Nieuwe Grote Depressie op komst?

Niet inflatie, maar deflatie bedreigt vandaag de economie. Een algemene daling van de prijzen kan de VS en ook Europa meesleuren in langdurige ellende. Staan we aan de vooravond van een nieuwe Grote Depressie? Topeconoom Stephen Roach waarschuwt.

Vooral in de VS, maar ook in Europa klampt men zich vast aan het idee dat de huidige economische perikelen grotendeels voortspruiten uit een correctie op de aandelenmarkten. De dotcomdroom had zowat alle aandelen meegetroond op de hoogste golven. Na het abrupte ontwaken uit die internet- en telecomdromen, zijn zowat alle aandelenkoersen keihard op de beursvloer neergeploft. Even doorbijten en de algemene correctie laten overwaaien dan maar? “Dat is een fundamenteel verkeerde analyse,” waarschuwt Stephen Roach, de invloedrijke hoofdeconoom van investeringsbank Morgan Stanley. “We zien ons vandaag met grote economische moeilijkheden geconfronteerd, waarvan deflatie het meest prangende probleem dreigt te worden.”

Op het eerste gehoor klinkt deflatie best aangenaam. Over het algemeen dalen de prijzen. Maar dat fenomeen betekent doorgaans ook dat er gewoon te weinig besteed wordt. De economie kwakkelt en kan in een neerwaartse spiraal terechtkomen. Kijk naar het hedendaagse Japan. “Er bestaan weliswaar grote verschillen tussen de VS en de eurozone enerzijds en Japan anderzijds, maar we moeten de mogelijkheid van deflatie onder ogen zien.” Denk ook aan de Grote Depressie van de jaren dertig van de vorige eeuw. Roach windt er geen doekjes om. Hij is ook niet de zoveelste economische predikant in een lege kerk, met zijn mening wordt wél rekening gehouden, zelfs door levende legende Alan Greenspan, de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank.

Verontrustende trends

De argumentatie van Roach spitst zich op de eerste plaats toe op de VS, maar als het regent in Washington, druppelt het in Brussel. Constateert Roach: “De index van de producenten- of groothandelsprijzen, is al geruime tijd negatief. In de VS daalt die index nu met 1,5% op jaarbasis. In Japan schommelt dat tussen -2% en -3%. Voor de eurozone is het ook al negatief: 1,1% in het rood. Men kan de index van de groothandelsprijzen als een soort van voorlopende index voor het algemene prijspeil beschouwen. De index van de consumptieprijzen stijgt in de VS op jaarbasis nog wel met 1,5%, maar dit allesomvattende cijfer verbergt heel verschillende ontwikkelingen. De index van de prijzen over alles wat met wonen en bouwen te maken heeft, weegt voor 22% door in die algemene prijsindex. De voorbije twaalf maanden steeg deze subindex van bouw- en woonkosten met 4,2%. Dat betekent dat de stijging van de algemene index van de consumptieprijzen met 1,5% terugvalt naar 0,6% als men de bouw- en woonsubindex niet meetelt. Uitzuivering van die subindex is een zinvolle oefening, want ik ken geen enkel ernstig analist die voor de bouw- en woonprijzen in de VS geen stevige neerwaartse trend verwacht in de komende maanden.”

Ook de deflator van het bruto binnenlands product (BBP) vormt een prima waardemeter voor de intern voortgebrachte inflatie. Via de internationale handel kan inflatie immers ook geïmporteerd worden. Roach: “De Amerikaanse BBP-deflator stijgt nu op jaarbasis met 1%. Voor de dienstensector gaat het om een klim van 2,2%, maar voor de productiesectoren (nog altijd goed voor ruim 40% van de economie in de VS) is er al een daling met 0,2%. Vergeet ook niet dat de prijzen van goederen veel nauwkeuriger opgetekend worden dan die van diensten. Ik hecht daarom meer belang aan de deflatie in de goederensector dan aan de inflatie in de diensten. Tussen het eerste kwartaal van 2001 en het tweede kwartaal van 2002 daalde de algemene deflator van de Amerikaanse economie al van 2,3% naar 1%. Dat is een opvallend felle daling in een periode van eerder expansief monetair beleid. Vandaar mijn vrees dat de Amerikaanse economie de voorbije maanden geleidelijk in de greep van deflatoire krachten is gekomen. Zelfs een verdund afkooksel van het Japanse scenario van de voorbije tien jaar doet een mens kippenvel krijgen. Economische groei en werkgelegenheid zullen zware klappen krijgen als we er niet in slagen die trend snel om te keren.”

Lage(re) rente

Roach ziet twee hoofdoorzaken voor de tendens tot prijsverlaging: de inmiddels doorprikte zeepbel op de aandelenmarkten en de globalisering. “De excessen op het einde van de twintigste eeuw op de aandelenmarkten creëerden in een aantal markten een aanzienlijke overcapaciteit. Dit fenomeen treft vandaag de VS meer uitgesproken dan Europa, maar toch lijkt me ook bij jullie de nodige waakzaamheid geboden. Nieuwe economie of niet, als in een markt het aanbod de vraag overtreft, ontstaat er neerwaartse druk op de prijs.”

Ook de effecten van de versnelde globalisering laten zich meer en meer voelen in de VS. Licht Roach toe: “De import vertegenwoordigt vandaag een volume dat een derde bedraagt van wat de Amerikanen zelf aan goederen (zonder diensten) voortbrengen. In de twaalf maanden voor augustus 2002 daalde de index van de importprijzen met 1,5%. In de twaalf maanden daarvoor bedroeg die daling zelfs 2,4%. Maar laat u niet misleiden door de vertraging in die daling. Op basis van de evolutie van de dollarkoers in de voorbije 24 maanden hadden we een grotere vermindering van de deflatoire druk uitgeoefend door de importprijzen mogen verwachten”

Het ogenblik lijkt dan ook aangebroken dat de Amerikaanse federale bank en/of de EuropeseCentraleBank een nieuwe rentedaling doorvoeren of een andere monetaire actie op het getouw zetten. Stephen Roach acht het evenwel niet opportuun zich nu daarover uit te spreken.

Johan Van Overtveldt

johan.van.overtveldt@trends.be

“Zelfs een verdund afkooksel van het Japanse scenario van de voorbije tien jaar doet een mens kippenvel krijgen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content