londen en Parijs. Bodson was de jongste rekruut van de 25 Parisiens, en de enige met een technische achtergrond. “Mijn loopbaan bij McKinsey is daardoor fors beïnvloed. Normaal bleef je vier à zes maanden bij een klant, maar tijdens mijn vier jaar heb ik slechts drie klanten geadviseerd: Wendel Sidelor, de nieuwe petrochemie voor de downstream-productie van bijvoorbeeld buizen in Algerije – ik leefde één jaar in Algiers – en de laatste twee jaar was ik aan de slag bij Renault in alle fabrieken ter wereld, ook in Vilvoorde. In Zuid-Amerika schreef ik het plan om de verschillende fabrieken te specialiseren.”
Nadien specialiseerde Philippe Bodson zich voor de Duitse privé-bank Daus in Amerika in de financiering van de gezondheidszorg, de prepaidhealthcare. “Ik kon bij Daus blijven in Amerika, het was 1977, maar ik wist – ik was tien jaar voordien afgestudeerd als ingenieur metaalkunde in Luik – dat ik dringend meer Belgische en Europese ervaring moest opbouwen.”
Problemen bij Glaverbel
Philippe Bodson, knap uiterlijk en met een vieve intelligentie, begon na Daus bij Glaverbel met zijn Belgische mediagenieke leven en werd een populair contact van de journalisten. BSN, de Franse eigenaar van Glaverbel, stond in het begin van de jaren tachtig in het midden van een totale verandering van existentie, identiteit en producten. BSN-topman Antoine Riboud was een glasman toen Bodson arriveerde bij Glaverbel, en eindigde als een man van de voedingsbranche. “Hij verkocht de glasfabrieken en kocht bier, zuivel en bronwater. BSN had twee grote divisies: glas, met daarbij flessen en vlakglas, en voeding. Tussen de twee divisies heerste een totale autonomie. Riboud en zijn chief financiel officer bespeelden het evenwicht en duwden BSN stapsgewijze naar de voeding. Ook tussen flessen en vlakglas bestond een scheiding, maar Parijs probeerde te coördineren en te arbitreren tussen de vlakglasfabrieken in België, Frankrijk en Duitsland. De Fransen zijn gedetermineerd door hun centralistische cultuur. Parijs is het allesoverheersende centrum van Frankrijk, en Parijs was dus ook het centrum van de vlakglasindustrie van BSN. Er waren daardoor grote spanningen tussen Flachglass in Duitsland, Boussois in Frankrijk en Glaverbel. Toen ik begon als afdelingshoofd van de spiegels en de nieuwe producten van Glaverbel, mochten de Belgen slechts voor 75.000 vierkante meter spiegels verkopen in Duitsland. Onze Duitse zuster fabriceerde ook spiegels en Parijs decreteerde: zoveel Duitse export voor Glaverbel en geen vierkante centimeter meer. Ik had problémen ( heft de handen exclamatorisch hoog). Glaverbel verkocht in België spiegels aan de grossiers en die wisten dat wij amper naar Duitsland konden. Zij voerden dan zelf uit naar Duitsland, waarop Flachglass jammerde: Bodson verkoopt zijn spiegels tegen lage prijzen zodat zijn grossiers die goedkoop kunnen afzetten bij ons. Enzovoort. Ik pleitte bij BSN: alstublieft, Glaverbel, Flachglass en Boussois zijn volwassen en groot genoeg, laten we met elkaar concurreren en we zullen zien wat er gebeurt. Dat was onmogelijk en er is ontzettend veel tijd verloren. Soit. Riboud heeft zijn glas verkocht aan het Japanse Asahi Glass tot mijn tevredenheid, want de Japanners dwongen Glaverbel niet om zijn Europese markt te delen met de zusterbedrijven. Vandaag is Glaverbel een van de grootste wereldproducenten van spiegels, met meer dan twee miljoen vierkante meter en honderdduizenden in Duitsland. Vanwege zijn uitgekiende investeringen. Als de ondernemingen groot worden en je wilt hen leiden vanuit één centrum, zakt het rendement en zoek je moeilijkheden. De Fransen konden niet anders dan centraliseren en dat blijft hun politieke erfzonde.”
Woedende brieven van ondernemers
België is een ongelooflijk taai land om iets in beweging te wrikken. Philippe Bodson was na drie jaar VBO (1987-1990) moe, zeer moe. Het verwondert hem niet dat Luc Vansteenkiste hartproblemen opliep door zijn stresserende voorzitterschap. “Ik kreeg bakken kritiek bij het VBO omdat ik – eind jaren tachtig was de economie florissanter dan in de jaren zeventig – publiek zei dat er ruimte was voor een financiële beloning van de werknemers. Voor onze geloofwaardigheid als bedrijfsleiders was het belangrijk dat de medewerkers genoten van de economische heropleving. Als het beter gaat, mag iedereen meegenieten. Ik ontving woedende brieven van talrijke ondernemers en heb slechts een beetje gelijk gehaald.”
België met twee voeten in het graf
De parlementaire democratie is het beste systeem, maar veel – zo niet alles – hangt af van de vorm van het verkiezingsstelsel, meent ex-senator Bodson (MR). “Als je werkt met grote kiesarrondissementen en de stemmen worden proportioneel verdeeld, dan groeit de particratie organisch en automatisch. De partijen beslissen over de volgorde op de lijsten, over de coalities nadien, dus politologisch zit de macht bij de partijtop. Dat is het Belgische systeem. Als je werkt met kleine kiesarrondissementen en de kandidaat met de meeste stemmen wint, is de particratie veel zwakker. Dat is het Britse systeem. Als we geen particratie willen in België, moeten wij het kiesstelsel veranderen. Ik heb dat pas geleerd door in de Senaat te zetelen. In België zijn er voorstanders van een Brits stelsel, maar – een grote maar – wij hebben de twee gemeenschappen. Veel mensen vrezen, vooral zij die gehecht zijn aan België, dat er twee verschillende meerderheden zullen ontstaan in Wallonië en Vlaanderen. Vandaag is dat gecamoufleerd omdat iedereen zowel federaal als regionaal werkt met coalitieregeringen die de polarisering afstompen of verstoppen. Als er een duidelijke liberale of christen-democratische meerderheid is in Vlaanderen en een socialistische in Wallonië, staat België met twee voeten in het graf.”
Frans Crols
“Ik zal nooit meer voorzitter worden van een grote onderneming na de problemen met Suez.”
“Ik kreeg bakken kritiek bij het VBO, omdat ik publiek zei dat er ruimte was voor een financiële beloning van de werknemers.”
“Als er een duidelijke liberale of christen-democratische meerderheid is in Vlaanderen en een socialistische in Wallonië, staat België met twee voeten in het graf.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier