Obama’s dipjaar
Het nieuwe van Barack Obama is verdwenen. De Amerikanen geven hun president de schuld van de slechte tijden.
Toen ze eind 2008 een zwarte man naar het Witte Huis zonden, voerden de Amerikanen een van de meest opmerkelijke rebranding-operaties uit in de geschiedenis van hun land. Het volgende jaar wordt echter miserabel voor Barack Obama, niet alleen wegens de ijzeren wet van gewenning. Zijn tweede jaar legt de zwakte bloot van de politieke coalitie die hem verkoos, de omvang van de moeilijkheden die hij erfde, de koppige weerstand van de Amerikanen tegen plotse veranderingen en hun aanhoudende verknochtheid aan de droom van beperkte overheidsinmenging en persoonlijk initiatief.
De nieuwigheid van Obama’s huidskleur en stijl waren er snel af, al tijdens het eerste jaar. De approval ratings van 70 procent die hij begin 2009 genoot, vielen tegen het einde van de zomer al terug op om en bij 50 procent, zowat het gemiddelde voor presidenten na hun eerste acht maanden. Dat dit zo snel gebeurde nadat hij een aantal beslissende bluswerken had geleid – de budgettaire stimuli, de herstructurering van de autoconstructeurs in Detroit – lijkt aan te tonen dat de kiezers in 2010 niet geneigd zijn hem te bedanken voor het afwenden van een depressie die er niet kwam.
Waarschijnlijker is dat ze hem de schuld geven voor de recessie die er wél kwam. De meeste Amerikanen hebben dan ook geen goed gevoel bij de vooruitzichten. De jobs blijven schaars, de belastingen stijgen, ondanks Obama’s overhaaste belofte om ze voor de middenklasse niet te verhogen en het begrotingstekort schiet op een onhoudbare baan verder naar de hemel.
In 2010 kan Obama bovendien niet meer terugvallen op het excuus dat al die zaken buiten zijn controle gebeurden. Gezien de omvang van de crisis die hij erfde, had hij kunnen beslissen om zich tijdens het hele eerste jaar van zijn ambtstermijn doelbewust toe te spitsen op het economische herstel. In plaats daarvan nam hij het moedige – of roekeloze – besluit om voor meer te gaan.
Brede lagen van het kiespubliek steunden weliswaar Obama’s oproep voor een omvangrijke hervorming van de gezondheidszorg en voor wetgeving om de opwarming van de aarde aan te pakken. Maar in 2010 zijn veel van die getrouwen teleurgesteld over de zwakke wetgeving omdat ze een stoutmoedige verandering verwachtten. Anderen zullen zeggen dat het hoe dan ook een vergissing was om een dure hervorming in gang te zetten in tijden van acute economische crisis. Daar komt voor Obama nog bij dat de meeste kiezers in 2010 de prijs van de veranderingen in de gezondheidszorg en de energie voelen, maar nog niet van de voordelen op lange termijn kunnen genieten.
Verandering valt tegen
Dat wijst op nog een ander kwetsbaar punt. De coalitie die Obama in 2008 rond het aantrekkelijke, maar dubbelzinnige change schaarde, versplintert. De meest ideologisch geïnspireerde leden van die coalitie zijn nu al misnoegd over ‘daden van verraad’, zoals het gebrek aan initiatief in kwesties als het homohuwelijk en bij beleidsmaatregelen zoals het blijven vasthouden van vermoedelijke terroristen zonder proces. Teleurgestelde kiezers zullen dan ook thuisblijven bij de deeltijdse parlementsverkiezingen in november. Bij die thuisblijvers bevinden zich vooral zwarten en jongeren die in 2008 voor het eerst naar de stembus trokken omdat ze enthousiast waren over zijn persoonlijkheid. Velen vinden dat ze al genoeg deden door Obama naar het Witte Huis te sturen. Ze zijn nauwelijks geboeid door het politieke gehakketak over de handel in emissierechten en de wetgeving voor de gezondheidszorg, waarom zouden ze dan nog een keer opkomen voor een verkiezing waarin Obama’s eigen job zelfs niet op het spel staat?
Omdat de linkerzijde erover klaagt dat Obama vanuit het centrum regeert, kan je verwachten dat de zelfverklaarde onafhankelijke kiezers die Obama in 2008 steunden, bij de tussentijdse verkiezingen weer de kaart van de Democraten trekken.
Maar een deel van die onafhankelijken voelt zich al even bedrogen door Obama als de linkerzijde. De Republikeinse boodschap dat Obama de grootste uitbreiding van het overheidsapparaat in decennia in gang zette en dat hij niets deed om de ergste activisten en protectionisten binnen de Democratische Partij op Capitol Hill in te tomen, zal aan gewicht winnen. Een groot deel van de Amerikanen in het politieke centrum is woedend over het spektakel dat Wall Street gered wordt terwijl zoveel doodgewone Amerikanen hun baan, hun huis en hun pensioen verliezen. De moeilijke tijden die in 2010 nog wachten, zorgen ervoor dat die woede niet snel bekoelt.
Op het wereldtoneel vindt Obama nauwelijks meer troost. Wat ook zijn langetermijnbeslissingen over Irak en Afghanistan mogen zijn, de Amerikaanse strijdkrachten lijden in 2010 nog altijd verliezen in beide landen. Het wordt voor de mensen steeds duidelijker dat Amerika zijn status als enige supermogendheid in de wereld en als onbetwiste topnatie dreigt te verliezen naarmate zijn economische macht taant. Dat is onlosmakelijk verbonden met de opkomst van Aziatische mogendheden, maar dat weerhoudt de kiezers er niet van om de man van het Witte Huis de schuld te geven.
Beproeving, maar geen ramp
Het resultaat van de tussentijdse verkiezingen in november toont aan dat zelfs een uitzonderlijke economische crisis de meeste Amerikanen niet kan afbrengen van hun geloof in de vrije markt en zo weinig mogelijk overheidsinmenging. Het gevoel dat Obama te ver naar links neigt, kost de democraten een heleboel zetels. De Senaat blijft weliswaar buiten het bereik van de Republikeinen, maar ze zouden best wel eens de controle over het Huis van Afgevaardigden kunnen veroveren. Niet minder dan 84 Democratische zitjes in het Lagerhuis staan voor districten die in 2004 door George Bush of in 2008 door senator McCain werden binnengehaald. Die zouden nu weer Republikeins kunnen worden.
Een miserabel 2010 betekent niet noodzakelijk dat Obama in 2012 niet herverkozen raakt of dat zijn presidentschap een mislukking wordt. Andere presidenten, onder wie Ronald Reagan en Bill Clinton, slaagden erin om na een ellendig tweede jaar en tegenslagen bij de tussentijdse verkiezingen er weer bovenop te komen. Toch wordt het komende jaar een beproeving voor de al niet meer zo nieuwe president van Amerika.
DE AUTEUR IS BUREAUCHEF WASHINGTON VAN THE ECONOMIST.
y Door Peter David/illustratie: Daan Rosseels
2010
De kiezers lijken niet geneigd Obama
te bedanken om een depressie af te wenden die er niet kwam.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier