Niet bang van 0 procent

Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

Er zijn spaarboekjes met een basisrente van 0,1 procent. Durven de banken die rente op 0 procent te zetten? Wanneer heeft de spaarder er genoeg van?

Het regende de voorbije maand renteverlagingen op spaarboekjes, kasbons, termijnrekeningen en volksleningen. De banken wijzen met een beschuldigende vinger naar de Europese Centrale Bank (ECB). De voorzitter van de ECB, Mario Draghi, mag dan wel zeggen dat hij de rente enkel verlaagt voor de banken en niet voor de burgers, maar voor de Belgische spaarder komt het op hetzelfde neer.

Er zijn nu al boekjes op de markt die amper 0,1 procent rente bieden, aangevuld met een getrouwheidspremie van 0,9 procent of meer voor wie zijn geld een jaar lang op de rekening laat staan. Hoe laag kan de basisrente op een spaarboekje zakken? “Ik denk niet dat een Belgische bank het aandurft de basisrente echt op 0 procent te zetten. Die psychologische drempel is bijzonder hoog”, zegt Peter De Keyzer, de hoofdeconoom van BNP Paribas Fortis.

Reële en nominale rente

Volgens De Keyzer is er niet echt een aanwijsbare pijngrens, een rentepeil dat spaarders zou motiveren hun spaargeld op te nemen en te consumeren. “Door de vergrijzing was er de voorbije jaren in ons land zelfs eerder een negatieve correlatie tussen de rente en het spaargedrag”, legt De Keyzer uit. “Hoe lager de rente, hoe meer geld opzij moet staan om dezelfde regelmatige uitkering te krijgen. Zestigplussers die willen leven van hun rente, sparen daarom meer naargelang de rente zakt.”

De Keyzer wijst er ook op dat de spaarders momenteel minder koopkracht verliezen dan twee jaar geleden. “De reële rente op spaarboekjes is hoger dan twee jaar geleden, maar de mensen kijken enkel naar de nominale rente”, zegt De Keyzer. Ter illustratie: een klassiek spaarboekje bij de grootste bank van ons land bood midden 2012 een totale vergoeding van 1 procent, terwijl de inflatie 2,3 procent bedroeg. Dat betekent dat de reële rente uitkwam op -1,3 procent. Vandaag belooft BNP Paribas Fortis op een klassiek boekje nog slechts 0,5 procent, maar de prijzen stijgen veel minder snel dan twee jaar geleden.

In mei lag de inflatie voor het eerst sinds februari 2010 onder de vergoeding op de spaarrekeningen van de grootbanken (zie tabel Inflatie vreet de rente op). Het Federaal Planbureau verwacht dat de inflatie de komende twaalf maanden weer aantrekt met ongeveer 1,3 procent. Dat betekent dat een spaarboekje over dezelfde periode minstens 1,3 procent moet opbrengen (basisrente plus premie), om met dat geld evenveel te kunnen kopen als vandaag. Wie zoekt, vindt voorlopig nog boekjes met een voldoende hoge rente en getrouwheidspremie. We benadrukken ‘voorlopig’, want economen verwachten dat de rente op spaarboekjes de komende maanden nog stevig zal dalen.

Strafrente

De banken betalen sinds 11 juni een strafrente om hun geld te parkeren bij de ECB. Die negatieve rente zullen de banken niet snel doorrekenen aan hun particuliere klanten. Het risico is te groot dat klanten hun geld dan massaal opvragen om het onder hun matras te stoppen. “Dat zou het hele bankenmodel ondergraven”, zegt Peter Vanden Houte, de hoofdeconoom van ING België.

Een negatieve spaarrente voor particulieren is helemaal ondenkbaar, maar voor bedrijven ligt dat anders. “Multinationals en institutionele beleggers betalen nu al een rente aan de bank om grote sommen geld te bewaren”, weet Vanden Houte. “Spaargeld van particulieren is voor een bank veel waardevoller dan de cash van bedrijven. De bedrijven kunnen hun geld op elk moment weer nodig hebben. Op een spaarboekje is het geld in theorie ook onmiddellijk opvraagbaar, maar in de praktijk staat dat geld gemiddeld twee à drie jaar op de rekening.”

ILSE DE WITTE

“Spaargeld van particulieren is voor een bank veel waardevoller dan de cash van bedrijven”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content