NETWERKEN. Intercomputing
Wordt uw volgende computer een stuk plastic aan een draad ?
Als het Internet kleine, efficiënte programma’s snel zou kunnen afleveren, heeft u geen pc van pakweg 60.000 frank nodig. U zou genoeg hebben aan een vier keer goedkopere terminal, die enkel uit een scherm en een processor zou bestaan.
Tegen die verleidelijke idee gooien bedrijven als Sun (werkstations), Oracle (databases) en Netscape (Internet browsers) momenteel tientallen miljoenen dollars aan. Zij suggereren dat pc’s niet alleen duur zijn, maar ook gevangenzitten in een vicieuze cirkel. Telkens als chipfabrikant Intel een snellere processor lanceert, staat programmabouwer Microsoft klaar met nog complexere software, die het grootste gedeelte van het extra vermogen opslorpt. De brave gebruikers breiden hun computer elk jaar uit, maar hun tekstverwerker draait vandaag waarschijnlijk trager dan in 1985 (weliswaar met veel meer mogelijkheden). De konsument heeft weinig keuze : Microsoft en Intel zijn welwillende diktators, maar toch diktators.
VRIJHEID BLIJHEID.
Precies deze wurggreep van Intel en Microsoft denken Sun en co te kunnen doorbreken. Inderdaad beginnen de elementen die nodig zijn voor hun visioen op hun plaats te vallen.
Om te beginnen, snelle verbindingen naar het Internet. Nogal wat bedrijven beschikken nu reeds over snelle huurlijnen en over enkele jaren zouden een groot aantal woningen dezelfde service kunnen genieten, dankzij verbeterde teledistributienetwerken en digitale satellieten. Weg met de 14.400 bits per sekonde, het netwerk van de toekomst haalt 10 miljoen bits en meer per sekonde.
Welk soort software draait er op dat netwerk ? Hier heet de oplossing Java, de nieuwe programmeertaal van Sun. Anders dan de traditionele computertalen is Java speciaal ontworpen om op een netwerk te draaien, dankzij “applets” (kleine programma’s die elk een specifieke taak verrichten). Volgens Sun bieden de in Java geschreven programma’s de gebruiker via het netwerk alle mogelijkheden van de huidige pc-software. Er bestaan nu al bijna 400 toepassingen in Java, met inbegrip van spreadsheets, tekstverwerkers en spelletjes.
OP VERZOEK.
Java spiegelt de gebruiker de “heilige graal” van de informatica voor : programma’s die precies doen wat je wil, wanneer je wil, en niet meer dan je nodig hebt. De huidige pc-softwarepakketten zijn vele megabytes groot en omvatten alle mogelijke vermogen-verslindende funkties die hun ontwerpers kunnen bedenken, voor het onwaarschijnlijke geval dat de gebruiker ze ooit een keertje zou willen proberen. Geen wonder dat Larry Ellison, de topman van Oracle, de pc “een belachelijk overgeperfektioneerde machine” noemt, “een mainframe op de werktafel”.
Sun verwacht dat de kompakte “applets” van Java, die vaak minder dan 100.000 bytes groot zijn, hun afzonderlijke taken uitstekend zullen verrichten. Wanneer de gebruiker een andere funktie nodig heeft, bijvoorbeeld spellingskontrole of een grafische voorstelling bij een tekstverwerker, klikt hij gewoon op een andere applet, die na enkele sekonden beschikbaar is. Op die manier biedt Java de gebruiker het aanlokkelijke vooruitzicht van een vrijwel onuitputtelijke voorraad van just-in-time software, waarbij het netwerk voor de opslag instaat.
Zowel Ellison als Scott McNealy, de topman van Sun, voorspellen dat in de loop van volgend jaar “Internetmachines” of “netwerkcomputers” op de markt zullen komen die zich beperken tot het draaien van Internetsoftware, misschien aangevuld met een eenvoudige tekstverwerker. De nieuwe computers zullen geen Microsoft of Intel nodig hebben, geen harde schijf en bijna niets anders. Ze zullen genoeg hebben aan een netwerkaansluiting en een geheugen van misschien 1 megabyte (vergeleken met minstens 8 op de typische pc), zodat ze waarschijnlijk nog geen 500 dollar (15.000 frank) zullen kosten. In eerste instantie zouden ze zich richten tot de grote meerderheid van de gezinnen die nog geen pc in huis hebben.
Mogelijke producenten van dergelijke toestellen zijn bedrijven als Oracle (eventueel in samenwerking met Koreaanse elektronikareuzen zoals Samsung of de LC Group), en fabrikanten van spelcomputers, zoals Sega of Philips. Apple ontwikkelt zijn eigen vereenvoudigde computers, terwijl Toshiba en Sun samenwerken aan een mobiele Internetcomputer.
DE REALITEIT.
Gespecializeerde netwerkcomputers zouden inderdaad kunnen aanslaan : in Amerika worden per slot van rekening nog altijd meer spelcomputers dan pc’s verkocht. Toch negeren de ideeën van Sun en co niet alleen het verleden, maar ook de realiteit van elke dag.
De pc heeft de mainframe verslagen omdat de gebruiker de computer op zijn tafel wenste en niet in de kelder. In dat opzicht lijken de Java-terminals een stap terug. Ze slaan de programma’s immers ver weg op, in een netwerk waar ze kwetsbaar zijn voor vertragingen, opstoppingen en alle onvoorspelbare problemen die optreden wanneer de gebruiker niet zelf de kontrole heeft.
Naarmate de netwerkkapaciteit toeneemt, zal de vraag vanwege de gebruikers ongetwijfeld ook stijgen, zodat de vermogen-verslindende vicieuze cirkel van de pc zich zal herhalen : elke groei van de “bandbreedte” zal worden opgebruikt door steeds ambitieuzere multimediagegevens en programma’s.
Bovendien zullen een heleboel woningen pas over jaren (of misschien nooit) over krachtige “aanvoerleidingen” kunnen beschikken. Zonder die leidingen blijven Java en het Internet beperkt tot eenvoudige kommunikatie, lichte taken en wat prentjes. Ook zonder vertragingen op het netwerk draaien Java-programma’s bovendien van nature trager dan de traditionele software, aangezien hun kode om veiligheidsredenen regel per regel door software in de terminal moet worden vertaald.
Ten slotte kan men zich afvragen waar al die knappe Java-toepassingen vandaan zullen komen. Er zijn nu al gratis op heel het Internet uitstekende tekstverwerkers verkrijgbaar, maar dat verhindert het publiek niet om duizenden franken te blijven betalen voor Microsoft Word.
Konklusie : zolang netwerkcomputers niet kunnen wat mensen vandaag van hun pc verlangen, is die pc veilig. Dat betekent niet dat er geen markt zou bestaan voor miljoenen Internetcomputers maar het is niet de markt van de pc. Internetcomputers zouden de rol kunnen spelen van televisie : ze informatie en ontspanning leveren, zonder de pc van de werktafel te duwen. Een aanvulling, geen vervanging.
(c) The Economist
BILL GATES (MICROSOFT) “Internet-pc’s” zijn geen bedreiging.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier