“Nieuwe afvaloven in Beveren zal niet renderen”

Een slibverwerkingsinstallatie van 180 miljoen euro dreigt zonder slib te komen zitten. Alleen als de overheid haar installaties sluit en contracten met de privé-sector opzegt, komt er ruimte vrij voor deze nieuwe wervelbedoven. Dat vreest parlementslid Erik Matthijs.

In Beveren bouwt de firma Sleco – een joint venture tussen de milieubedrijven Indaver (overheid) en Sita (dochter van Suez) – een wervelbedoven. Die moet midden 2006 klaar zijn en zal jaarlijks 460.000 ton hoogcalorisch afval en slib kunnen verbranden. De installatie zal 180 miljoen euro kosten.

“Maar het businessplan dateert van 1996 en is eindeloos achterhaald,” zegt parlementslid Erik Matthijs (CD&V). “Volgens de prognoses uit die tijd zou Aquafin begin 21ste eeuw jaarlijks 413.000 ton ontwaterd slib produceren. Daarom sloot Aquafin een contract met Sleco om 90.000 ton tegen 75 euro per ton te verbranden. Maar door de verbetering van de technologie produceert Aquafin nu slechts 285.000 ton slib per jaar. Intussen is de verwerkingscapaciteit gestegen tot 293.000 ton. Alleen als de overheid haar eigen installaties sluit en lopende contracten met de privé-sector opzegt, komt ruimte vrij voor Sleco. De wervelbedoven is zo geconcipieerd dat de helft van het afval uit slib moet bestaan om goed en rendabel te werken.”

Ook vreest Matthijs een monopoliepositie van Suez in de afvalsector. “Volgens de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (Vito) kost de verbranding van hoogcalorisch afval in wervelbedovens ongeveer 60 euro per ton, of driemaal meer dan bij co-incineratie in de elektriciteitscentrales van Electrabel. Als Aquafin 75 euro per ton voor de verwerking van het slib betaalt, zakt de prijs naar 20 euro per ton. Maar dan moet wel de helft van het volume uit slib bestaan. En die garantie heeft Sleco nu niet, hooguit de 90.000 ton van Aquafin.”

Zelfs al zou Sleco op de markt 230.000 ton slib vinden, dan zwijgt de firma over de uiteindelijke vraagprijs voor de verwerking van het hoogcalorische afval, aldus Matthijs. “Om een financieel rendement van 17 % na afschrijvingen te halen – zoals het businessplan voorziet – moeten de leveranciers minstens 100 tot 120 euro per ton ophoesten. Maar de internationale marktprijs bedraagt slechts 50 euro per ton. Wegens het huidige stortverbod en het tekort aan verbrandingscapaciteit voor hoogcalorisch afval hebben de bedrijven en gemeenten echter geen alternatief. Elk land moet namelijk eerst zijn eigen verwerkingscapaciteit benutten vooraleer de afval mag worden geëxporteerd. Ovam zal dus nooit een exportvergunning verlenen.”

Volgens Ronny Ansoms, gedelegeerd bestuurder van Indaver, loopt het allemaal zo’n vaart niet. “De installatie is vrij flexibel. Bovendien rekenen we op nog ander slib in Vlaanderen. Nu steeds meer bedrijven zelf hun afvalwater zuiveren, stijgt hier het aanbod. Ten derde dumpt Vlaanderen nog altijd 600.000 ton hoogcalorisch afval in binnen- en buitenland. Zodra de lidstaten hun bestaande stortverboden in de praktijk toepassen, komt een grote markt voor ons vrij. Zo voorspellen waarnemers dat Duitsland binnenkort met een tekort van 3 à 5 miljoen ton zit opgescheept.” Ansoms zal zijn klanten ook niet te veel aanrekenen. “Uit de aanbesteding van Vlaams-Brabant eind vorig jaar blijkt dat de verwerkingsprijs rond 115 euro per ton (inclusief milieuheffing en BTW) schommelt. We hoeven ons dus geen zorgen te maken over de toekomst van Sleco.”

E.P.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content