Nog twee jaar ruziemaken
Minister Rik Daems wil de Belgische regelgever in de telecomsector pas in 2002 onafhankelijker maken. Vraag is of de telecommarkt nog twee jaar kan leven met het prijskaartje van de disputen tussen kabinet en BIPT.
Sinds de inwoners van Leuven hem niet tot burgemeester hebben verkozen, is er een opmerking waar federaal minister Rik Daems ( VLD) het steeds moeilijker mee heeft: die over zijn ‘dubbele petje’. Enerzijds is Rik Daems verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de branche, anderzijds moet hij de resterende 50% (plus één aandeel) van de staat in Belgacom weten te valoriseren. Uit alle hoeken klinken verwijten: in zijn typische stijl zou Daems de liberalisering van de telecommunicatie afremmen om de sterkste operator op de Belgische markt beter te kunnen verkopen. Een taak die er niet gemakkelijker op geworden is, nu blijkt dat SBC, de privé-hoofdaandeelhouder van de begeerde ‘bruid’, niet de verwachte belangstelling opbrengt.
Daems verzet zich tegen alle aantijgingen: “Ik kan toch niets méér doen dan de maatregelen opsommen die ik een jaar geleden genomen heb om de concurrentie te stimuleren.” Aan al wie het horen wil, voegt hij daar nog aan toe: “In mijn kabinet heb ik een muur laten optrekken tussen de regulatoire dossiers en die met betrekking tot Belgacom.” Hij zou er nog subtiel aan toe kunnen voegen dat wie Belgacom overneemt, nogal naïef zou zijn als hij vóór zijn definitieve beslissing niet eerst poolshoogte nam van de situatie op de markt, met name van de graad van liberalisering.
Alleen heeft Daems de voorbije maanden heel veel aandacht op zichzelf en zijn kabinet gevestigd. En wie van dichtbij toekijkt, ziet een organisatie met veel barsten en sporen van een “napoleontisch” beheer, zoals insiders het noemen. Eén ding is duidelijk: Rik Daems heeft zich niet kunnen omringen met mensen die over voldoende inzicht, ervaring en bevoegdheid beschikken. Hij begrijpt niet dat zijn “impact van de communicatie” – een term die ook door zijn medewerkers gebruikt wordt, zelfs in het bijzijn van verbijsterde telecomoperatoren – niet zwaarder weegt op de langetermijnbalans dan een grondig voorbereid dossier. Bovendien kon Daems onder zijn jonge en ambitieuze medewerkers geen klimaat scheppen dat een goede informatiedoorstroming bevordert. Al was het maar om te vermijden dat de markt tegelijk een signaal A én een signaal B ontvangt over dossiers waarvan – toegegeven – de complexiteit almaar toeneemt.
Ingehouden woede
Het groeiende aantal uitlatingen van ‘alternatieve operatoren’ over de dubbele rol van Daems en de vertraging van de dossiers die hen aanbelangen, werkt Daems behoorlijk op de zenuwen. Ongeveer drie weken geleden heeft hij dan ook de hele sector rond de tafel geroepen om de gemoederen te bedaren. De “règle-menteur” (regelgever-leugenaar), zoals hij aan Franstalige kant in de sector wordt genoemd, tracht iedereen ervan te overtuigen dat hij in één jaar tijd het grootste deel van de erfenis die Elio di Rupo (PS) naliet, weggewerkt heeft. “In die tijd had Di Rupo heel veel belangstelling voor Belgacom,” voegt hij daar nog aan toe. Klopt, maar privé sprak Di Rupo niet over de ex- RTT alsof het zijn eigendom was.
Daems’ uitnodiging heeft niets uitgehaald. Versatel liet algauw weten niet aanwezig te zullen zijn. “Jammer,” vond Daems. “Ze hadden kunnen vaststellen hoe wij de tarieven van interconnectie verlaagd hebben.” Dat was ook zo, maar wel met drie weken vertraging. Bovendien zonder letterlijk het advies te volgen van de zogenaamd onafhankelijke administratie die verantwoordelijk is voor de verificatie van de tarieven. Enkele dagen na de ontmoeting verklaarden operatoren, die er toch naartoe waren gegaan, dat “de monoloog niemand tot bedaren zou brengen”. (Anderen waren positiever. Gedelegeerd bestuurder Michel De Coster van Colt Telecom – die voordien “wanhopig” was over het beleid van Rik Daems – zei dat de vergadering “toch een grote stap voorwaarts” was, “maar we mogen onze aandacht niet laten verslappen.”)
De muren groeien
De telecommunicatiesector is uiteraard geen kalm kaartersclubje. En de alternatieve operatoren zijn geen koorknapen. Nu ze eenmaal op de markt zijn, willen ze er blijven, groeien én hun eigen belangen verdedigen, naast het oppermachtige Belgacom. Dat neemt niet weg dat de vergeefse overlegpoging van Rik Daems symptomatisch is voor het heersende humeur in de sector. Men heeft er duidelijk de buik van vol.
Daems is inderdaad omgeven door hoge muren. Niet alleen muren die hij zelf heeft willen optrekken. De belangrijkste en volgens de operatoren meest storende is de muur tussen het kabinet van de minister en het Belgisch Instituut voor Post en Telecommunicatie. De BIPT is een parastataal instituut van het type A dat – onder voogdij van Rik Daems – verondersteld wordt de verscheidene telecomoperatoren in België in juiste banen te leiden. Het heeft drie opdrachten: reglementaire teksten opstellen, hun toepassing controleren, en de frequenties beheren. Een dialoog met het ministerie is er niet. “Het is oorlog,” zegt een bron, zonder veel te overdrijven. Samen met een aantal experts vindt men het “absoluut hallucinant hoe het gesteld is met het regelgevende proces in België. Vooral op het juridische vlak. We stevenen niet af op een muur, we zitten er al volop in.”
In deze oorlog speelt nóg een bijkomende factor een rol. Het is een publiek geheim dat Rik Daems en Guy Verhofstadt niet meteen beste maatjes zijn sinds de jongste verkiezingen voor het voorzitterschap van de VLD. Sommige operatoren proberen van die spanningen gebruik te maken om de premier zo ver te drijven dat hij tussenkomt en Daems binnen de regering (die toch al een aantal van zijn projecten heeft gedwarsboomd) nog verder isoleert. “Hiermee kunnen we druk uitoefenen als de heer Daems dit circus voortzet,” vertelt een lobbyman van een alternatieve operator.
De marktlijders
Hij en zijn confraters hebben, tenminste een tijdje, van de situatie geprofiteerd om beide loopgraven tegelijk te bestormen. Intussen hebben ze ontmoedigd de strijdbijl begraven. De beloftes die beide kampen deden – met het oog op de gunsten van een markt die ze niet meer kunnen volgen – werden niet nagekomen. De zucht naar consensus, slagen onder de gordel en allerlei kortsluitingen waren schering en inslag. De guerrilla tussen het BIPT en het kabinet-Daems (“Vooral tussen de nummer één van het BIPT en de kabinetschef,” herhaalt men ons voortdurend) is zo hevig dat het lijkt alsof twee actoren een deel van de markt willen veroveren.
De echte spelers hebben duidelijk te lijden onder de gevolgen. Ze worden verrast door onsamenhangende beslissingen, terwijl iedereen maar op één ding hoopt: coherentie. Een bewijs van de algemene afkeer? In één jaar tijd werden nog nooit zo veel (soms gegroepeerde) processen aangespannen. Tegen tarieven, tegen procedures, tegen juridische teksten, et cetera. Zelfs het van alle kanten belaagde Belgacom trekt ten strijde.
“Het is de structuur van het systeem zelf die problemen schept,” beklemtoont Baudouin Meunier, hoofd van BT België. “Onder die structuur lijden we allemaal. En het gevolg is dat dossiers maandenlang blijven aanslepen. De alternatieve operatoren kunnen niet eens in een duidelijke juridische context werken. De jongste zes maanden is de situatie alleen maar slechter geworden. We zijn niet op weg naar een grotere liberalisering en evenmin naar loyale concurrentie.”
Hoe onafhankelijk is het BIPT?
De gesprekspartners twijfelen nooit aan de competentie van het personeel van het BIPT (180 mensen, onder wie een twintigtal belast met regulering). Het budget van het instituut (pakweg 750 miljoen frank), afkomstig van de toegekende licenties voor het geheel van het spectrum, wordt algemeen als ‘voldoende’ beschouwd. Er worden zelfs geregeld overschotten teruggestort aan de schatkist (376 miljoen frank in 1999). Waar komt dan die reputatie van extreme traagheid vandaan? Niet alleen door de reële inmenging van het kabinet, maar ook omdat de human resources van het instituut ontoereikend zijn.
Experts in telecommunicatie liggen niet bepaald dik gezaaid, en de privé-sector is duidelijk veel aantrekkelijker. De lonen bij het BIPT zijn interessant voor jonge gediplomeerden. Maar na de aanwervingsprocedure (die tot 18 maanden kan duren, tenzij men het KB wijzigt) en de opleiding, is het heel moeilijk om hen in huis te houden zonder echte carrièreperspectieven. Bovendien werkt het feit dat elk dossier belast wordt met ‘instructies’ vanuit het kabinet of ‘stomweg om politieke redenen wordt afgemaakt’ – een frustratie die nog vaker voorkwam onder Di Rupo – niet bepaald motiverend. Er zit voor het BIPT weinig anders op dan een selectie te maken uit de dossiers of dringende gevallen aan externe consultants uit te besteden.
Het échte probleem is dat het BIPT totaal gefrustreerd is omdat het zijn functie als regulator niet onafhankelijk kan uitoefenen. “Het BIPT luistert echt met beide oren,” bevestigt Nathalie Brys, verantwoordelijke voor juridische zaken bij Versatel. “Hun consultaties gebeuren in alle ernst, maar leiden vaak tot niets. De inmenging van het kabinet is duidelijk voelbaar.”
Alle actoren in de sector willen verandering in die situatie. Het platform van alternatieve operatoren heeft een studie besteld bij het ICRI ( KU Leuven) over het wettelijke statuut en de reële bevoegdheid van het BIPT. De conclusies zijn veelzeggend: het statuut van het BIPT is totaal voorbijgestreefd.
“Zo ver zou ik het niet drijven,” vindt Eric Van Heesvelde, gedelegeerd bestuurder van het BIPT. “Het instituut werd in 1991 in een totaal verschillende context opgericht. Omdat we voortaan moeten optreden als scheidsrechter op de markt, moet gedacht worden aan een breder juridisch statuut voor het BIPT.” Voogdijminister Rik Daems kondigde op 20 oktober aan dat het instituut hervormd zal worden. Afgezien van het voorstel dat hij daarvoor van het BIPT verwacht, schakelt de minister ook een consultant in. Die moet nagaan ‘hoe het BIPT werkt’. In eerste instantie had Daems gedacht aan een hervorming tegen 2001, maar die datum is al met een jaar opgeschoven. “In 2002 is te het laat,” zegt Baudouin Meunier. “Commercieel gezien is tijd een doorslaggevende factor. Tegen 2002 is de liberalisering een feit en is Belgacom helemaal geprivatiseerd. Dat hopen we toch ( lacht). Een directe, eenvoudige en doeltreffende oplossing is de opheffing van de dubbele rol van de minister. Rik Daems wil het BIPT aan het parlement toevoegen. Maar om de markt te stimuleren, zou de regering zelf een betere keuze zijn.”
Het ontbreekt niet aan ideeën voor die hervorming. Het BIPT staat niet afkerig tegenover een soort beheerscontract met algemene beleidslijnen en evenwichten als uitgangspunt. Het is nog de vraag in hoeverre de Copernicushervormingen van de administratie dit debat zullen beïnvloeden. “Misschien is er een hervorming nodig nog vóór de hervorming,” suggereert Eric Van Heesvelde. “Een eenvoudig protocol met de minister zou al volstaan…
Europa voor de deur
Over acht maanden zal België de Europese ministerraad voorzitten. Minister Daems laat overal horen dat hij van die gelegenheid gebruik zal maken om ‘zijn’ Belgische accenten in de zogenaamde ‘Review’ te leggen – de herziening van het Europese reglementaire kader voor de sector. “Nu we ons in het peloton bevinden, zouden we een paar demarrages kunnen wagen,” probeert Rik Daems zichzelf te overtuigen. Bijvoorbeeld de co-regulering (zelfregulering van de markt, waarbij de overheid zich beperkt tot het oplossen van geschillen) die hij blijkbaar zo fel op prijs stelt? Dat lijkt niet echt realistisch: alleen zijn Britse collega zou hem hierin vaag steunen. Nog acht maanden respijt dus, en in die tijd moeten in België enorme plannen gerealiseerd worden. Rik Daems, die bij zijn aantreden beweerde dat hij België met de grote jongens zou laten meespelen, weet dat maar al te best. Hij heeft trouwens aan alle actoren van de sector gevraagd om hem een overzicht te bezorgen van wat zij als belangrijke etappes in de liberalisering van de telecomsector beschouwen. En nu we eraan denken, aan “geïnteresseerde journalisten” heeft hij hetzelfde gevraagd.
XAVIER DEGRAUX
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier