Niet te stoppen

Het gebeurt niet elke dag. Maar als een procesinstallatie van een petrochemisch bedrijf wordt stopgezet, zijn ze in Merksem niet meer te stoppen.

Procesinstallaties van petrochemische bedrijven en raffinaderijen draaien dag en nacht, zeven dagen op zeven, en dat gedurende jaren. Maar ooit volgt de onvermijdelijke onderhoudsbeurt. En dan moet het snel gaan, want dergelijke stops kosten de onderneming handenvol geld.

“Op dat ogenblik springen wij in de bres”, zegt Matty Zadnikar, algemeen directeur van Safety Services uit Merksem. “Wij zorgen niet alleen voor het onderhoud, de verhuur en het beheer van persoonlijke beschermingsmiddelen, maar ook voor het volledige veiligheidstoezicht en de coördinatie.”

Vorig jaar sleepte Safety Services een contract van 24 miljoen frank in de wacht. De steamcracker van BASF – waar de olie wordt gekraakt tot ethyleen – was aan zijn eerste grote onderhoudsbeurt toe. Marktonderzoek wees evenwel uit dat geen enkel bedrijf in de Benelux de nodige veiligheidsuitrustingen en -middelen voor deze gevaarlijke klus verhuurde. Alles moest worden aangekocht. Uiteindelijk stelde Zadnikar voor het hele veiligheidstoezicht op zich te nemen, inclusief de oprichting van een coördinatiecentrum op de site.

De roots van Safety Services liggen in de onderhoudsafdeling van Irea, het opleidingscentrum en onderhoudscentrum van de Kempense Steenkoolmijnen. Toen de laatste mijn werd gesloten, richtte Zadnikar – de toenmalige KS-interventieleider voor de reddingsploegen – in 1994 Safety Services op binnen de Vandeputte-groep uit Boechout, een verkoper van veiligheidskleding. Vandaag realiseert het bedrijf uit Merksem een jaaromzet van 105 miljoen frank met 27 werknemers.

Al zes jaar onderhoudt, keurt en herstelt Safety Services alle persoonlijke beschermingsmiddelen op de werkvloer. Zadnikar: “Als enige in de Benelux maakt Safety Services geen onderscheid tussen de verschillende merken. De herpositionering van het bedrijf heeft alles te maken met onze doelstelling permanent te innoveren. De basisdienst – het onderhouden van veiligheidsmiddelen – blijft bestaan, maar zal op termijn achteruitgaan. De ontwikkelingen op technologisch vlak maken kwalitatievere producten mogelijk en bijgevolg zijn ze ook onderhoudsvriendelijker. Of misschien gebeurt het omgekeerde en breekt morgen de wegwerpmentaliteit door. Dan wordt onderhoud helemaal overbodig.”