Nieuw fonds oprichten? Niet in een-twee-drie

In ons land hebben beleggers de keuze uit duizenden beleggingsfondsen. Toch kan niet eender wie een fonds oprichten. Er zijn tal van procedures en controles, die het moeilijk maken voor beginnende fondsbeheerders maar tegelijk beleggers beschermen.

Het zijn meestal grootbanken, zoals BNP Paribas Fortis en KBC, en wereldwijd actieve fondsbeheerders, zoals BlackRock en Schroders, die fondsen opstarten. Maar er zijn ook tal van kleinere Belgische beheerders, zoals Aphilion en Value Square, die met een fonds beginnen. Wie kan een fonds oprichten en welke stappen moet hij nemen om in België een fonds, of een instelling voor collectief belegging (ICB) in het jargon, uit de grond te stampen?

Verschillende types

Wie geld van verschillende beleggers wil samenbrengen en beheren in een gezamenlijke portefeuille, moet een hele resem stappen en procedures doorlopen. Ten eerste maken de financiële autoriteiten een onderscheid tussen de verschillende types ICB’s. Zo zijn er institutionele, private en openbare fondsen. De eerste is enkel voor institutionele beleggers, zoals verzekeraars en pensioenfondsen. De tweede is voor private beleggers. Zo’n fonds is slechts voor een beperkt aantal beleggers bestemd voor wie geen doorgedreven informatieplicht geldt. Er wordt verondersteld dat het over goed geïnformeerde beleggers gaat. Een minimuminleg van 125.000 euro is verplicht. Met een privaat fonds mag men het grote publiek niet aanspreken.

Openbare ICB’s zijn bestemd voor het brede publiek. We hebben het in dit artikel over het openbare fonds en voegen er voor de volledigheid aan toe dat het over een open ICB met een veranderlijk aantal deelbewijzen gaat. Zo’n fonds kan elke handelsdag zijn kapitaal verhogen of verlagen door de uitgifte van nieuwe deelbewijzen als een belegger instapt of een terugkoop van bestaande deelbewijzen als een belegger uitstapt.

Voldoende middelen

In ons land mogen enkel beleggingsondernemingen, zoals een bank, een beursvennootschap of een vennootschap voor vermogensbeheer, een openbaar open beleggingsfonds oprichten. De financiële waakhond, het FSMA, ziet daarop toe. De eenmalige opstartkosten bedragen 50.000 euro, die over een periode van vijf jaar kunnen worden afgeschreven. Daar zitten ook notariskosten bij, want er moet een oprichtingsakte met statuten worden verleden.

Voor de aanvang moet voor 1,2 miljoen euro beleggingskapitaal staan op een geblokkeerde rekening. Dat is geld van beleggers die bereid zijn te beleggen bij de emittent. Het vertrouwen moet aanwezig zijn, zeker bij een emittent die aan zijn proefstuk toe is. Het is dan ook van groot belang dat de emittent al ervaring heeft.

Voor kleine Belgische beheerders, zoals Value Square, dat midden 2008 is opgericht en van nul moest beginnen, was dat een uitdaging. We stippen specifiek deze beheerder aan omdat zijn fondsen in België zijn geregistreerd en de ISIN-code van de fondsen dus begint met BE.

Daarna begint het echte werk. Na een jaar moet er volgens een professional uit de industrie 15 à 20 miljoen euro beleggingskapitaal in het fonds zitten. Anders is het sop de kool niet waard. Er komen heel wat extra kosten bij beleggingsfondsen kijken. De oprichter moet er zeker van zijn dat het fonds en zijn onderliggende beleggingsthema goed in de markt zullen liggen.

Partners

Het is niet mogelijk alles alleen te doen bij de oprichting van een fonds. Er zijn professionele partners nodig, die uiteenlopende taken voor hun rekening nemen. Die activiteiten kosten geld, maar de beheersvergoeding die de beheerder aanrekent, dient onder meer om die kosten te dekken. Het ideale scenario is dat de beheersmaatschappij zich kan toeleggen op het beheer van de gelden en alle administratieve rompslomp kan uitbesteden, wat in de meeste gevallen ook gebeurt.

Ten eerste is eenbewaarder of custodian bank nodig. Deze partij, die in België gevestigd moet zijn, moet alle activa bewaren en ervoor zorgen dat ze veilig zijn. De bewaarder geeft een rekening(nummer) en een effectendossier waar alle activa zich bevinden. De bewaring van de effecten kan bij een gewone instelling gebeuren, zoals KBC. Vóór het faillissement van Lehman Brothers was dat een formaliteit. Vandaag denkt men twee keer na waar men zijn activa onderbrengt.

De bewaarder kan ook als transfer agent fungeren, maar dat is niet verplicht. Zijn taak bestaat erin de dagelijkse in- en uittredingen mogelijk te maken.

Ten tweede is er de fund administrator die onder andere de dagelijkse of wekelijkse berekeningen (afhankelijk van fonds tot fonds) uitvoert en ervoor zorgt dat op tijd aan de wettelijke verplichtingen wordt voldaan, zoals het voorbereiden van het halfjaar- en jaarverslag (die door de toezichthouder FSMA moeten worden goedgekeurd), de invulling en de verspreiding van het prospectus, enzovoort. U vindt op de website value-square.be onder de rubrieken ‘Fonds’ en ‘Wettelijke informatie’ welke documentatie u verplicht moet bijhouden.

Er zijn in België twee spelers die alle administratiediensten in één pakket aanbieden, Casceis en RBC Investor Services. België is niet meteen het walhalla van de fondsenadministratie, dat is Luxemburg. In het Groothertogdom zijn er tientallen dergelijke instellingen. De meeste fondsen op de Belgische markt zijn dan ook daar geregistreerd, vandaar de ISIN-code met de beginletters LU.

Ten derde is er een commissaris-revisor nodig, zoals Deloitte. Dat is een onafhankelijke expert die de rekeningen van de ICB controleert. Niet alleen de cijfers moeten worden geverifieerd, ook de organisatie, de werkzaamheden en de financiële structuur houdt de commissaris-revisor tegen het licht.

Interne organisatie

Naast al die taken moet er intern ook heel wat worden geregeld. Een beleggingsfonds kan worden vergeleken met een onderneming. Elke ICB heeft een raad van bestuur die verantwoording moet afleggen aan de algemene vergadering van de aandeelhouders (die minstens één keer per jaar moet worden samengeroepen), de commissaris-revisor en de toezichthouder. Daarnaast is er een effectieve leiding. Dat zijn de mensen die het beleid van het fonds in de praktijk brengen. Ten slotte moeten er interne controleprocedures worden opgesteld.

Françis Muyshondt

Na een jaar moet er 15 à 20 miljoen euro beleggingskapitaal in het fonds zitten. Anders is het sop de kool niet waard.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content