NIEUWE KENGO IN DE MAAK
Moordkomplot tegen Kabila.
Premier Guy Verhofstadt voert discrete privé-gesprekken met Kalaa Mpinga. Mpinga was vorige week in Brussel, op doorreis naar politiek Washington. Mpinga heeft politieke ambities en een breed internationaal contactennetwerk, onder meer Etienne Davignon, Karel Vinck en introducties bij de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Allbright. De meertalige, goed opgeleide veertiger is Director African Operations van de mijnreus Anglo American. Of juister wàs, want hoewel de banden met Anglo niet doorgeknipt zijn, wil Mpinga zich toeleggen op “een oplossing voor Congo”. Hij heeft nauwe banden met de door Uganda gesteunde rebellenbeweging van Bemba in Noord-Congo. Tegen die achtergrond overstijgt de complottheorie tegen president Kabila van de Congolese minister voor Buitenlandse Zaken Yerodia de klassieke achtervolgingswaan van het regime in Kinshasa.
Feit is dat het Westen met de eigenzinnige Kabila lelijk in de maag zit. De man stationeert Noord-Koreaanse troepen in Katanga, rond de uraniummijn Shinkolobwe (grondstof voor de bom op Hiroshima). Het Vredesakkoord van Lusaka slabakt en bovenop de vraag wie zal betalen voor 15 tot 20.000 blauwhelmen, wacht die VN-troepenmacht (als ze er ooit komt) in de Congolese jungle hetzelfde fiasco als in Angola. Met dit type scenario’s, zonder veel realiteitsgehalte, mag de Belgische diplomatie zich bezighouden.
Ondertussen trekken de Amerikanen met de Fransen aan de touwtjes. Zoals ze dat samen in Angola doen, waar ze zich voor hun oliebelangen scharen achter het door-en-door corrupte regime van Dos Santos. Mensenrechten zijn van geen tel: om Unita te wurgen, worden in Lunda Norte diamantdelvers en -handelaars massaal afgeslacht, ook Congolese.
De manoeuvres van Washington en Parijs richting Congo hebben een groot déjà vu-gehalte, maar daarom niet meer realiteitsgehalte.
Déjà vu? De sponsors van Kalaa Mpinga zijn dezelfde affairisten die voordien Kengo Wa Dondo genegen waren (en terloops: zoals Kengo heeft Mpinga een joodse grootvader). De eenzijdige steun aan Kengo uit die kringen, toen zij met Mobutu lelijk in de maag zaten, leidde in de toenmalige Zaïre-context tot een impasse.
Realiteitszin? Het isoleren van Kabila kan ook nu de impasse bestendigen. Kabila mag, zoals Mobutu op het einde van zijn regime, door zijn omgeving geneutraliseerd zijn, formeel blijft het staatshoofd de chef. Want ondanks de twee/driedeling van Congo, blijven – op z’n Zaïrees – informele verbindingslijnen bestaan tussen alle partijen: rebellenleider Bemba in Noord-Congo houdt contact met Kabila; diens BZ-minister Yerodia met Thambwe van de door Rwanda gesteunde rebellen. De Congolezen zouden het dus vrij snel eens kunnen worden. Zoals dat ook in 1996/97 mogelijk was toen de terminale kanker van Mobutu tot werkbare alternatieven had kunnen leiden. Maar het Westen zag dat niet en kennelijk kent men of wil men de gelijksoortige situatie vandaag in Kinshasa niet kennen.
Door verkeerde inschatting koos Washington destijds onverhoeds voor Kabila – de maquisard met een bedenkelijke reputatie. Om nauwelijks één jaar later een rebellie tegen hem te steunen.
Eenzelfde misperceptie is nu ook mogelijk. Schijnbewegingen van de VN of van Amerikaanse en Franse belangengroepen zullen geen vrede brengen, maar op de aanstokers van het conflict wordt geen politieke (en economische) druk uitgeoefend: Uganda en Rwanda komen in aanmerking voor schuldverlichting, terwijl Zimbabwe IMF-kredieten ontvangt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier