Niet alleen een onheilsprofeet

Kristof Smeyers, Raaf. Een cultuurgeschiedenis in vogelvlucht, Ertsberg, 175 blz., 23,50 euro

Vlaanderen telt steeds meer vogelspotters. Maar wanneer ze op zoek zijn naar een raaf, één van de bekendste vogels, zullen ze meestal van een kale reis thuiskomen. Sinds halverwege de negentiende eeuw is de vogel uit Vlaanderen verdwenen. In 2014 werd een ravenpaar gespot in Limburg en er zijn ook waarnemingen in Vlaams-Brabant en Antwerpen. De raaf lijkt dus opnieuw aan een opmars bezig.

Het is vreemd dat de vogel een zeldzaamheid is geworden en op bepaalde momenten gewoon verdelgd werd. De voorbije eeuwen dook de raaf zeer vaak op in legendes en mythes. Hij was een deel van de Europese cultuurgeschiedenis. Wat ging er mis? Waarom moest ze weg? Kristof Smeyers legt het uit in Raaf. Smeyers is historicus en leverde in 2016 al samen met de econoom Erik Buyst Het gestolde land af, één van de beste boeken over de Belgische economische geschiedenis.

Raaf heeft een totaal ander thema. Het boek heeft nog geen 180 bladzijden, maar zit boordevol informatie en weetjes over de hoogvlieger en de fascinatie van de mens voor het dier. De manier waarop Smeyers erin slaagt zoveel weetjes mee te geven, maakt van het boek een huzarenstuk.

Al snel krijg je een verklaring waarom de raaf in bepaalde delen van ons land is verdwenen. De vogel leefde eeuwenlang in een symbiose met de mens. Al in het stenen tijdperk volgden ze mensenstammen en voedden ze zich met de overblijfselen van de jacht. Maar eind de vijftiende eeuw werd de raaf vogelvrij verklaard. Ze was een bedreiging voor de gewassen, maar ook voor jong pluimvee dat een gemakkelijke prooi was.

Dat het dier ook in teksten een negatief imago had, hielp niet echt. Al in de oudheid werd de raaf gezien als een onheilsprofeet. In de Bijbel duikt ze op als de eerste vogel en ze was op de ark van Noach een soort van ongenode gast. Het is een grimmige, akelige vogel die vaak te vinden was op slagvelden en galgenvelden. Geen vogel heeft zo’n onheilspellende reputatie als de ‘grimmige, akelige vogel uit het donk’re schimmenheer’, zoals Edgar Allan Poe in The Raven schreef. Het gevolg van dat negatieve beeld: ravenverdelger werd een respectabel beroep. Die trok van stad tot stad en kreeg premiegeld voor elke dode raaf. In 1865 was het in Vlaanderen afgelopen met de raaf. Het dier bleef daarna wel opduiken in allerlei karikaturen, als metafoor voor rechters of voor de clerus die toen zwarte soutanes droeg.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content