Nieuwe regels voor zekerheden op roerende goederen

De Kamer bestudeert een wetsontwerp dat de regels over zekerheden op roerende lichamelijke activa zoals machines, grondstoffen en voorraden moet wijzigen. Wat betekent dat voor mijn bedrijf?

Hebt u een vraag voor onze experts?

Stuur een e-mail naar expert@trends.be.

Het wetsontwerp vertrekt van de vaststelling dat veel banken niet bereid zijn zonder een waarborg krediet te verlenen. Een efficiënt systeem van zekerheden is dus een noodzakelijke voorwaarde voor een goed draaiende economie. Maar op een aantal zekerheden na – zoals hypotheken en onderpanden op finan-ciële instrumenten – is de huidige regelgeving niet meer bij de tijd. De schuldenaar moet aan het bezit van de verpande goederen verzaken en ze fysiek overhandigen aan de schuld-eiser of aan een overeengekomen derde – vaak een depothouder. Daar zijn twee nadelen aan verbonden: banken kunnen geen verpande goederen opslaan en bewaren, en vaak heeft de schuldenaar de goederen nodig om zijn activiteit te kunnen uitoefenen. Om die problemen uit de wereld te helpen, wil het wetsvoorstel de verplichting van de zogenoemde buitenbezitstelling afschaffen.

Voortaan zal een schuldenaar roerende lichamelijke activa in pand kunnen geven en de goederen in zijn bezit kunnen houden, zodat hij ze kan blijven gebruiken. Zijn ze bestemd om ze te verhuren, dan kan de schuldenaar dat dus doen. Gaat het om voorraden, dan mag hij die verkopen binnen de normale exploitatie van zijn handelszaak. Verkoopt hij ze buiten de normale exploitatie van zijn zaak, dan volgt het pand het verkochte goed. Om derden op de hoogte te brengen van het pand, wordt het geregistreerd in een elektronisch register dat online kan worden geraadpleegd en op nationaal niveau wordt bijgehouden door de federale overheidsdienst Financiën. Een onderneming kan dus meermaals een voorraad of een goed in pand geven. De datum van de registratie in het register legt de rangorde van de schuld-eisers vast.

Voor de schuldeisers schrijft het wetsvoorstel voor dat ze het pand kunnen uitwinnen – dat wil zeggen: het bezit van een schuldenaar verkopen – zonder dat de rechter tussenbeide hoeft te komen. De schuldeiser moet de schuldenaar wel vooraf van zijn voornemen op de hoogte brengen en een wachttijd van vijf à tien dagen in acht nemen. Na afloop van die termijn mag hij de verpande goederen laten verkopen of ze zich onder bepaalde voorwaarden toe-eigenen. De schuldenaar kan zich echter tot de beslagrechter wenden als de uitwinning niet op een “economisch verantwoorde manier” verloopt.

Arnaud Van Oekel, partner bij CMS DeBacker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content