Obama is geen messias

Barack Obama krijgt een unieke kans om plaats te nemen in het rijtje van historische Amerikaanse presidenten. De verwachtingen zijn hoog, maar Obama’s macht en middelen zijn beperkt.

Presidenten die in volle crisis aan de macht komen, krijgen een unieke kans om voor decennia hun stempel te drukken op het economische beleid. Franklin Roosevelt deed het in de jaren dertig met zijn New Deal, Reagan introduceerde in de jaren tachtig de Reaganomics. En nu is het de beurt aan Barack Obama om een nieuwe economische koers uit te stippelen. De vraag is: can he?

Want de puinhoop is niet min. De VS worstelen met de ergste financiële en bancaire crisis sinds de jaren dertig, en gaan door de zwaarste recessie in decennia. Honderdduizenden Amerikanen verliezen hun huis en/of hun job. Er is geen handleiding om deze crisis te bezweren. Bovendien zijn de politieke macht en de financiële middelen van Obama beperkt.

De nieuwe president kan wel terugvallen op zijn charisma en overtuigingskracht, en wordt daarom ook wel eens vergeleken met John F. Kennedy. Maar het wedervaren van illustere voorgangers legt enkele valkuilen bloot, die Obama niet allemaal zal kunnen ontwijken.

Obama is Roosevelt

Franklin Roosevelt begon zijn ambtstermijn in nog veel grotere ellende dan Obama. Er woedde een zware bankcrisis in de VS, en de Grote Depressie diepte zich uit: “Roosevelt greep in door ‘bankholidays’ af te kondigen. Dat gaf de overheid de tijd om een onderscheid te maken tussen de goede en de slechte banken. Dat is vandaag ook het probleem. Banken weten niet welke andere banken solvabel zijn en welke niet. Dat verlamt het banksysteem en de kredietverlening”, zegt Erik Buyst, professor economische geschiedenis aan de KU Leuven.

Obama wacht dus de delicate taak om de zieke banken uit het systeem te verwijderen, zonder het systeem zelf onderuit te halen. Gelukkig kan hij rekenen op Ben Bernanke als gids. De voorzitter van de Amerikaanse centrale bank is immers een kenner van de Grote Depressie. Daarnaast wordt van Obama’s team verwacht dat hij het financiële systeem grondig hervormt, zoals Roosevelt dat ook in de jaren dertig deed via de oprichting van de SEC (de Amerikaanse financiële toezichthouder) en een depositogarantie. Het grote verschil met vandaag is dat de financiële markten nu globaal opereren, en dat er dus nu een globaal toezicht nodig is. Dat wordt een van de topprioriteiten op de top van de G20 deze week. Het wordt het feitelijke debuut van Obama in de internationale politiek.

Franklin Roosevelt is ook bekend om zijn New Deal, die via de uitbouw van een sociaal vangnet en overheidsinvesteringen de economie nieuw leven inblies. Erik Buyst: “Obama heeft ook een soort van New Deal beloofd. Obama wil bijvoorbeeld de ziekteverzekering voor meer Amerikanen toegankelijk maken. Maar Roosevelts plannen botsten aanvankelijk op weerstand van het Grondwettelijk Hof. De macht van de president is beperkt, en Roosevelt kreeg zijn New Deal pas tijdens een tweede ambtstermijn op de rails, nadat hij enkele toprechters had kunnen benoemen.”

Een groot verschil tussen Obama en Roosevelt wordt het begrotingsbeleid. Bleef Roosevelt nog relatief orthodox en schuwde hij grote tekorten, dan zal Obama zich moeten ontpoppen tot een deficit spender. Op dat vlak is Obama te vergelijken met Reagan, al verschillen de Obamanomics grondig van de Reaganomics.

Obama is Ronald Reagan

Ook Ronald Reagan kwam aan de macht tijdens een diepe recessie. Het keynesiaans geïnspireerde overheidsingrijpen van de jaren zeventig was ontspoord en had stagflatie gebaard. Reagan bracht ‘change’ via deregulering en belastingverlagingen. Maar was de overheid voor Reagan een deel van het probleem, dan wordt ze vandaag gezien als een deel van de oplossing.

Het begrotingsresultaat wordt echter hetzelfde. Reagan maakte een put door de belastingen gevoelig te verlagen en meer uit te geven aan defensie, Obama draait de geldkraan open via meer bestedingen. Hij erft het plan-Paulson dat minstens 700 miljard dollar vrijmaakt voor de banksector, en er komen snel nog meer fiscale plannen om de economie te stimuleren, en de gezinnen te helpen om hun hypotheek af te lossen. Dat zal opnieuw honderden miljarden dollars kosten. Die stimuli zijn echter meer dan welkom omdat de Amerikaanse consument de handdoek in de ring heeft gegooid. Het model van schuldgedreven consumptiegroei ligt aan scherven, en veroordeelt de Amerikaanse economie tot een recessie. Om erger te voorkomen moet de overheid inspringen als spender of last resort, zeker ook omdat Ben Bernanke nauwelijks nog conventionele munitie over heeft om de economie te stimuleren.

“Maar Obama heeft minder marge dan Reagan had”, waarschuwt Erik Buyst. “Reagan vertrok met een licht tekort, terwijl Obama moet beginnen met een tekort dat al drie tot vier procent van het bbp bedraagt.” In 2009 komt Obama mogelijk tot 1000 miljard dollar (of ruim zes procent van het bbp) tekort voor een begroting in evenwicht. Dat is gigantisch, want Obama kan slechts werken met een federaal budget ter waarde van twintig procent van het bbp. Voor elke 20 dollar die hij uitgeeft, komt hij er volgend jaar dus 6 tekort. De Amerikaanse staatsschuld is ook al opgelopen tot vijftig procent van het bbp, en is op de koop toe grotendeels in het buitenland te (her)financieren. Obama kan troost putten uit de gedachte dat zodra de economie herneemt, ook het Amerikaanse budget vrij snel spectaculair verbetert.

Obama is JFK

Met Reagan, maar ook en vooral met Kennedy, heeft Obama charisma en uitstraling gemeen. Erik Buyst wijst op de valkuilen: “Ook Kennedy was een stoort van halve messias, maar op het terrein bracht hij er vrij weinig van terecht. Dat lag ook aan Kennedy zelf. Als man van de intellectuele elite kwam hij arrogant over in het Congres. Dat is een fout die Obama niet mag maken. Enkel het drama van de moord op Kennedy maakte het voor zijn opvolger Lyndon Johnson mogelijk om veel van Kennedy’s voorstellen toch nog door het Congres te krijgen. Vergeet niet dat er veel minder partijtucht is in de VS. Je moet er de Congresleden individueel overtuigen, en ook de Democratische partij is verdeeld in verschillende fracties. Obama zal het prestige van zijn ruime overwinning hard nodig hebben.”

Een van de kernpunten van Obama-nomics wordt een grondige fiscale hervorming: een belastingverhoging voor de rijkere lagen van de bevolking, en een belastingverlaging voor de armere lagen. Dat zou een fundamentele breuk zijn met het verleden, want al sinds de jaren zeventig stijgt de inkomensongelijkheid in de VS, met een versnelling onder beide regeringen Bush (zie grafiek: Toenemende inkomensongelijkheid in de VS). De tien procent hoogste gezinsinkomens hebben een jaarinkomen van 93.000 dollar, de tien procent armste gezinnen moeten het doen met 5800 dollar per jaar. Ook de sociale mobiliteit is bijzonder laag. Als Obama zegt “Change has come to America”, hopen velen dat hij een rechtvaardigere inkomensverdeling bedoelt. Het is trouwens de toevloed van buitenlands kapitaal naar dit ontwikkelingsland in de VS, dat de voedingsbodem was voor de kredietcrisis.

Het wordt voor Obama niet eenvoudig om zijn plannen te realiseren. Erik Buyst:”In de VS heeft het Congres de macht over de financiën. De leden kunnen een president maken of kraken. Het is afwachten of Obama zijn plannen relatief ongeschonden door het Congres krijgt.”(T)

Door Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content