Nog geen Waalse inhaalbeweging
Wallonië legt al een tijd betere groeicijfers voor dan Vlaanderen. Maar de welvaartskloof tussen beide regio’s blijft groot.
Wallonië legt al een tijd betere groeicijfers voor dan Vlaanderen. Maar de welvaartskloof tussen beide regio’s blijft groot.
De Waalse economie groeide vorig jaar met 0,1 procent. In Vlaanderen en Brussel was er een krimp van 0,3 procent. Volgens de regionale economische vooruitzichten van het Planbureau zou Wallonië het dit jaar met een groei van 0,3 procent ook beter doen dan Vlaanderen (+0,2%) en Brussel (+0,1%) Deze cijfers bevestigen een tendens die sinds 2008 al aan de gang is. In de periode 2008-2011 groeide de Vlaamse economie op jaarbasis met gemiddeld 0,6 procent, evenveel als Brussel. In diezelfde periode kende Wallonië een jaarlijkse gemiddelde groei van 1,2 procent. Wallonië doorstaat de gevolgen van financiële crisis duidelijk beter dan de andere regio’s.
Verschillend economisch DNA
Is de Waalse economie dus de economische kloof met Vlaanderen aan het overbruggen? Didier Paquot, hoofdeconoom van de Waalse werkgeversorganisatie Union Wallonne des Entreprises (UWE), relativeert: “De groeicycli van de twee regio’s verlopen anders. Wallonië groeit minder sterk bij een economische expansie, maar kent ook een minder sterke krimp bij een recessie.
Dat is in belangrijke mate te verklaren door de belangrijke publieke sector in Wallonië. De resultaten van het Marshallplan zijn er. En de Forem levert als arbeidsbemiddelingsdienst beter werk. Maar ik blijf voorzichtig. De echte test komt als de groei opnieuw aantrekt. Het zou goed zijn dat de Waalse groei dan eens sterker is dan verwacht. Eigenlijk houdt Wallonië sinds 2000 grosso modo gelijke tred met Vlaanderen. Maar daarmee is de grote achterstand die opgelopen is tussen 1980 en 2000 niet weggewerkt.”
Ook volgens Jan Van Doren van het Voka-kenniscentrum voorbarig om van een inhaalbeweging te spreken. De groeiverschillen hebben veel te maken met het DNA van de regionale economieën en arbeidsmarkten. Zo is Wallonië toch minder een uitvoerder pur sang “Vlaanderen is door zijn open en exportgerichte economie gewoon veel gevoeliger voor internationale conjunctuurschokken. Omgekeerd trekt Vlaanderen inderdaad sterker aan bij een conjunctuurherstel.”
Paquot zag Wallonië beter standhouden dankzij specifieke sectoren: “De regio teert meer op niet-conjunctuurgevoelige sectoren zoals de agrobusiness. De relatief goede prestatie van de farmaceutische nijverheid, die sterk aanwezig is in Waals-Brabant, maakte bijvoorbeeld dat de Waalse industrie na 2008 minder zware klappen kreeg, al zet die trend niet door tot vandaag.” Met enige vertraging heeft de Waalse industrie ook af te rekenen met herstructureringen zoals bij ArcelorMittal, Duferco en Caterpillar.
30.000 extra jobs
De kloof tussen beide gewesten blijft groot. Vlaanderen heeft anno 2013 een werkgelegenheidsgraad van 67,7 procent, Wallonië blijft hangen op 58,8 procent. Het Planbureau ziet die kloof de komende jaren niet verminderen. Wallonië lijkt hier voor een onoverkomelijke opdracht te staan. Volgens Didier Paquot moet Wallonië tussen nu en 2022 idealiter op jaarbasis 30.000 jobs creëren om van een structurele inhaalbeweging te kunnen spreken. Nu blijft Wallonië hangen op 10.000 extra jobs per jaar.
Ten slotte is de grote welvaartskloof nog altijd een feit: het primair inkomen van de Vlaming bedraagt 29.400 euro. Brussel (21.200 euro) en Wallonië (20.160) hinken hier duidelijk achterop.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier