Nieuwe verloren generatie op komst

Alain Mouton

De werkloosheid bij jonge Europeanen piekt. De Europese Unie zet subsidies in om de jongerenwerkloosheid te bestrijden. Maar economen zijn pessimistisch: zeker in Zuid-Europa dreigt een hele generatie verloren te gaan voor de arbeidsmarkt

De hoge jongerenwerkloosheid dreigt de arbeidsmarkt in de meeste Europese lidstaten onherstelbare schade toe te brengen. De Europese Unie riskeert de competenties te verliezen van een hele generatie jongeren.” Dat weinig opbeurende nieuws staat te lezen in een nota van de ministerraad van EU-ministers van Werk, die op 17 februari werd goedgekeurd. De tekst ligt ook ter tafel op de EU-top van 1 en 2 maart.

21,3 procent van de Europese jongeren onder de 25 jaar heeft geen werk, leert Eurostat. In 2008 was dat nog 15,5 procent. In Spanje is bijna de helft van de jongeren werkloos, net als in Griekenland. Andere landen die zwaar geraakt zijn door de eurocrisis zoals Portugal en Ierland scoren eveneens zeer slecht. Ook landen die op het eerste gezicht hun economie relatief goed door de crisis loodsen worden geraakt zoals Slowakije (33 %) of het niet-euroland Litouwen (31 %). De jongerenwerkloosheid is meestal twee tot soms drie keer groter dan de courante werkloosheidsgraad.

In de Europese Unie en de eurozone vallen ook de grote verschillen tussen lidstaten op. In Nederland, Duitsland en Oostenrijk fluctueert de jeugdwerkloosheid tussen 7,5 en 8,5 procent. Maar ook in die landen is dat het dubbele van de totale werkloosheid. “De hoge jongerenwerkloosheid heeft niet overal de-zelfde oorzaak. Welke invloed heeft de factor crisis in deze cijfers”, vraagt Itinera-directeur Marc De Vos zich af. “Voor de landen in wat ik de olijfzone van Europa noem, speelt de crisis zeker een rol. Maar een hoge jeugdwerkloosheid kent ook andere, structurele oorzaken. Ik denk aan slecht onderwijs, een gebrekkige afstemming van het onderwijs op de arbeidsmarkt en een rigide arbeidsmarkt waarbij zij die een job hebben hun stem luider kunnen laten horen dan zij die zich aanbieden op de arbeidsmarkt.”

In dat bedje waren veel Zuid-Europese lidstaten al voor de eurocrisis ziek. Die landen staan bekend voor hun weinig flexibele arbeidsmarkt. Er is een sterk onderscheid tussen enerzijds de insiders met contracten van onbepaalde duur en royale werkloosheidsuitkeringen en anderzijds de jonge outsiders die moeilijk een job vinden en meestal in een tijdelijk statuut aan de slag moeten. Zo heeft Griekenland in 1992 een wet ingevoerd waarbij nieuwkomers op de arbeidsmarkt hogere sociale bijdragen moeten betalen dan wie al een job heeft. Twee derde van de Griekse werknemers is dan ook ouder dan 43 jaar.

Ook in Frankrijk, nochtans geen PIGS-land, komen jongeren zelden in stabiele jobs terecht. Jongerenwerkloosheid is daar een oud zeer. De demografische evolutie maakt de zaken er niet gemakkelijker op. In Frankrijk komen er elk jaar grosso modo 800.000 jongeren bij op de arbeidsmarkt, terwijl 650.000 Fransen met pensioen gaan. “De vergrijzing heeft ook zijn effect op de jongerenwerkloosheid”, stelt Marc De Vos. “België heeft hier het geluk dat er de komende jaren honderdduizenden vacatures vrijkomen dankzij mensen die met pensioen gaan.” (zie België kiest beter niet voor crisislogica). Idem voor Duitsland, waar de bevolking veroudert en het aantal geboortes daalt.

Gevaar voor braindrain

Economen waarschuwen dat veel Europese landen zich op een keerpunt bevinden. Wat vroeger nog kon worden afgewimpeld als conjuncturele werkloosheid is structurele werkloosheid aan het worden. Zes maanden werkloosheid is een cruciale grens. Daarna wordt integratie op de arbeidsmarkt moeilijker. “Werkloosheid maakt mensen kapot. Het ontmoedigt hen. Bovendien krijgen langdurig werklozen een stigma”, waarschuwt Chris Serroyen, hoofd van de ACV-studiedienst. “Als de intrede van een jongere op de arbeidsmarkt mislukt, draagt die dat voor jaren mee. Ik vrees voor een verloren generatie. Volgens meer en meer economen wakkert het Europese saneringsbeleid de recessie aan. Ik verwacht geen jobcreatie in Zuid-Europa.”

Als we de voorspellingen van de Europese Commissie bekijken, dan zal er de komende jaren in Zuid-Europa inderdaad onvoldoende groei zijn om de arbeidsmarkt extra zuurstof te geven. “In Zuid-Europa is het risico op een verloren generatie het grootst”, meent ook De Vos. “Die landen moeten de komende jaren Duitser en competitiever worden en tegelijk de overheidsfinanciën verregaand saneren. Er worden stappen in de richting van een flexibelere arbeidsmarkt gedaan, maar dat zal allemaal zeer langzaam gaan. De braindrain uit Zuid-Europa en Ierland zal toenemen.”

Die beweging is nu al aan de gang. Economen stellen dat de cijfers over de Ierse jongerenwerkloosheid nog een stuk hoger zouden moeten liggen, maar dat ze worden getemperd door de emigratie van Ierse hooggeschoolden. Steeds meer Spaanse ingenieurs zijn bereid Duits te leren om de openstaande vacatures in Duitsland in te vullen. De grootste economie van de eurozone heeft het ko-mende decennium 100.000 ingenieurs nodig.

Geen banenplannen?

De Europese beleidsmakers blijven niet bij de pakken zitten. Op de EU-top van 30 januari is besloten 82 miljard euro aan ongebruikte subsidies in te zetten om de jeugdwerkloosheid te bestrijden. Voorgestelde maatregelen hebben betrekking op het verhogen van het aantal stageplaatsen in bedrijven, nieuwe inspanningen om vroegtijdige schoolverlaters een opleiding te laten volgen en het aanmoedigen van grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit.

“Het heeft zin een beleid uit te stippelen als het gericht is op de mensen zelf”, benadrukt Marc De Vos. “Ik denk aan individuele opleidingen. Ik denk ook aan een overbruggingsstatuut voor jongeren, dat ergens tussen werken en leren ligt. Ik ben geen voorstander van subsidies waarbij het groepsdenken primeert. Net zoals ik een koele minnaar ben van banenplannen. Ik vind dat een bot instrument dat vaak tot crowding-out leidt. Ofwel worden vacatures ingevuld die er ook via het reguliere circuit waren geweest, ofwel werft een bedrijf omwille van subsidies mensen uit de doelgroep aan ten nadele van een andere categorie.”

“Op de duur komt iedereen in aanmerking voor een banenplan: jongeren, ouderen, allochtonen en laaggeschoolden”, waarschuwt KU Leuven-econoom Joep Konings, “Maak liever de arbeidsmarkten flexiber. Bijvoorbeeld door uitzendwerk aan te moedigen. Zo komen jongeren terecht in een tijdelijke job die een opstapje kan zijn naar vast werk. Verlaag ook de lasten op arbeid en verschuif die naar bijvoorbeeld milieubelastingen.”

ALAIN MOUTON

“Als de intrede van een jongere op de arbeidsmarkt mislukt, draagt die dat voor jaren mee” Chris Serroyen (ACV)Wat vroeger nog kon worden afgewimpeld als conjuncturele werkloosheid is structurele werkloosheid aan het worden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content