Nu ook voor bos en dal

De X5 was de eerste SUV in het gamma van BMW. De wagen was een succes. Van de eerste generatie, die bestond van 2000 tot 2006, werden er wereldwijd net geen 620.000 verkocht. Generatie 2, van 2006 tot 2013, was goed voor bijna 730.000 auto’s. En de derde generatie, van 2014 tot 2018, haalde zelfs 760.000 exemplaren. Maar vandaag is de concurrentie in het segment van de luxueuze SUV genadeloos. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat BMW met de vierde generatie alweer een stap verder gaat.

Zo is de nieuwe X5 de eerste BMW met een volwaardig offroadpakket: hij is voorzien van beschermingspanelen aan de onderkant van de voor- en de achterzijde, van luchtvering en van elektronisch sperdifferentieel achteraan. Op het digitale instrumentenbord verschijnen speciale graphics en een control display, om dat allemaal in goede banen te leiden. Met de keuzeknop in de middenconsole kunt u rijmodi kiezen, maar ook de ideale rijhoogte instellen, de reactie van het gaspedaal bepalen en de mate waarin het DSC-systeem (stabiliteitscontrole) ingrijpt, en dat voor allerlei types ondergrond, zoals zand, rotsen, gravel en sneeuw.

We testten het uit in een bos met bijzonder taaie hellingen en stelden vast dat de X5 behoorlijk wat hindernissen overwint. Natuurlijk zal maar een kleine minderheid van de X5-klanten daar gebruik van maken, maar voor BMW is dit uiteraard een prestigekwestie. In Beieren kunnen ze nu terecht zeggen: “Ook wij kunnen nu door dal en bos, modder en water.” Lees tussen de regels: daar heb je nu dus geen Range Rover meer voor nodig.

Op gewone wegen, de echte biotoop van de X5, blijkt deze alweer gegroeide SUV (+3,6 cm) comfortabeler dan ooit, dankzij een adaptieve demping die standaard is (luchtvering is een optie). De meesturende achteras zorgt dan weer voor meer handzaamheid. De sportiefste van de familie is de X5 natuurlijk niet, maar zijn benzinemotor met twinscroll-turbo, een zescilinder, is niet vies van hoge toeren. Hij is tegelijk bijzonder soepel in de lagere toeren, want hij levert zijn maximale koppel al bij 1500 omwentelingen en kan het daarna aanhouden tot bij 5200 toeren. Voor dieselrijders zijn er twee versies van de zescilinder van drie liter: de 30 d van 265 pk (68.950 euro) en de M50 d van 400 pk (93.200 euro).