Nieuwe fiscale cultuur
In de schaduw van de strijd om de top van de fiscus, blikt Edgard Van Vreckem administrateur-generaal van belastingen aan de vooravond van zijn pensioen terug op zijn geesteskind : de herstructurering van de fiscale administraties binnen Financiën.
Op 1 juli aanstaande gaat de geestelijke vader van de fiscale reorganisatie, Edgard Van Vreckem, op pensioen. Sinds eind jaren tachtig houdt de administrateur-generaal van de belastingen de nummer twee op het ministerie van Financiën zich bezig met de herstructurering van de besturen (zie ook Trends van 6 maart 1995). Vandaag legt hij de laatste hand aan de Nieuwe Fiscale Cultuur (NFC).
Vanaf het begin streeft Van Vreckem de splitsing tussen het beheer van de dossiers (inzameling, aanslag en invordering) en de controle (verificatie) na. Theoretisch liggen de krijtlijnen vast in een vijfjarenplan, reeds in ’91 goedgekeurd door de regering. Na talloze uitstellen vooral als gevolg van interne tegenkantingen van het middenmanagement en gebrek aan de nodige middelen wordt deze maand de laatste klip genomen. Dan start de bespreking met de vakbonden over de algemene baremaherziening van het kader, waarvoor nu eindelijk in de begroting ’97 de nodige kredieten zijn voorzien (het lager personeel kreeg reeds vorig jaar met terugwerkende kracht tot 1 januari ’94 zijn loonsverhoging, goed voor een extra uitgave van één miljard frank per jaar).
Edgard Van Vreckem : “In Nederland werd de reorganisatie op zeven jaar tijd in ’93 afgerond. Wij doen er iets langer over, maar hopen de klus dit jaar nog te kunnen klaren. In vergelijking met onze noorderburen blijft niveau 1 bij ons echter ondervertegenwoordigd (15 % versus 35 % van het totaal personeelsbestand). Qua aantal zitten we op gelijke hoogte met Nederland zo’n 28.000 ambtenaren maar wij moeten ook andere activiteiten, zoals het kadaster ( nvdr geprivatiseerd bij onze noorderburen), uitoefenen. Bovendien houden wij rekening met allerlei situaties van de loontrekkers (kapitaalaflossingen, leningen, verzekeringen, aantal kinderen ten laste enzovoort), terwijl Nederland met een inhouding aan de bron werkt, wat het aantal dossiers gevoelig vermindert.”
Tenslotte staat de administrateur-generaal van belastingen aan de wieg van Belcotax, de automatische belastingheffing van loontrekkers en gepensioneerden. Maar dit project is na een mislukt experiment in ’96 voorlopig afgeblazen, omdat de parlementaire commissie aan de fiscus nog altijd geen goedkeuring heeft gegeven om via het nationaal identificatienummer alle gegevens (pensioensparen, kapitaalaflossing, interest, levensverzekering en dergelijke meer) te verzamelen. De topman van de fiscus noemt dit onwil : “Men beroept zich steeds op de privacy. Inderdaad, de informatie moet beschermd worden, maar niet het nummer. Bovendien bezorgen vele instanties ons nog de informatie op manuele wijze. Dat is toch niet meer van deze tijd. Daarom pleit ik voor een dringende wetswijziging, die het gebruik van magnetische gegevensdragers oplegt en ons het gebruik van het nationaal nummer toelaat. Gelukkig is de minister van Financiën bezig dit euvel aan te pakken.”
Herstructurering in fasen
Het eerste vijfjarenplan dateert uit ’91. In de beleidsnota van 15 september ’94 worden de krachtlijnen van de fiscale reorganisatie vastgelegd. Thans is fase 1 van de herstructurering achter de rug.
Sinds 1 januari ’96 bestaat de Administratie van Fiscale Zaken (AFZ), belast met de wetgeving en de internationale betrekkingen. Twee mensen staan aan het hoofd van deze dienst : Jean-Marc Delporte (van PS-signatuur) en de directeur-generaal van de directe belastingen Henri De Greef (CVP-stempel) getipt als opvolger van Van Vreckem (zie ook Trends van 6 maart ’97).
Vandaag vindt fase twee plaats : de oprichting van de Administratie van de Ondernemings- en Inkomstenfiscaliteit (AOIF), bevoegd voor de gemeenschappelijke controle van belastingplichtigen. Van Vreckem : “Officieel starten de 46 polyvalente controlecentra, geografisch verspreid over heel het land, op 1 juli aanstaande. In de praktijk mikken wij echter op 1 oktober ’97. De recente eenheden ter controle van coördinatiecentra, multinationals, vastgoedsector, niet-rijksinwoners en financiële instellingen blijven bestaan.”
Volgend jaar wordt werk gemaakt van de derde fase : omvorming van de huidige taxatiediensten tot twee gescheiden beheerscentra (BTW en directe belastingen). Aangezien beide afdelingen zich in hetzelfde dienstgebouw vestigen, zal de volledige integratie op een haast geruisloze manier kunnen verlopen. Van Vreckem : “Naar Nederlands model streven wij op termijn naar één centraal aanspreekpunt voor de belastingplichtige. Tenslotte pakken we tegen de eeuwwisseling de herstructurering van de onroerende fiscaliteit (fusie van kadaster, registratie en domeinen) aan. De Bijzondere Belastinginspectie (BBI) en de douane & accijnzen blijven evenwel afzonderlijke eenheden.”
Zo maakt de administratie van belastingen zich op voor de 21ste eeuw (zie kader Internet). Intussen is ook de verhouding tussen fiscus en belastingplichtige grondig gewijzigd. De tijd dat alles tussen pot en pint geregeld kon worden, is definitief voorbij. De mondige burger heeft zich fiscaal bewapend. Daartegenover staat dat ook Financiën zijn afweergeschut moderniseert. Van Vreckem : “Professionalisering van beide partijen is een goede zaak. Bovendien zullen de fiscale geschillen in de nabije toekomst ondanks een nieuwe afwijzing door de Raad van State zal de hervorming van de fiscale procedure nog hopelijk dit jaar goedgekeurd worden gemakkelijker op administratief vlak vóór de officiële inkohiering geregeld kunnen worden. Pas na de filtering gaan de ernstige betwistingen naar gespecialiseerde rechtbanken in eerste aanleg ( nvdr naar schatting 5000 à 10.000 van de 180.000 bezwaarschriften per jaar), zodat de gewestelijke directeur geen rechter en partij meer kan spelen.”
Nieuwe cultuur
Deze nieuwe aanpak vereist een mentaliteitswijziging van zowel de belastingplichtige als de ambtenaar, aldus de administrateur-generaal van belastingen. Voor een optimale overgang richt Financieminister Philippe Maystadt deze maand een aparte dienst op : Voorbereiding en Begeleiding.
Aangezien het ministerie nu overschakelt van een verticale naar een horizontale structuur, zal deze afdeling als schakel tussen het hoofdbestuur en de lokale centra fungeren. Hiervoor is een volledig uitgewerkt vademecum opgesteld. Van Vreckem : “Het is belangrijk dat ook de ambtenaren zich aanpassen aan de nieuwe fiscale cultuur (NFC). Reeds tweemaal heeft Maystadt in het personeelsblad Fininfo een oproep gedaan voor adviezen en suggesties over de herstructurering, desgewenst persoonlijk aan de minister zelf. Buiten de klassieke opmerkingen van de vakbonden is daar bitter weinig reactie op gekomen.”
Niet de politieke wil, maar de middelen ontbreken om tot een snelle reorganisatie te komen, besluit Van Vreckem, die zich niet durft uit te spreken over de vraag of beide elementen niet onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Zo kreeg de Nederlandse fiscus in ’95 meer dan 8 miljard frank voor haar automatiseringsprogramma’s, terwijl ons land hiervoor maar 1,6 miljard frank veil had. Dit cijfer zakte vorig jaar nog naar 1,1 miljard frank. Onze noorderburen beschikken over 28.000 personal computers (één per ambtenaar), waarvan 5000 draagbare pc’s. Van Vreckem : “Vorig jaar hebben wij eindelijk onze eerste 1000 portables gekregen. Het feit dat het zo lang geduurd heeft, is mede het gevolg van de stroeve procedure voor de overheidsbestellingen.” Tevens geeft de administrateur-generaal met enige terughoudendheid toe dat de belastingcontroleurs nog niet met deze draagbare computers kunnen werken, omdat de nodige auditsoftware ontbreekt. “Maar die is besteld,” verduidelijkt Van Vreckem snel. “Wij geven nu de volledige prioriteit aan de installatie van een geïntegreerd netwerk. Ook zullen wij vanaf 1 januari ’99 als eerste lidstaat in de Europese Unie over de nodige conversieprogramma’s voor de euro beschikken.”
Na de reorganisatie van de administraties, de modernisering van het instrumentarium, de (inter)nationale samenwerking (onder andere met Justitie) en de hervorming van de procedure beschikt de fiscus nu over een goede defensie.
De eerste resultaten sijpelen al binnen. Belastingen moeten niet alleen worden gevestigd, maar ook geïnd. Zo steeg het bedrag van achterstallen tussen ’93 en ’95 van 98 naar 135 miljard frank (BTW) en van 165 naar 257 miljard frank (directe belastingen). Het kabinet van Maystadt bereidt de oprichting van een speciale invorderingscel binnen de BBI voor, die er over zal waken dat deze sommen effectief geïnd zullen worden, vooraleer de betrokken belastingplichtigen zich insolvabel laten verklaren. Van Vreckem : “Het is nu aan mijn opvolger om voor al die problemen een passende oplossing te vinden en het vertrouwensklimaat binnen Financiën opnieuw te herstellen. Ik wens hem veel geluk toe.”
ERIC POMPEN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier