Niet te snel victorie kraaien

Ondanks de talloze optimistische berichten over een herstel van de economie, lijkt het daar nog wat te vroeg voor. Het beleid moet in alle rust de lijnen uitzetten.

Sinds april schrijven journalisten over groene scheuten, gewagen economen van stijgende productiecijfers en steken investeerders opgewekt grote winsten op hun effectenportefeuille in hun zak. Maar het goede nieuws leek aan heel wat gezinnen voorbij te gaan. Miljoenen jobs verdwenen, het aantal wanbetalingen op leningen steeg en de herstructurering van bedrijven veroorzaakte onrust. Biedt het herstel, dat eind 2009 begon, het volgende jaar blijvend soelaas?

Misschien niet. De opleving in 2009 kwam uit twee hoeken. In de eerste plaats gingen fabrieken die de deuren sloten toen de globale vraag instortte, weer aan de slag om de bijna lege rekken weer aan te vullen. Ten tweede begonnen de plannen voor massale overheidsbestedingen effect te sorteren, gingen de belastingen naar beneden en zetten de centrale banken het mes in de intrestvoeten.

Maar wat zal er in 2010 gebeuren als de pakhuizen weer vol zijn? Dan kan de productie wel eens tot stilstand komen, tenzij de verkoop van koelkasten, auto’s en kleding weer aantrekt. Daar is echter weinig kans toe zolang de zwaar toegetakelde consumenten hun schulden niet van zich afschudden en weer op verhaal komen, wat onwaarschijnlijk lijkt zolang de werkloosheid op een hoog peil blijft.

Intussen kunnen de overheden het herstel niet blijven financieren. De meeste centrale banken hebben de intrestvoeten zoveel ze kunnen verlaagd en het financiële systeem overspoeld met cash. De overheidsbestedingen kunnen hoog blijven, maar een verdere toename zou onbetaalbaar worden voor de meeste landen. 2010 zou dus wel eens kunnen uitdraaien op een ontgoocheling.

De staart van de draak

Zoals gewoonlijk ziet het er in de opkomende landen wat roziger uit, al dienen ook daar nuances te worden aangebracht. Het blijft uitkijken naar China. De instorting van de Amerikaanse en Europese economieën heeft de export van China afgevlakt, maar de Chinese regering is voor de dag gekomen met de moeder van alle stimuleringsplannen. Dat, gekoppeld aan een boom in de leningsactiviteiten van de banken, was voldoende om de economie met 8 procent te doen voortsnorren. In tegenstelling tot de meeste andere landen kan China dat, indien nodig, in 2010 weer aan.

Heel wat andere economieën vinden baat bij het succes van China. De door de staat gesteunde investeringsprojecten zwengelen de vraag naar de exportproducten van andere Aziatische landen aan, terwijl grondstoffenproducenten van Australië tot Brazilië meegesleurd worden door de staart van de draak. India moet zich ook kunnen herpakken, op voorwaarde dat de oogst beter uitvalt dan in 2009. Oost-Europa is een zorgenkind. Het gaat gebukt onder te veel schulden en er zijn te weinig solvabele klanten op hun West-Europese exportmarkten.

Twee zaken worden duidelijk. Ten eerste zal elke hoop op een V-vormige opleving in de rijke wereld in rook opgaan. Ten tweede houden de overheidsbestedingen in de ontwikkelingslanden de fabrieken draaiend terwijl de beleidsmakers hun economieën weer proberen in evenwicht te brengen in de hoop op latere groei.

De beleidsmakers in het Westen zullen er genoegen mee moeten nemen de toestand niet te verergeren. Neem nu de handel. De wereld zou baat vinden bij een Doha-overeenkomst die de handel vrijer maakt, de overheden hebben echter de handen vol om protectionisme af te weren.

Hetzelfde met de openbare bestedingen. Hoe graag de overheden meer geld in hun broze economieën willen pompen, het aanzwellende peil van de openbare schulden maakt dat erg moeilijk.

DE AUTEUR IS REDACTIEDIRECTEUR EN CHIEF ECONOMIST VAN DE ECONOMIST INTELLIGENCE UNIT.

Door Robin Bew

2010 Het herstel is een karwei dat langer duurt dan velen verwachten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content