Niks dan last

NGO’S: NIEUWE GODEN VAN OVERZEE 76

LATIJNS-AMERIKA: EEN VOORPROEFJE VAN RIJKDOM 78

AFRIKA: DONKERE ZWARTTINTEN 79

PETER SINGER: HOE IS HET GESTELD MET UW ZEDEN? 81

In bijna alle landen van het Midden-Oosten blijven de spanningen voortduren. De burgers zijn de dupe.

De Arabieren en de Israëli’s zullen zich in 2001 inspannen om een allesomvattend vredesakkoord tot stand te brengen. De handtekeningen van de staatslieden zullen echter weinig betekenis hebben voor de mensen in de stoffige straten. De Palestijnse tieners, die in ellendige omstandigheden leven en geen hoop hebben op werk, zullen niet zomaar stoppen met stenen gooien omdat Yasser Arafat het vraagt. En het gedeelte van de religieuze gemeenschap van Israël – een grote minderheid – dat elk idee van vrede of compromis afwijst, luistert naar een ander gezag dan dat van de regering. Chaotisch en brutaal geweld zal nooit ver uit de buurt zijn. De storm zal soms even gaan liggen, maar nooit echt overgaan. Niet in 2001 en niet in het volgende decennium.

Men moet de problemen van Israël zien in de context van het groeiende onbehagen in het Midden-Oosten. Van de 163 miljoen Arabieren die in de landen aan de Middellandse Zee leven, van Marokko tot Syrië, zal een verbazingwekkende 91 miljoen of 56% onder de 24 zijn. In geen enkel land zal de economische groei of het politieke systeem in staat zijn om die op te vangen. Hoe langer de onrust in de Palestijnse gebieden duurt, hoe meer de Arabische regeringen onder druk zullen komen te staan om te reageren. De publieke opinie in de Arabische wereld, verontwaardigd over het geweld op de Westelijke Oever, zou zich ook tegen de huidige regeringen van de regio kunnen keren.

De onderhandelingen van Ehud Barak in 2000 met de Syriërs en de Palestijnen hebben weinig opgeleverd, maar hadden de verdienste dat ze taboes hebben doorbroken. Hij heeft de noodzaak erkend om de Golanhoogten vrijwel volledig aan Syrië af te staan. Hij is er, althans in principe, mee akkoord gegaan dat de Palestijnen het recht hebben om Jeruzalem te delen. Maar hij heeft de vastberadenheid van de Arabische leiders onderschat, net als de verdeeldheid van zijn eigen regering. Wie kan een effectieve leider van Israël zijn? Is er ooit een land zo verdeeld geweest? De ene fractie van de maatschappij bootst Californië na, met haar liberalisme, onderwijs, ondernemerschap en hightech knowhow. De andere fractie is fundamentalistisch en weigert om haar 4000 jaar oude gebruiken op te geven.

Bashar-al-Assad, de nieuwe, 35-jarige leider van Syrië, zal misschien inschikkelijker zijn dan zijn vader in de onderhandelingen over het delen van het water van het Tiberiasmeer, maar zal even onverzettelijk zijn inzake de soevereiniteit over de noordelijke oever van het meer – het probleem dat vorig jaar de onderhandelingen kelderde. Yasser Arafat, de Palestijnse leider, zal wanhopig naar een vredesakkoord blijven streven, maar zal waarschijnlijk geen concessies doen over de soevereiniteit over de Islamitische heilige plaatsen in het Arabische Oost-Jeruzalem. De grens van Israël met Libanon zal explosiever worden als de vredesonderhandelingen met Syrië niet worden hervat. Tegelijk zal Assad echter op zijn hoede zijn om een opflakkering van het geweld te voorkomen. De anti-Syrische gevoelens in Libanon, een land dat door Syrië wordt gecontroleerd, zullen toenemen, zodat de regering meer onder druk zal komen te staan om haar 35.000 soldaten terug te trekken. Assad zal hoe dan ook gedwongen zijn om de economische relatie van Syrië met Libanon te herzien en de Syrische aanwezigheid discreter te maken. Thuis zal hij zich concentreren op de consolidatie van zijn bewind en de beheersing van de concurrerende inlichtingendiensten. Hij zal stappen ondernemen om de buitenlandse investeringen in Syrië te bevorderen, maar zijn liberalisatiemaatregelen zullen opbotsen tegen de gevestigde belangen van het leger en de inlichtingendiensten.

Ook voor de Golfmonarchieën zal de economie de topprioriteit zijn. De heersers van de regio zullen de opbrengst van de hoge olieprijzen van 2000 – de producenten van het Midden-Oosten hebben dit jaar naar schatting wel 200 miljard dollar aan olie verdiend – gebruiken om hun reserves aan buitenlandse deviezen aan te vullen en hun schulden contant te betalen. Wanneer de druk op de overheidsfinanciën afneemt, zullen de gevolgen van de oliehausse naar beneden beginnen door te sijpelen. De betaling van achterstanden aan de privé-sector zou in bijvoorbeeld Saoedi-Arabië de haperende economie moeten stimuleren. Men mag verwachten dat het koninkrijk zijn gassector zal openstellen voor buitenlandse oliemaatschappijen, en dat het buitenlandse investeringen in andere sectoren dan de energie zal stimuleren. Maar kroonprins Adbullah, die nu in naam van zijn zieke broer, koning Fahd, de dagelijkse aangelegenheid van het koninkrijk beheert, zal rekening moeten houden met concurrenten. Rivaliserende leden van het koningshuis zullen meer uitgaven willen, onder meer voor legeraankopen, en een meer geleidelijk tempo van de hervormingen. Gezien de werkloosheid van ongeveer 15%, zal er een gedurfde structurele aanpassing nodig zijn om de privé-sector te steunen.

Heilige sancties

De eisen van de babyboomers, het resultaat van drie decennia snelle bevolkingsgroei, zullen het grootste probleem zijn voor de bewindvoerders van de regio. De druk zal het grootst zijn in Iran. De hervormingsgezinde president, Mohammad Khatami, blijft enorm populair. Hij zou de presidentsverkiezing van 2001 makkelijk moeten winnen. Maar zoals het voorbije jaar heeft bewezen, leidt de steun van het volk niet noodzakelijk tot praktische veranderingen, in een land waar het conservatieve religieuze establishment de teugels van de macht in handen heeft. De machtsstrijd tussen hervormers en conservatieven zal feller worden en kan de Iraanse maatschappij verder polariseren. Khatami zal gekneld zitten tussen de conservatieven, die bang zijn van veranderingen, en de jonge generatie, die veranderingen eist. Om door dit mijnenveld te raken, zal hij zich concentreren op economische hervormingen, een terrein waar de hervormers en de conservatieven elkaar kunnen vinden.

De internationale rehabilitatie van Iran, een ander punt van consensus, zal energieker worden nagestreefd. Vooral de relaties met de Verenigde Staten zullen verbeteren, zodat het waarschijnlijk is dat de sancties in 2001 zullen worden opgeheven.

Irak zal minder geluk hebben. De sancties van de Verenigde Naties zullen behouden blijven en er valt geen ingrijpende verandering van de Amerikaanse houding te verwachten. De steun voor het tien jaar oude embargo zal evenwel afbrokkelen, waardoor het steeds moeilijker zal worden om de sancties uit te voeren. Saddam Hoessein zal trachten een crisis te forceren over de Amerikaanse en de Britse bombardementen van de noordelijke en zuidelijke zones met vliegverbod.

In Noord-Afrika zullen de relaties tussen Algerije en Marokko gespannen blijven, met de omstreden Westelijke Sahara als knelpunt. De Verenigde Naties, die een referendum over de toekomst van het gebied hebben gepland, zullen minder geduld opbrengen voor Marokko en het door Algerije gesteunde Polisario Front, wat de partijen echter niet tot een overeenkomst zal brengen.

In Algiers zal de machtsstrijd tussen president Abdelaziz Bouteflika en de machtige legergeneraals escaleren, wat tot een blokkering en een scherpere sociale crisis zal leiden. Het niveau van het geweld zou echter stabiel moeten blijven, met alleen aanslagen in de landelijke gebieden. In Marokko zal er een einde komen aan de wittebroodsweken van koning Mohammad. Fundamentalisten buiten de politieke structuur zullen druk uitoefenen voor een meer diepgaande politieke hervorming. De hoop van de jonge vorst is een opleving van de economie, die de druk zou verlichten van de werkloosheid, die nu in de stedelijke gebieden 20% bedraagt, en het gevaar op sociale onrust zou verminderen.

Roula Khalaf is editor van de Financial Times voor het Midden-Oosten.

ROULA KHALAF

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content