NOG ALTIJD HET ZWAKSTE BROERTJE?
In zijn jongste officiële rapport over België toont het IMF zich behoorlijk positief over de evolutie van de publieke financiën in ons land. Uit de informele gesprekken met IMF-analisten enerzijds en uit gepubliceerde documenten van de instelling zelf, komt echter een heel ander beeld naar voren.
Zo rolde op 27 april 2000 het rapport Monetary and Exchange Rate Policies of the Euro Area – The Euro Area Stability Programs van de IMF-pers. Een van de punten waaraan men in dat rapport uitgebreid aandacht besteedt, is de vraag of de landen die dringend moeten saneren – die met een hoge schuld, dus – ook wel de grootste inspanningen leveren. Als maatstaf voor ‘inspanning’ hanteert het IMF de evolutie van de primaire structurele uitgaven (zie hoofdtekst). Dit zijn de totale uitgaven min de rentelasten, en gecorrigeerd voor de effecten van de conjunctuur.
Bijgaande grafiek geeft voor de subperiodes 1993-98 en 1998-2003 een opdeling in vier groepen van de eurolidstaten, en dit telkens ten opzichte van de gemiddelden van het hele eurogebied. De landen die zich in de grafiek rechts van de verticale dwarslijn bevinden, zijn landen die nodig moeten saneren omdat hun schuld boven het eurogemiddelde uitsteekt. De landen die onder de horizontale dwarslijn staan, leveren in verhouding tot het eurogemiddelde een grotere inspanning om de primaire structurele uitgaven terug te dringen.
Het valt op dat België voor beide periodes slecht scoort. Het bevindt zich telkens rechtsboven: de sector van landen die moeten saneren en te weinig inspanningen leveren om de euronorm te halen. Voor de periode 1993-98 hebben we in dit verdomhoekje alleen het gezelschap van Ierland. Merk op dat de twee andere landen met een staatsschuld boven het gemiddelde, Nederland en Italië, wél grotere besparingsinspanningen leverden.
Voert men voor de periode 1998-2003 uit wat in de stabilisatieprogramma’s werd beloofd, dan komt België alweer slechter uit dan het eurogemiddelde. Het verschil zou wel kleiner worden dan in de voorgaande periode. In Italië is saneringsmoeheid duidelijk aan de orde.
Hoe dan ook, deze gegevens van het IMF bevestigen wat Trends de voorbije jaren altijd geargumenteerd heeft, namelijk dat de verbetering in de toestand van onze publieke financiën voortvloeide uit de daling van de rentelasten en de toename van de belastingdruk.
Volgens IMF-analisten gebeurde er veel te weing aan de kant van de uitgaven, waardoor een land als België extra gevoelig zal zijn voor een terugval in de conjunctuur. “Gooi daar een structureel hogere rentestand bovenop en je moet niet veel verbeelding hebben om nieuwe problemen te zien aankomen.”
JOHAN VAN OVERTVELDT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier