‘NIET TE VEEL KLAGEN’

Alexander Saverys is stichter, gedelegeerd bestuurder en hoofdaandeelhouder van de shortsearederij Delphis. Die baat veertien eigen schepen uit, die vooral in Azië, Afrika en Latijns-Amerika worden ingezet. Ze huurt er daarnaast 25, die hoofdzakelijk in Europa actief zijn, met als grootste markt Rusland. Rechtstreeks stelt het bedrijf 150 mensen tewerk in dertien Europese landen en Hongkong, inclusief zeevarenden zijn er dat ongeveer 650.

Hoe ziet u de economie evolueren?

“Ik heb geen idee hoe de algemene economie zal evolueren: wat we vandaag zien, kan heel snel veranderen. En de gouden jaren van 2006, 2007 en 2008 zijn helaas voorbij. Maar ik ben eerder optimistisch over mijn generatie, die de komende jaren economisch aan de macht komt. Ik zie veel realiteitszin, maar ook dynamisme om nieuwe producten te ontwikkelen, toffe bedrijven te starten en voor welvaart te zorgen.

“Zeg nooit nooit, maar ik kan me niet inbeelden dat we over twintig jaar als scheepvaartgroep niet meer in België zitten. Onze klanten en leveranciers zitten over heel de wereld, maar wat we vooral nodig hebben zijn goede mensen tegen redelijke condities. Ga naar Londen, Singapore, Hongkong: het is niet altijd eenvoudig om die te vinden. We hebben goede universiteiten. Zolang we een open geest houden, onze talen blijven kennen en veel reizen, zijn onze jonge mensen klaar om de scheepvaart in ons land te doen groeien.”

Wat zijn de grote evoluties in uw sector?

“We zitten geprangd tussen twee grote blokken. Er is de toevloed van goedkoop Amerikaans geld. En in Azië, hét zwaartepunt van de scheepvaart, moeten we concurreren met overheidsgesubsidieerde concurrenten, of met rederijen die met zeer goedkoop geld zijn gefinancierd. In Europa bedragen de financieringskosten 8 tot 10 procent, zij zitten op minder dan 1 procent, waardoor ze de overcapaciteit niet echt voelen. Wij counteren dat door de ervaring van onze mensen, en de durf om onszelf heruit te vinden: de klant tonen dat niet alleen de prijs, maar ook de kwaliteit en de mogelijkheden van onze schepen belangrijk zijn. We hebben met de crisis zes helse jaren achter de rug, maar het gevolg is ook dat er veel opportuniteiten zijn. Onze schaarse middelen blijven we investeren. We hebben nu vier schepen in aanbouw, en een optie op nog eens zes. Met Delphis blijven we ons toeleggen op middelgrote tot kleine schepen, die heel flexibel kunnen worden ingezet op de intra-Azië-trade, en de markten in Afrika en Latijns-Amerika. Die flexibiliteit is onze troef: onze schepen hebben eigen kranen, de helft van onze vloot is nu al ice-class, en we worden ook de eersten ter wereld met schepen onder de Europese zwavelnorm. Op die uitdagingen blijven we ook de komende jaren inzetten, want na zwavel zal het stikstof zijn, en CO2.”

Wat wenst u de volgende generaties toe?

“Zeer veel toegevoegde waarde. Niet alleen in geld, dat is slechts een middel, maar vooral persoonlijk. Ze moeten niet te veel klagen en zagen dat het allemaal slecht gaat, maar de handen uit de mouwen steken. Ik wens hen een goed leven, en dat bereik je door hard te werken.”

L.H.

“Jonge mensen zijn klaar om de scheepvaart in ons land te doen groeien”