Nieuws zonder korstje
Knapperig, heet en snel opgediend. Een persagentschap moet berichten serveren zoals een pizzatent pizza’s opdient. Belga ging de jongste jaren echter steeds meer op een lauw ambtenarenclubje lijken. Kunnen nieuwe investeringen en een nieuwe aanpak het bedrijf redden?
A gentschap Belga, het enige persagentschap in ons land, opereert vanuit wellicht het mooiste van de Belgische redactiekantoren: een gerenoveerde papierfabriek in de Brusselse Frédéric Pelletierstraat. Een fraaie stek, maar intussen zoekt Belga al enkele jaren naar zijn eigen plaats in het medialandschap.
Een persagentschap is een soort nieuwsmagazijn. De redacteuren, fotografen en correspondenten zorgen voor berichten en beelden van actuele gebeurtenissen. Ook verzamelt het perscommuniqués van de overheid en de bedrijfswereld. Het agentschap levert deze informatie aan haar klanten: kranten, radio- en tv-zenders, internetproviders en sommige gespecialiseerde bedrijven.
Op het vlak van technologie had Belga een reputatie hoog te houden: de eerste elektronische redactie, de eerste laptops. Tot in de jaren negentig de klad erin kwam. De journalisten van Belga waren zowat de laatsten die een gsm toebedeeld kregen. Volgens algemeen directeur Egbert Hans is het bedrijf nu over zijn dieptepunt heen. Met een duwtje van 80 miljoen frank in de rug, allemaal bestemd voor de infrastructuur, zou het opnieuw vooraan in het peloton moeten terechtkomen. Maar de komende jaren blijft de situatie zeer precair.
Het persagentschap vulde eind vorig jaar zelf geregeld de krantenkolommen. Een doorlichting van het auditbureau PricewaterhouseCoopers had gewezen op de noodzaak van stevige kostenreducties, onder meer door afslanking. De raad van bestuur besliste in plaats daarvan voor een hire-and-fire-operatie. Er werden 28 werknemers, waarvan 21 vijftigplussers, afgedankt en twintig jongeren aangeworven. Voor de bloedtransfusie werd 133 miljoen frank opzijgezet.
Voorzitter Leo Neels: “We hebben onszelf eens in de spiegel bekeken: waren we performant genoeg om een toekomstgericht bedrijf te zijn?” De raad van bestuur is volgens Neels ervan overtuigd dat een goed draaiend agentschap essentieel blijft in het ongestructureerde (internet)aanbod aan informatie. Maar Belga was anderhalf jaar geleden nog een in slaap gevallen bureaucratie: weinig klantvriendelijk, ontoegankelijk, traag.
De herstructurering begon op het hoogste niveau. Sommige bestuurders maakten destijds een sport van absenteïsme en desinteresse. Neels introduceerde in november 1996 corporate governance. Een boze brief naar de bestuurders drong er bij hen op aan naar de toekomst van Belga als bedrijf te kijken, en er niet langer hun eigen belangen te komen verdedigen. Vervolgens werd algemeen directeur Rudi De Ceuster in maart 1999 opgevolgd door Egbert Hans. Toen pas volgde het werknemersniveau.
De herstructurering is in elk geval de laatste kans. Eerder geopperde alternatieven – diversificatie (knipseldienst, internettoepassingen), een missie als content provider voor bijvoorbeeld telecomoperatoren – stuitten op een njet van de bestuurders. In de raad van bestuur zetelen alle dagbladuitgevers en, op RTBf en het Britse VT4 na, alle tv-zenders. Die zagen Belga liever niet op terreinen komen waar zij al actief waren.
Ook nu blijft
een deel van het personeel vragen stellen over de werkelijke plannen van de uitgevers. Sommigen verwachten nog een en ander van een bestuursvergadering die eind juni moet plaatsvinden. Maar volgens Neels en Hans gaat de reorganisatie door op kruissnelheid. De eerste grote afspraak is voor september, wanneer het tarievenstelsel onder de loep wordt genomen.
Het persagentschap gaat ook zoeken naar andere inkomstenbronnen. De kosten liggen al op een minimum, dat niet anders kan dan stijgen: infrastructuur, informatici, stijgende lonen van de jonge journalisten… In 1984 haalde Belga 72% van zijn omzet bij de kranten, de rest bij audiovisuele media (12%) en de overheid (13%). Anno 1999 komen die cijfers neer op respectievelijk 50%, 30% en 17%. De resterende 3% zijn andere klanten. Het aandeel van die laatste categorie moet stijgen naar 13%. Door foto’s te verkopen aan internetsites of aan magazines. Door nieuws aan privé-klanten te leveren. Zo is er met Belgacom een contract gesloten om SMS- en WAP-berichten aan Proximus-gebruikers aan te bieden.
Een ander initiatief is de 50-50 joint venture met het Duitse news aktuell. Dat bedrijf verspreidt persmededelingen onder ruim 5000 klanten. De nieuwe dienst moet begin september van start gaan op de Belgische markt.
De huidige klanten werden inmiddels al geconfronteerd met Belga ‘nieuwe stijl’. De fotodienst werd eerst aangepakt, mede vanwege de visibiliteit van de dienst. De klemtoon ligt in een eerste fase op sportfotografie. Volgens eigen tellingen was de helft van de gepubliceerde krantenfoto’s van de laatste bekerfinale voetbal tussen Genk en Standard afkomstig uit de Pelletierstraat. Nog een opsteker: het Nederlandse persbureau ANP borg zijn plannen op om zelf in België fotografen en correspondenten te ronselen voor Euro 2000.
De hoofdbrok is voor begin volgend jaar. Dan moet Autonomy, het softwareprogramma van de gelijknamige Britse beursgenoteerde groep, zijn geïmplementeerd. Belga investeert de komende drie jaar zowat 25 miljoen frank in deze software. Autonomy is een soort intelligente robot die tijdens het schrijfproces zoekt naar tekst of beelden die aan het bericht kunnen worden gelinkt. Hij zoekt op internet, bij binnengekomen persberichten en uitnodigingen, bij foto’s en zo meer. De bedoeling is dat de Belga-redacteur daaruit een selectie maakt en die samen met zijn artikel aanbiedt.
Lukt de herstructurering? Radiojournalisten wijzen erop dat zij meestal sneller zijn dan Belga. Krantenredacties merken op dat de jonge redacteurs fouten maken door gebrek aan ervaring of door overhaast te handelen. Een persagentschap kan zich dat soort vergissingen niet veroorloven, want het compromitteert de essentie: betrouwbaarheid.
Egbert Hans heeft weet van de problemen: “Radio organiseert zich nog meer dan wij op snelheid. We zijn op een aantal terreinen sneller geworden, maar het duurt een tijdje voor sommige jonge krachten volledig geïntegreerd zijn.”
Mogelijk nog bedreigender is de communautarisering van België. De interesse in wat er zich aan de andere zijde van de taalgrens afspeelt, neemt steeds verder af. De niet altijd perfect vertaalde berichten zorgen voor irritatie op de redacties. Bovendien zijn er verschillende behoeften. Voor de Waalse redacties is Belga een ondersteuning voor hun berichtgeving. Voor Vlaamse journalisten hebben Belga-berichten eerder een signaalfunctie: ze zijn een aanvulling of een vertrekpunt, eerder dan een afgewerkt product.
Hans: “We bezoeken elke maand een klant om input te vragen en nieuwe projecten voor te stellen. De jongste maanden zijn de reacties vrij positief. Vroeger waren twintig van de zestig journalisten hier bezig met buitenlands nieuws. Te veel. Wij moeten het hebben van niches waar onze klanten zich minder op willen richten. Zoals berichtgeving over institutionele overheden en het zoeken naar Belgen in het buitenland.”
Dat enkele Nederlandstalige
mediagroepen ( VUM, De Persgroep) zelf ook een regionaal of nationaal correspondentennet hebben, schrikt Hans niet af: “Om een vergelijkbaar nieuwssysteem voor alle redacties van de groep op te bouwen, ben je duurder af dan met het Belga-abonnement.”
luc huysmans
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier