Nog een goede reden voor fiscale amnestie
Waarom fiscale amnestie? De verplichte aangifte van buitenlandse bankrekeningen vergt dat je aan fiscale spijtoptanten een eervolle uitweg biedt.
De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog.
Of het te maken had met de zomerse komkommertijd is niet helemaal duidelijk. Maar zowat elke krant of elk tijdschrift voelde zich de voorbije weken geroepen om uitvoerige verhalen te brengen over de fiscale amnestie die in het najaar het licht moet zien. Dat is heel opmerkelijk, aangezien de plannen nog erg vaag zijn. Zij bevinden zich in de fase van de studie en de consultatie. En dus is het minstens voorbarig om veel definitiefs te zeggen.
Ethisch. Dat belet blijkbaar niet dat op sommige websites hevige discussies worden gevoerd over het ‘ethisch’ karakter van zo’n amnestiemaatregel. De argumenten zijn bekend. Gelijk welke vorm van fiscale amnestie beloont degenen die het in het verleden hebben aangedurfd om de fiscus een hak te zetten. En frustreert tegelijk de goede belastingplichtigen die altijd braaf hun aangifteverplichtingen zijn nagekomen.
Wijlen Jos Defoort, eminent belastingdeskundige en op latere leeftijd ook nog gediplomeerd filosoof, heeft die benadering twintig jaar geleden al doorgeprikt met een geniale parodie op het bijbelse verhaal van de verloren zoon (die met zwart geld uit het buitenland terugkeert, en die de terugkeer bij zijn vader bijna gedwarsboomd ziet door de venijnige opmerkingen van zijn jaloerse broer).
Zekerheid. Ongeveer twintig jaar geleden heeft de overheid ook al eens geprobeerd een bescheiden vorm van fiscale amnestie door te voeren. Maar die heeft toen, zacht gezegd, niet veel succes gehad. Onder meer, omdat er vanuit de toenmalige oppositie mee was gedreigd om de fiscale amnestie – toen sprak iedereen nog van fiscale zekerheid – bij de eerste de beste gelegenheid terug te schroeven.
De voorbije weken zijn verschillende redenen opgesomd waarom de invoering van fiscale amnestie op dit ogenblik wél verantwoord is. De schatkist kan bijkomende middelen gebruiken. De bedragen die nu in het buitenland geblokkeerd zitten, kunnen op een nuttige wijze worden gebruikt om de sputterende economie aan te zwengelen. En een veel gehoord argument is ook de nakende invoering van de Europese spaarrichtlijn.
Krachtens deze richtlijn zullen de verschillende lidstaten binnenkort worden verplicht om mee te werken aan een systeem waarbij inkomsten van spaartegoeden hoe dan ook zullen worden belast. De richtlijn gaat uit van het principe dat de lidstaten onderling informatie zullen uitwisselen over de inkomsten van spaartegoeden. Met dien verstande dat zij in een overgangsregeling, onder meer aan België en Luxemburg, de mogelijkheid biedt om deze informatie-uitwisseling te vervangen door het inhouden van een Europese bronheffing die in een beginfase minstens 15 % zal moeten bedragen, maar uiteindelijk zal oplopen tot 35 % (wat doet vermoeden dat België deze overgangsregeling snel vaarwel zal zeggen).
Volgens verschillende waarnemers zou de invoering van deze spaarrichtlijn een nuttig aanknopingspunt kunnen zijn voor de invoering van een of andere vorm van fiscale amnestie. Blijkbaar gaan zij ervan uit dat veel landgenoten deze spaarrichtlijn zullen beschouwen als een keerpunt en als een goede aanleiding om huiswaarts te keren.
Buitenland. Er bestaat voor een fiscale amnestie nog een veel beter argument. Sedert verschillende jaren verplicht de Belgische wetgever zijn onderdanen om jaarlijks op het aangifteformulier in de personenbelasting te vermelden of zij wel of geen houder zijn van een bankrekening in het buitenland. Voor de belastingplichtige is er geen ontkomen aan. Blijkens de uitleg die op het aangifteformulier voorkomt, beschikt hij maar over twee mogelijkheden: ofwel vermeldt hij de buitenlandse bankrekening; ofwel moet hij het woordje nihil invullen. Het vak onbeantwoord laten is geen optie, aangezien de aangifte dan automatisch onvolledig is, met alle gevolgen van dien.
Een en ander betekent dat de Belgische wetgever nu al verschillende jaren na elkaar zijn onderdanen die iets op hun fiscale kerfstok hebben, uitdrukkelijk – en op straffe van zware administratieve en strafrechtelijke sancties – verplicht om zichzelf in beschuldiging te stellen. Wie een buitenlandse bankrekening heeft en de inkomsten daarvan niet netjes heeft aangegeven, wordt uitdrukkelijk verplicht melding te maken van het bestaan van deze bankrekening, en dus om zichzelf aan de galg te praten.
Zwijgen. Dit is strijdig met het zwijgrecht dat zowat alle beschaafde landen op strafrechtelijk gebied eerbiedigen, en dat ook door internationale verdragen wordt gewaarborgd.
Vandaar dat er van bij het begin voor is gepleit om de voormelde aangifteplicht gepaard te laten gaan met een amnestiemaatregel, waardoor fiscale spijtoptanten alsnog hun aangifte correct kunnen invullen zonder te moeten vrezen dat zij daardoor strafrechtelijk vervolgd kunnen worden.
Zoveel jaar geleden is de wetgever niet op deze suggestie ingegaan. Nu misschien dus wel. Beter laat dan nooit.
Jan Van Dyck
Aan fiscale spijtoptanten wordt best een eervolle uitweg geboden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier