NAAR DE VERKIEZINGEN
KMO-KANSENBALANS.
Vlak voor de verkiezingen formuleert het NCMV enkele konkrete aktiepunten voor de volgende regering. Exclusief in Trends : de kern uit de “KMO-kansenbalans”, die deze week wordt voorgesteld.
RISICOKAPITAAL.
Ambitieus is het NCMV-idee voor een Vlaamse Participatiemaatschappij, VPM, naar Nederlands model. “Ooit trachtte het NCMV via Electrorail zélf te participeren in KMO’s, ” stelt voorzitter Petrus Thys. “Dat mislukte omdat we de verkeerde mensen hadden aangetrokken. Het blijft een verdedigbaar idee, maar het werd gehypotekeerd. Daarom is een VPM realistischer. “
De (publieke) VPM zou een staatswaarborg geven voor de helft van het risico van beleggingsmaatschappijen en banken bij participaties (tot 50 miljoen) in en achtergestelde leningen (tot 15 miljoen) aan KMO’s.
Er bestaat al een federaal Participatiefonds, “maar het richt zich vooral naar dokters en notarissen, ” aldus Freddy Craessaerts, algemeen direkteur van het Antwerps Beroepskrediet. In tegenstelling tot de andere gekontakteerde bankiers (BBL, Kredietbank, G-Bank) verdedigt Craessaerts de VPM met vuur. “Verkennende gesprekken met de Vlaamse regering verliepen vlot, maar werden geblokkeerd door de verkiezingen, ” weet hij.
Kris Peeters suggereert voor de kreatie van het VPM een fusie tussen het (te regionalizeren) Participatiefonds en het Vlaamse Waarborgfonds. “Eventueel kan de VPM opereren onder de koepel van de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen, ” betoogt de NCMV-topman. “Maar de GIMV heeft weinig oog voor KMO’s. Het Take Off Fonds van de GIMV is geen hoogvlieger. En verleden jaar nam Kamofin ocharme tien nieuwe participaties in KMO’s. “
Antwoordt Kris Van Look (GIMV) : “Klopt, maar we bestudeerden 120 dossiers. De oogst was magertjes door het gebrek aan rendabele KMO-dossiers. De NCMV-kliënteel, kleine zelfstandigen, is trouwens onze doelgroep niet. “
OPVOLGING.
Kris Peeters : “Successierechten bij de overdracht van een onderneming zijn de meest onrechtvaardige KMO-belasting. Hoe groter het vermogen, hoe minder belasting. Wie 200 miljoen erft, betaalt de fiskus geen frank. De patron vormt de bvba om tot een NV en de aandelen aan toonder verschuiven via een handgift naar zijn erfgenamen. Er is een fiskale vrijstelling als de patroon pas drie jaar later overlijdt. Terwijl een kleinbedrijf dikwijls met de bedrijfsleider wordt begraven. Het is een hypokriete situatie. “
Daarom pleit het NCMV voor een fiskale vrijstelling als de erfgenaam een eenmanszaak minstens vijf jaar voortzet. Een ander idee is een “Vlaamse Cooreman-de Clercq”, die een kapitaalverhoging vrijstelt van successierechten na een overlijden. Peeters : “Doet de Vlaamse regering niets, dan betaalt geen enkele ondernemer op termijn nog successierechten. “
HERIJKING.
Het NCMV wil de reglementering op openingstijden “herijken”. Naast de algemene invoering van de verplichte wekelijkse rustdag in alle distributietakken, pleit het voor de “legalizering” van de stedelijke nachtwinkels.
Het NCMV wil ook de (te regionalizeren) vestigingswet versoepelen. Bepaalde groepen (zoals slagers) blijven gereglementeerd “om kwaliteit te behouden”.
Volgens Koen De Backer getuigt dit van “korporatistisme, omdat de konsument beter kan worden beschermd tegen commerciële wanpraktijken”.
Het NCMV wil ook de reglementering op handelsinplantingen regionalizeren.
KONKURRENTIE.
Bij de vergelijking van het konkurrentievermogen van de ondernemingen bekijken de sociale partners de ekonomische faktoren van onze belangrijkste handelpartners.
“Dit gaat niet op voor KMO’s, ” stelt Kris Peeters. “Omdat die vooral konkurrentie ondervinden van onze naaste buurlanden. ” Vergeleken met 1987 stijgen onze lonen in 1995 sneller (+41,4 %) dan bij de zeven handelspartners (+37,5 %). De kloof met Frankijk (+30,5 %), West-Duitsland (+32,7) en zeker Nederland (+23,1 %) is een stuk breder.
DELOKALIZATIE.
“In tegenstelling tot grotere ondernemingen, die naar het buitenland trekken omwille van lagere produktiekosten, verlaat een KMO minder snel de thuisbasis, ” meent Peeters. “Er is wel een delokalizatietendens als de KMO wordt geplaagd door de administratieve druk. Het soepele Waalse vergunningsbeleid lokt Vlaamse ondernemers. De strenge Vlaamse milieureglementering en het gebrek aan bedrijfsruimtes vormen een negatieve konkurrentiefaktor, die weggewerkt moet worden. “
In plaats van de lege bedrijfsruimtes fiskaal te ontmoedigen (met vaak de sloop van het gebouw als gevolg), zou de overheid het betrekken en renoveren van bedrijfsgebouwen beter stimuleren, dixit Peeters.
TOELAGEN.
Het NCMV pleit voor steunmaatregelen voor KMO’s : de inwerkingtreding en uitbreiding van het Vlaamse dekreet dat externe bedrijfsadvizeurs betoelaagt, de subsidiëring van falingspreventiecellen en een KMO-gericht innovatie- en exportbeleid.
LOONLAST.
Door het globaal plan werd de loonlast met 4 % verlaagd. Gezien de NCMV een verlaging met 10 % nodig acht, is dit 6 % te weinig.
Het NCMV wil dat de sociale zekerheid in 1995-96 grondig wordt gesaneerd (opbrengst : 90 miljard of de eerste schijf van 3 % verlaging van de loonkosten), gevolgd door een verhoging van de inkomsten (via, bijvoorbeeld een Europese CO2-taks) met hetzelfde bedrag in 1997-98.
NACHTWINKELS Legalizeren, zegt het NCMV.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier