“Nee, wij hebben géén uitzonderlijk salaris”
Enkele weken geleden ontlokte Trends een storm van protest bij de Europese ambtenarij. Riante lonen? Dan moet je eens bij de Navo gaan kijken. Royale vergoedingen? Ja maar, Brussel is een dure stad. Hans Torrekens, voorzitter van een vakbond voor EU-ambtenaren, legt uit waarom Europese ambtenaren recht hebben op een leefloon van 2325 bruto per maand.
Eurocratië is woedend.” De oprisping van Hans Torrekens spreekt boekdelen. Het coververhaal ‘De riante lonen van de NV Europa’ (zie Trends, 17 maart 2005, blz. 52) deed veel eurocraten steigeren. Bij de vloed van reacties was die van het Syndicat des Fonctionnaires Européens (SFE) wellicht de felste. De Vlaming Hans Torrekens is sinds begin 2004 voorzitter van de vakbond, die de belangen van een duizendtal Europese personeelsleden behartigt. “Onze bezoldiging is helemaal niet zo riant. Je moet onze salarissen vergelijken op de internationale markt. We werken niet voor een Belgisch bedrijf, maar voor een internationale organisatie. Dan blijkt dat we maar een heel gemiddelde wedde hebben. We gaan natuurlijk niet zeggen dat we een slechte wedde hebben. Maar we hebben geen uitzonderlijke wedde. Een vergelijkende studie uit 2003 toont aan dat onze lonen lager zijn dan bij andere internationale organisaties, zoals de VN, Navo of Unicef.”
Schrijven over het statuut van de Europese ambtenaar is een gevoelige zaak. Zeker na de hervorming van dat statuut, die inging op 1 mei 2004. Het oude en het nieuwe Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen overlappen geregeld. En dat zorgt bij buitenstaanders voor de nodige verwarring. Het oude statuut dateerde van 1968. Sindsdien kwamen er geen grondige wijzigingen, alleen amendementen. “De basisvoorwaarden zijn zeer grondig gewijzigd sinds mei 2004. Dat was een proces van moeizame onderhandelingen die drie, vier jaar aansleepten. De lidstaten wilden niet langer extra geld pompen in de Europese werking. De begroting werd geblokkeerd. Dat had ook gevolgen voor de loonschalen. Het nieuwe statuut is een van de resultaten. En dat nieuwe statuut is slechter.”
TRENDS. Een Vlaamse headhunter noemde de Europese ambtenaren op basis van onze enquête “een storende luxe-elite”. U verstoort de Belgische arbeidsmarkt toch met lonen van vlotjes 3000 euro netto per maand?
HANS TORREKENS (SYNDICAT DES FONCTIONNAIRES EUROPÉENS). “Ik vind die term ‘storende luxe-elite’ een belediging. Vergelijk geen appels met peren. Je mag onze lonen niet vergelijken met de Belgische arbeidsmarkt. Wij rekruteren op de internationale markt. Je zit hier met nog geen 30.000 personeelsleden op een totale bevolking van 380 miljoen Europeanen. Op die markt gelden andere regels. En als je dan kijkt naar onze startwedde, zitten wij momenteel al met een stijgend rekruteringsprobleem. Mensen zijn heel wat minder geïnteresseerd om voor ons te komen werken. Binnen twee, drie jaar voorzien we zelfs de mogelijkheid van acute rekruteringsproblemen. Ik spreek dan over de vijftien oude lidstaten.”
U haalt bij wervingsexamens tot 30.000 kandidaten. Dat is geen gebrek aan interesse.
TORREKENS. “Dat aantal hebben we in de voorbije vijftig jaar slechts een paar keer gehaald. De gemiddelde deelname aan de examens schommelt tussen 5000 en 12.000 voor heel Europa. Daaruit haal je een laureatenlijst van 200 tot 300 mensen. Veel mensen schrijven zich in, maar komen niet altijd opdagen. Inschrijven kan gewoon via het internet voor elke Europese burger die aan de voorwaarden voldoet.”
Tussen 5000 en 12.000 is toch zeer behoorlijk.
TORREKENS. “Ja. Maar onlangs was er een examen voor het Belgische ministerie van Financiën. Daarmee vult men ook makkelijk een Heizelpaleis voor enkele tientallen posten. Maar in Duitsland, Nederland en Scandinavië vinden we nog nauwelijks kandidaten. In Scandinavië krijg je vaak nog amper tien tot twaalf deelnemers aan examens. In Duitsland ligt het in dezelfde orde van grootte. Een goede, ervaren secretaresse verdient in Duitsland meer dan de instapwedde hier. Voor hetzelfde of 5 % meer verlaten mensen hun heimat niet. We prijzen ons stilaan uit de Europese arbeidsmarkt aan de onderkant van de loonschalen. Alleen op de lange termijn haal je dat eventueel in. Maar de instapwedde maakt dat mensen heel lang nadenken voor ze hier komen werken.”
De brutobeginwedde is misschien relatief laag. Maar extraatjes zoals een ontheemdingsvergoeding, huishoudgeld, kinder- en studiegeld, zorgen bij de laagste categorieën al gauw voor een verdubbeling van het nettoloon.
TORREKENS. “Alle internationale organisaties betalen de mensen een extraatje omdat ze in het buitenland gaan werken. De mensen komen niet als het loonverschil marginaal is. Bovendien moet je emotioneel afstand nemen van je familie, vrienden, de normale leefomgeving. Dat moet vergoed worden. Iemand die van het buitenland naar hier komt, brengt meestal zijn gezin mee. Meestal is het zo dat de vrouw de taal niet spreekt. Ze vindt dus geen werk, dus zijn er geen inkomsten. Hetzelfde geldt voor de kinderen. Die kunnen vaak niet meteen naar een Belgische school. Ze moeten naar een internationale school, die veel duurder is. En de studietoelage krijg je in de toekomst alleen als er geen gratis onderwijs is, en op basis van bewijslast.”
Waarom moet Europa de verhuiskosten betalen voor een eurocraat? De ambtenaar krijgt er bovendien nog zakgeld van 84 euro per dag bovenop?
TORREKENS. “Waarom zegt u ‘zakgeld’? Dat is demagogie. Het is een onkostenvergoeding, heel gebruikelijk bij ieder bedrijf dat mensen op dienstreis stuurt. Dat geld dient voor maaltijden en lokaal transport. En niet om grote sier te maken. De betaling van verhuiskosten is zeer normaal voor internationale functies.”
Zodra ze aan boord zijn, zitten eurocraten wel gebeiteld. Ze klimmen om de twee jaar automatisch een categorie hoger.
TORREKENS. “Niet correct. We hebben wél een automatisch echelon. Dat bestaat ook in de Belgische ambtenarij. Een tweejaarlijkse kleine, automatische verhoging. Maar een categorie is een stijging van de graad. Daarvoor moet je heel goede permanente beoordelingen hebben. De gemiddelde promotieduur bedraagt vier tot vijf jaar. Die promotie hangt dus af van een minimumaantal goede beoordelingen.”
Maar carrière maken is toch niet moeilijk? Vorig jaar werd bij de Europese Commissie één persoon ontslagen in de proefperiode. Er waren geen ontslagen bij de ambtenaren. Amper twee ambtenaren kregen een tuchtstraf. Op 21.600 werknemers is dat zeer weinig.
TORREKENS. “Dat is inderdaad heel weinig. Maar dat zijn nog cijfers van het oude statuut. In de beginjaren van de Europese Unie vond men heel moeilijk personeel. Ze moesten dus maximale werkgaranties bieden. Met het nieuwe statuut wordt het een stuk makkelijker om mensen buiten te gooien. Het personeel wordt permanent geëvalueerd. Als iemand een onvoldoende krijgt, kan automatisch een ontslagprocedure in gang worden gezet. De ambtenaar krijgt dan wel een zeer intensieve begeleiding, om zich te verbeteren. Hij kan dan in een periode van één tot twee jaar worden ontslagen.”
De Europese Commissie vraagt de lidstaten om maatregelen te nemen tegen de vergrijzing. Maar zelf kunt u op uw vijftigste met pensioen.
TORREKENS. “Dat is een maatregel uit het oude statuut die nog heel even wordt behouden in het nieuwe statuut. Maar hij verdwijnt binnenkort. Er zijn uitzonderingen voor mensen die één tot twee jaar van het pensioen verwijderd zijn. Maar de normale minimumpensioenleeftijd sinds 1 mei 2004 is 63 jaar. Er zijn vervroegde uitstapmogelijkheden vanaf 55 jaar, maar met financiële beperkingen.”
Dus nog steeds een riant brugpensioen, waarbij de ambtenaar 70 % van het laatst verdiende loon krijgt.
TORREKENS. “Riant is overdreven, want het pensioenbedrag is heel sterk afhankelijk van de carrière. Je kan nog op je 55ste met vervroegd pensioen. Maar dan krijg je een vermindering op het pensioen van 3,5 % per jaar dat je vroeger uitstapt. Voor de pensioenberekening bedraagt een volledige carrière 35 jaar. Per jaar krijg je 1,9 % op je loon voor het pensioen. Er zijn dus heel weinig mensen die op hun 55ste die 70 % van het loon bereiken. Onze maandelijkse pensioenbijdrage bedraagt 9,75 %. Een percentage dat jaarlijks kan wijzigen, want wij zitten met een zelfbedruipend pensioenstelsel. Nog niet zo lang geleden zaten we op 8,25 %. Door de vergrijzing zal dat percentage in de toekomst normaal verder stijgen.”
Een Europese ambtenaar heeft recht op een leefloon van minimaal 1895 euro tot aan zijn pensioen. Waarom moet dat bijna driemaal hoger liggen dan in België?
TORREKENS. “Dat getal klopt niet. Het is 2325 euro bruto, dus het startloon van een beginnende bode. Juridisch is het onmogelijk om minder te betalen. We kunnen met ons statuut geen beroep doen op de sociale zekerheid van een lidstaat. We vallen niet onder de nationale wetgeving van de lidstaten en we hebben het dus binnen ons statuut moeten regelen.”
Draai de redenering om. Wees blij dat u minstens zoveel hebt!
TORREKENS. “Theoretisch valt het best mee. Maar de algemene leefkosten van iemand die om werkredenen in het buitenland verblijft, liggen meestal hoger. Deze mensen vestigen zich zelden op het platteland. Een appartement in de Brusselse binnenstad is nu eenmaal duurder.”
Wolfgang Riepl
“We werken niet voor een Belgisch bedrijf, maar voor een internationale organisatie. Dan blijkt dat we maar een heel gemiddelde wedde hebben.”
“Waarom zegt u zakgeld? Dat is demagogie. Het is een onkostenvergoeding.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier