NATAN
Lady & dandy
Grote première bij de damescouturier Natan. Baas Edouard Vermeulen heeft het volste vertrouwen in zijn bestuurder Patrick Henderiks en moedigde hem zelfs aan om een collectie voor heren te ontwerpen. Die hangt vanaf eind september in de winkel.
TEKST : SERGE VANMAERCKE
Wat vandaag nog een kleine stap is voor Natan, kan morgen een reuzensprong worden als alles goed gaat. “De herencollectie zal voorlopig uitsluitend verkrijgbaar zijn in onze winkel aan de Naamsestraat in Brussel. We willen twee seizoenen kijken hoe het loopt,” zegt Edouard Vermeulen. Tot nog toe was Natan altijd synoniem met vrouwelijke elegantie. In het Belgisch koningshuis hebben Fabiola en Paola een voorliefde voor Natan, net zoals Joséphine-Charlotte, koningin Sylvia van Zweden en haar dochter Victoria. In het artiestenmilieu mag Fanny Ardent graag in ontwerpen van Natan gezien worden.
Tussen de twee wereldoorlogen richtte Paul Natan zijn couturehuis op in de hoofdstad, die er toen een dertigtal telde. Prêt-à-porter was destijds nog geen begrip zoals nu. Vermeulen herinnert zich dat zijn moeder haar verlovingsjurk bij Natan kocht. Na de dood van Paul Natan, nu zo’n veertig jaar geleden, werd de zaak overgenomen door een familie van voormalige kolonialen. Jacqueline Léonard stond een tiental jaar aan het hoofd van het huis, tot Vermeulen het roer overnam. Edouard Vermeulen is gedelegeerd bestuurder van de NV Natan.
“De cliëntèle en de modellen waren fel verouderd toen ik de zaak overnam in 1983. De creaties droegen toen de naam Léonard pour Natan. De gemiddelde leeftijd van de klanten moet zowat 70 jaar geweest zijn. Van opleiding ben ik binnenhuisarchitect en ik kreeg een klein werkhoekje toegewezen in de winkel aan de Louizalaan.” Zo maakte Edouard Vermeulen kennis met het elegante couturewereldje. “Toen ik de zaak overnam, heb ik schoon schip gemaakt. Ik wou terug naar de wortels van het huis Natan, dat toen al hofleverancier was. Bedoeling was de high society opnieuw voor dit huis te winnen. Ik had zelf nooit aan couture gedaan, maar ik ben enkele jaren goed omringd geweest. In den beginne liet ik mijn medewerkers begaan, maar al gauw kreeg ik de kriebels te pakken. Gedurende vier seizoenen heb ik zowel kleding als interieurs ontworpen. Voor ik het bedrijf had overgenomen, had ik al wel eens een jurk voor mijn moeder gemaakt, maar alles is pas echt begonnen toen ik de bruidsjurk ontwierp voor de vrouw van mijn broer. Op mijn eerste defilé was barones Coppée aanwezig, net als barones de La Kethulle en Paola, toen nog prinses. Baron Coppée heeft zich opgeworpen als mijn beschermheer, zoals het een aristocraat betaamt.”
Vermeulen
zegt het vak in zijn atelier te hebben geleerd. “Als je het echt met liefde doet, heb je het gauw onder de knie. Ik had mij voorgenomen de luxeservice van de haute couture te bieden tegen de prijs van de gewone couture. Ik was omringd door een eerste naaister, een tweede naaister, een atelierhoofd voor de jasjes… Vandaag heeft Natan zo’n 35 mensen in dienst, waarvan 17 in het atelier. Er worden vijf collecties per jaar uitgebracht : twee couturecollecties, twee prêt-à-porter-collecties en één collectie breigoed.”
Sinds Edouard Vermeulen de zaak overnam, heeft Natan zo’n 5000 modellen uitgebracht. Naast het couturehuis aan de Louizalaan heeft Natan boetieks in Brussel, in het Zoute en in Kortrijk. Het merk heeft een corner in het grootwarenhuis Le Printemps in Parijs, en is sedert drie jaar aanwezig op de Japanse markt via de invoerder Itochou, die ook Armani, Yves Saint Laurent Rive Gauche, Moschino en Max Mara verdeelt in het land van de rijzende zon. Japan vertegenwoordigt 10 % van de omzet. In het klantenbestand zitten nu 4000 adressen.
Het Amerikaanse avontuur was geen onverdeeld succes. “Wij zijn van de Amerikaanse markt afgestapt. Tegenwoordig zijn wij het die Amerikaans kopen, de Amerikanen kopen geen Europese mode meer.” Toch is Vermeulen van mening dat Belg zijn momenteel een voordeel is in de modewereld. “De Antwerpenaars, met Dries Van Noten op kop, hebben veel goeds gedaan, maar ook huizen zoals Andres en Rue Blanche.”
De eerste vier jaar waren een groot succes voor Vermeulen, die dadelijk zijn boetieks opende. In de jaren ’85-’86 werd het personeelsbestand uitgebreid tot 50 werknemers. De zaken evolueren echter. De jaren ’92-’93 waren de moeilijkste. Er was nood aan meer verscheidenheid in het aanbod. “De cliënte die gisteren nog vier couturestukken per jaar kocht, koopt er nu nog maar één. Ons doel blijft echter hedendaagse luxekleding te brengen die wordt gekenmerkt door vrouwelijkheid en eenvoud, mooie vormen en belijningen. De geest van minimalisme drijft Natan trouwens naar een superseizoen.”
Patrick Henderiks
is 32. Hij werkt nu al tien jaar bij Natan als bestuurder. Hij begon aanvankelijk met het ontwerpen van accessoires, waarna hij samen met Vermeulen een collectie tekende, Entracte genaamd. In 1987 nam hij de leiding van de boetiek aan de Naamsestraat op zich. Het is hier dat hij de markt zal uittesten met zijn herencollectie. Henderiks is afkomstig uit een familie van industriëlen die hoegenaamd niets met couture te maken hebben. Zijn moeder is echter heel modebewust, en hij had een grootvader die heel gedurfde outfits droeg voor zijn tijd.
Met zijn herencollectie wil Henderiks “los te combineren klassiekers” brengen. Zo zal je bijvoorbeeld het jasje van het ene pak kunnen dragen met de broek van een ander. Zijn stijl neigt naar het dandyisme, met veel aandacht voor details, schijneffen stoffen en ruitjes.
“Als ik echt naar mezelf zou luisteren, zou ik veel minder klassiek zijn, maar ik denk dat je het klassieke eerst helemaal moet doorgronden om er afstand van te kunnen nemen.”
Patrick Henderiks is erg terughoudend over het mogelijke succes van zijn collectie : “Ik wou al heel lang een mannenlijn uitbrengen. Ik zat blijkbaar te wachten op een por in de rug, en die kreeg ik van Edouard Vermeulen. Ik ben heel bang. Ik zou me willen richten tot jonge mannen die het aan zichzelf verplicht zijn zich goed te kleden. Ik steek veel tijd in het zoeken naar de geschikte materialen.” De lijn zal Natan PH heten (PH : pour hommes of Patrick Henderiks ?) Alles wordt prêt-à-porter. De prijskaartjes ? Broeken : tussen de 4000 en 6000 frank ; jasjes : 18.500 tot 20.000 frank ; pakken : 25.000 tot 30.000 frank ; mantel : 23.000 frank. Daarnaast zijn er ook dassen, hemden en gilets. De kledingstukken worden op een vrij artisanale manier gemaakt. Alle hemden krijgen dubbele manchetten de stalen manchetknopen zitten er in de verpakking bij.
“We beginnen overigens heel voorzichtig, met een heel kleine productie in drie maten : van 50 tot 54 (vier voor de broeken).”
Wat heeft Henderiks er nu eigenlijk toe aangezet zich aan een herencollectie te wagen ? “Toen mijn grootvader aan moederszijde is overleden, heb ik een deel van zijn pakken geërfd, die hij op maat liet maken in Londen. Dat heeft iets bij me losgeweekt. Bij het verdelen heb ik er de meest aparte uitgekozen, die misschien het moeilijkst te dragen waren. Wanneer de mannenlijn wordt gelanceerd, zal ik trouwens een kleine tentoonstelling organiseren rond die pakken, als eerbetoon voor de onrechtstreekse inspiratie.”
Wij mochten er enkele bewonderen, en ze zijn beslist de moeite waard. De bewuste grootvader heette Louis Bogaerts, een Brussels zakenman met een passie voor moderne kunst. Hij liet aan de zeedijk in Knokke een huis bouwen dat vaak ‘de bunker’ wordt genoemd speciaal om zijn kunstcollectie in onder te brengen. Vijfentwintig jaar lang verzamelde hij Ensor en Permeke, nadien ontwikkelde hij een voorliefde voor de abstracte kunst met meer bepaald Arp en Vasarely.
Edouard Vermeulen : De luxeservice van de haute couture tegen de prijs van de gewone couture.
Patrick Henderiks : Ik zou me willen richten tot jonge mannen die het aan zichzelf verplicht zijn zich goed te kleden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier