Naar Belgische New Deal voor de arbeidsmarkt?
In een recente studie pleit de denktank Itinera Institute voor een grondige modernisering van de Belgische arbeidsmarkt. Een handboek voor de volgende regering?
De volgende federale regering vat de laatste regeerperiode aan voor de vergrijzing in 2011 toeslaat. Nu is het moment aangebroken om de noodzakelijke maatregelen te nemen, willen we die schok budgettair verteerbaar houden. In de praktijk betekent dit meer Belgen aan het werk en langere loopbanen. In een recent boek pleiten Marc De Vos, directeur van de denktank Itinera Institute en docent Arbeidsrecht, en econoom Joep Konings (KU Leuven) voor een soort New Deal voor de arbeidsmarkt (1). Een rapport dat voor een deel voortkomt uit de oproep uit regeringskringen om rond de arbeidsmarkt wat studiewerk te verrichten dat bruikbaar kan zijn bij de regeringsonderhandelingen. Op de voorstelling van het boek nam Wouter Gabriëls, kabinetschef van aftredend premier Guy Verhofstadt, het woord.
In de studie pleiten de auteurs voor een evolutie van een “statische baanzekerheid naar een dynamische werkzekerheid.” Een aantal hervormingen moet maken dat de arbeidsmobiliteit toeneemt en dat Belgen niet langer heel hun carrière in dezelfde job blijven tot ze vervroegd uittreden. De Vos en Konings geven eerst een overzicht van de structurele problemen waarmee de Belgische arbeidsmarkt kampt. De werkgelegenheidsgraad (61 % of 4 procentpunt onder het EU-gemiddelde) is de voorbije jaren niet toegenomen in verhouding tot de sterke economische groei. De nieuwe jobs die werden gecreëerd, situeerden zich vooral in de quartaire sector, dus de non-profit zoals bestuur, gezondheid en onderwijs (+25 % de laatste twintig jaar). In de privésector deed er zich een toename van slechts 20 % voor. Dus is niet alleen de conjunctuur, maar ook en vooral de rigide arbeidsmarkt verantwoordelijk voor de te lage werkgelegenheidsgraad.
Leeftijdspact
Die cijfers maken dat de remedies die in het boek worden voorgesteld dan ook radicaal zijn en verder gaan dan de obligate pleidooien voor een verlaging van de loonkosten. “Deze regeerperiode is bijvoorbeeld de laatste kans om het Generatiepact door te trekken,” legt Marc De Vos uit. “Ik pleit duidelijk voor een Leeftijdspact. Eigenlijk gaat het hier om een nieuwe fase in het activeren van 55-plussers.” Vooral de zogenaamde impliciete belasting op werk voor ouderen moet worden aangepakt. Het Generatiepact heeft langer werken beperkt beloond: één jaar werken na het 62ste jaar levert een extra maandelijks pensioen op van 52 euro. Voor een bruto pensioen van 1000 euro geeft dit ongeveer 5 %, maar voor de hogere pensioenen wordt het verschil snel erg klein.
De auteurs willen hier dat niet enkel de wortel (belonen voor langer werken), maar ook de stok (vroeger stoppen wordt financieel bestraft) wordt gehanteerd. Geert Janssens, medewerker aan de denktank VKW Metena, kon de studie al inkijken en volgens hem smaakt het lekker: “Het is degelijk studiewerk dat de discussie zal aanzwengelen. Het pleidooi voor een malussysteem voor oudere werknemers vind ik belangrijk. België heeft een bonus inderdaad ingevoerd, maar er is hooguit een tiental mensen dat daar gebruik van maakt.”
Janssens ziet ook wel wat in het pleidooi om een systeem van progressiviteit in de socialezekerheidsbijdragen in te voeren, waardoor alle lonen minder met bijdragen worden belast, maar de lagere lonen nog minder dan de hogere. “Al lees ik niets over een plafonnering van bijdragen, wat toch belangrijk is,” waarschuwt Janssens.
Geen verschil tussen kok en chef-kok
Andere prioriteit van De Vos en Konings: de wirwar aan banenplannen naar de vuilnisbak verwijzen. “De bestaande 110 disparate plannen kunnen tegen het einde van de regeerperiode herleid worden tot minder dan tien transparante maatregelen,” luidt het. De volgende regering zet beter in op activering. Maar dat kost geld. De Vos: “Dat kunnen we recupereren bij de afschaffing van geldverslindende banenplannen.”
Ook moet er dringend werk worden gemaakt van het opheffen van het onderscheid tussen arbeiders en bedienden, want dat leidt tot absurde situaties. Zo is een kok een arbeider, maar een chef-kok een bediende. Het onderscheid verstoort ook het beeld dat velen van de arbeidsmarkt hebben: “De tweedeling van de arbeidsmarkt leidt tot een pejoratief beeld over het arbeidersbestaan, wat studiekeuzen onnodig beïnvloedt en zo de instroom naar de arbeidsmarkt vertekent.” Bovendien zijn er grote verschillen qua ontslagregeling. Een arbeider heeft na twintig jaar dienst recht op 28 dagen ontslagrecht, een hogere bediende twintig maanden. Een absolute ondergrens (één maand) én bovengrens (24 maanden) inzake opzegperiodes kan excessen vermijden. De Vos: “Het onderscheid tussen arbeiders en bedienden moet weggewerkt worden door een middenkoers, niet door het hoogste niveau te veralgemenen.” Daar is ook Pieter Timmermans, directeur van het VBO voor gewonnen: “Maar deze discussie is de taak van de sociale partners en het kan een aantal jaren duren voor we daar een oplossing voor vinden.”
Draagvlak voor hervormingen?
De Vos en Konings pleiten ook voor een radicale modernisering van de paritaire comités (PC). Het wordt immers steeds moeilijker om een bedrijf in één bepaalde sector onder te brengen. De huidige paritaire comités houden ook geen rekening met systemen als onderaanneming en outsourcing. Hier zijn de auteurs zeer duidelijk: “Het systeem van de paritaire comités leidt tot steeds meer rechtsonzekerheid in de toepassing van loon- en arbeidsvoorwaarden. Schemerzones kunnen worden uitgebuit door handige werkgevers die hun structuren manipuleren om te shoppen naar de goedkopere paritaire comités. Concentraties en overnames van ondernemingen worden verstoord door de wirwar van paritaire comités die de uniformiteit van personeelsstatuten bemoeilijken.”
Bovendien zijn ze een rem op de arbeidsmobiliteit. Binnen de PC’s worden de lonen en de arbeidsvoorwaarden bepaald en die kunnen wel eens grote verschillen vertonen. Een vermindering van het aantal PC’s lijkt dus aangewezen.
Vraag is natuurlijk wat het draagvlak is voor die hervormingen. “Het boek is geen beleidsagenda,” beklemtoont Marc De Vos. “Wel een ideeënlijst. Maar als je op de arbeidsmarkt een aantal zaken wil veranderen, moet je tegelijk verschillende hervormingen doorvoeren.”
(1) Marc De Vos & Joep Konings, Van baanzekerheid naar werkzekerheid op de Belgische arbeidsmarkt – Ideeën voor een New Deal voor arbeid in België. Itinera, 138 blz.
Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier