NV Hogeschool

Een “omzetcijfer” van 2,1 miljard frank, 74 miljoen frank “winst”, 1500 jobs, 8978 klanten en toch niet in de Trends Top 30.000 : de nv Hogeschool Gent.

“We moeten ons wapenen tegen de Europese en internationale concurrentie. De Nederlanders zijn hét referentiepunt. Als je ziet hoe die de markt bewerken. Nu krijgen ze 60 % van hun middelen van de overheid ; de overige 40 % boeken ze zelf. Binnenkort is die verhouding precies omgekeerd.”

Algemeen directeur Guy Aelterman (46j.), doctor in de Landbouwwetenschappen en algemeen directeur van de Hogeschool Gent ( nvdr. met 8978 studenten de derde grootste onderwijsinstelling van Vlaanderen, na de KU Leuven en de Universiteit Gent) weet hoe zijn school in de toekomst zal moeten worden gerund. Als een bedrijf. “Niemand zegt het. Alleen : we weten het. De feiten verplichten ons ertoe.”

Guy Maes (57j.), licentiaat in de Pedagogie en de Psychologie uit Tervuren en binnen de Hogeschool Gent Sectorhoofd onderwijs, onderzoek en dienstverlening, treedt Aelterman bij : “We zijn een dienstenbedrijf. Onze klant, onze consument, is de student. En die wil één zaak : waar voor zijn geld.”

NIEUWE KOERS.

Sinds Onderwijsminister Luc Van den Bossche ( SP) er zijn Hogeschooldecreet door kreeg, vaart het Vlaamse niet-universitair hoger onderwijs ( Hobu) een nieuwe koers. De zowat 160 vroegere instellingen fuseerden tot 29 autonome hogescholen. “Elke school moet nu op eigen benen staan,” lacht Gentenaar Jos Terwecoren (46j.), vroeger directeur van de Brusselse economische hogeschool Erasmus, nu financieel directeur van de Hogeschool Gent. “Elke hogeschool ontvangt een totaal-enveloppe van de overheid. Daarmee moeten we het rooien. We weten goed dat de overheidshand nooit meer voller zal geraken, de totale Hobu-enveloppe blijft vast. Onze kosten moeten omlaag. Ons “product”, het onderwijs, en vooral de afgestudeerde, moeten intussen kwalitatief in waarde stijgen.”

Terwecoren legt op 29 mei eerstkomend zijn beginbalans 1996 voor aan de raad van bestuur, die wordt voorgezeten door bankier Frans Verheeke van de VDK ( Volksdepositokas).

In 1996 voorziet Terwecoren 74 miljoen boekhoudkundig resultaat, (winst) op 2,1 miljard frank “omzet” : 1,85 miljard overheidsgeld, 90 miljoen inschrijvingsgeld, 100 miljoen uit dienstverlening, 30 miljoen subsidies voor de sociale sector én 30 miljoen frank omzet uit catering. In 1996 investeert de Hogeschool 79 miljoen frank eigen middelen én nog eens 70 miljoen van de Vlaamse overheid. Het positieve resultaat wordt, onder meer, bekomen door een realistische kostprijsberekening, de verkoop van patrimonium ( nvdr. de vroegere Gentse Stedelijke Acadamie voor Schone Kunsten wordt verkocht), verhoopte vrijwillige pensioneringen én beleggingsopbrengsten. Zegt Terwecoren : “Het decreet voorzag 18 miljard frank voor 29 hogescholen. De Hogeschool Gent, een fusie van 13 scholen tot 11 departementen, krijgt één tiende van dat budget. Die 1,8 miljard frank bestaat uit 1,540 miljard begrote loonkosten ; de rest is werkingskrediet. De overheid betaalt de lonen ; zij reduceert zich tot sociaal secretariaat, een doorgeefluik ; de werkingsmiddelen ontvangen we verspreid over het jaar. En ja, die worden optimaal belegd. Momenteel realiseren we maandelijks 600.000 frank aan opbrengsten uit interesten. Bevriende banken zijn geschiedenis. Een openbare aanbesteding bepaalt morgen wie ons geld mag beheren.”

“Meer studenten betekent niet langer automatisch meer personeel én meer centen,” weet Guy Maes. “Zelfs met 10 % meer studenten, zouden we geen frank méér zien. Wel meer inschrijvingsgeld, maar dat moet, decretaal, naar studentenvoorzieningen.”

PERSONEELSLAST INKRIMPEN.

Het meeste geld gaat, ook in ’96, naar personeel. De Hogeschool Gent spendeert maximaal 85 % van het totaalbudget aan haar personeel en hoefde dus geen saneringsplan op te maken. De directie wil het aandeel van de personeelslast op termijn naar 75 % à 80 % ; een cijfer dat de autonome Universiteit Gent haalde in 4 jaar. Zegt Guy Maes : “Vlaanderen telt gemiddeld 1 personeelslid per 10 studenten. Diverse hogescholen besteden tot 90 % van de “omzet” aan personeel. Onze school telt 1500 koppen, goed voor 850 fulltime onderwijsjobs en 200 fulltime administratieve en technische banen. In 1996 bespaarden we 75 miljoen op personeel. Ook in de toekomst zullen we minimalistisch vervangen.”

“Decretaal mag elke hogeschool maximaal 64 % vastbenoemden tellen ; wij halen 70 %. Dat moet dus naar beneden. Zo simpel is dat,” stelt Aelterman. “We vangen dat op met tijdelijken ( nvdr. 13 % duurder dan vaste personeelsleden, maar jong en dus actief tegen lagere weddeschalen) én het aantrekken van flexibele gastprofessoren.”

De leeftijdspiramide van het onderwijzend personeel van de Hogeschool openbaart : de gemiddelde leeftijd is 47,5 jaar. Negenenveertig zijn 60-plussers. “Zij kunnen op pensioen,” weet Guy Maes. “Elke afvloeiing is winst.” Jonge docenten zijn er amper : 75 tussen 22 en 30 jaar. “Deze krachten moeten behouden blijven om vergrijzing tegen te gaan,” bekent Guy Maes.

NIEUWE MARKTEN.

“De grote vervanging gebeurt binnen tien tot vijftien jaar.” De grote verandering moet echter nu plaatsvinden. “Ik refereer weer aan Nederland,” stelt Aelterman. “Daar slagen alleen de multisectorale hogescholen erin te overleven. Aanvankelijk werd driekwart geleid door externe managers, vandaag geen enkele meer. Externe managers hebben geen kaas gegeten van het product onderwijs. Wij moeten onderwijsmanagers zijn, geen boekhouders. En we zullen dat zijn.”

“We moeten weer naar de core business,” meent Guy Maes. “Wij zijn dé onderwijsspecialisten. Punt uit. We zijn er voor de traditionele klant, de student én we moeten nieuwe onderwijsmarkten aanboren.”

Terwecoren vertaalt deze filosofie in cijfers : “In 1996 ontvangen we 300 miljoen werkingsmiddelen ; zelf halen we een extra 100 miljoen op via opdrachten voor derden.” Hoe ? Via dienstverlening. Aan de Gentse universiteit en de VU Brussel worden leerkrachten uitgeleend, Bayer beschikt op de Hogeschool over een eigen labo en 5 leerkrachten.

“Bayer betaalt de reële kostprijs, onze docenten verwerven expertise, de studenten werken in concrete projecten,” verduidelijkt Aelterman. Nog in Gent ontwikkelen docenten én studenten prototypes voor de kunststoffenindustrie en op de Aalsterse hogeschoolcampus wordt onderhandeld over het onderwijzen van medewerkers van Electrabel en het lokale OCMW-ziekenhuis. ” Contractonderwijs tegen de werkelijke kostprijs van docenten, lokalen én opleiding,” decreteert Terwecoren. “Dit soort initiatieven wordt de opdracht van alle departementen,” bevestigt Aelterman. “Er zijn mogelijkheden, alleen zien sommigen ze nog niet.”

“Een vzw, verbonden aan het Gentse Conservatorium, een departement van de Hogeschool, organiseert concerten,” springt Guy Maes bij. “Het departement industriële wetenschappen verricht toegepast wetenschappelijk onderzoek voor bedrijven ; goed voor 100 miljoen in 1996.”

CUMULATIE.

“We moeten terug naar het onderwijs,” concludeert Aelterman. “Elk personeelslid moet straks de missie van de Hogeschool erkennen. Taken die niets met onderwijs te maken hebben, moeten eruit. De sociale sector en de maaltijden doen we samen met de Gentse universiteit. Een onderzoek van Antwerpse collega’s toonde bovendien aan dat de privé het niet goedkoper kan. We denken eraan het centraal magazijn, de aankoopdienst, uit te besteden. Onze chemische producten worden just-in-time geleverd. Een voorraad kost. De centrale administratieve diensten van de Gentse universiteit tellen 250 mensen voor 20.000 studenten ; wij doen het met 40 voor 8978. De Hogeschool is een bedrijf met 1500 mensen, ontstaan uit 13 firma’s. We snijden het vet weg, maar krijgen ook nieuwe mogelijkheden. Vandaag kunnen we denken aan de uitbouw van een dienst studieadvies, aan internationale projecten, aan onderzoek, aan navorming. Op 1500 personeelsleden zijn er voldoende met capaciteiten. We moeten af van de vooroordelen. In het onderwijs wordt gewerkt. De prikklok die vroeger in onze chemie-afdeling hing, bewees dat de meeste docenten ruim 38 uren actief zijn. Toen ik onlangs naar onze minister belde, was hij op krokusvakantie. Ik was aan het werk. Staatssecretaris Reginald Moreels ( CVP) en minister Miet Smet ( CVP) willen buitenlandse stages voor jonge werklozen ? Wij exporteren al jaren deskundigheid. Het bedrijfsleven vraagt erom. Onze ingenieurs gaan naar Amylum in Amiens. Een student bedrijfskunde schreef de software voor de Kroatische staatsradio, studenten Tropische Landbouw lopen stage in Sri Lanka, China, Vietnam en Maleisië. Wat wil Moreels nog meer ?”

“De schaalvergroting heeft enorm veel voordelen,” springt Maes Aelterman bij. “We tellen 11 departementen en 90 afstudeerrichtingen. Deze multi-sectoraliteit komt elkeen ten goede. Ook hier noteren we 40 % mislukkingen in het eerste jaar ; via een dienst studieadvies is dat op te vangen ; al van in het begin van het schooljaar. Vooral de opleidingen van het korte type, nu bestempeld als de 1-cyclus-opleidingen, zoals de pedagogische, de sociale en de paramedische, zullen een kwalitatieve upgrading kennen.”

“Deze 1-cyclus-opleidingen, vroeger te vaak een verlengstuk van het secundair onderwijs, zijn nu een wezenlijk onderdeel van de Hogeschool. Dat eist een mentaliteitsverandering ; bij docenten én studenten,” bevestigt Aelterman.

Ook die merendeels “zachte” sectoren moeten “de markt” op. “Heel wat docenten hadden cumulatie-activiteiten,” weet Aelterman. “Ze stonden in het onderwijs én hadden een architectenbureau, ze gaven les én deden aan psychologische begeleiding, ze onderwezen én deden aan bijscholing. Kortom, ze bewijzen dat er een markt is voor hun departement. De departementen moeten eigen inkomsten verwerven ; de opbrengst zal grotendeels naar hen gaan.”

Want, ook al weet Guy Maes dat de beste incentives de psychologische zijn, toch beslist de raad van bestuur ergens in juni over een ware revolutie in de onderwijswereld : mandaatvergoedingen, voorzien in het decreet, en premies. Verduidelijkt Aelterman : “Wie verantwoordelijkheid neemt in het onderwijs, zal daar nu ook voor worden vergoed.” Verbetert Terwecoren : “Wie verantwoordelijkheid neemt, kan worden vergoed. Het is een decretale mogelijkheid, geen recht.”

RON HERMANS

GUY AELTERMAN (HOGESCHOOL GENT) Een school moet gerund worden als een bedrijf, ook al zegt niemand dat.

JOS TERWECOREN (HOGESCHOOL GENT) Cumulerende docenten bewijzen dat er toekomst is voor een school als dienstenbedrijf.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content