Na hevige terugval weer meer jobstudenten aan het werk
De inzet van het aantal studenten in de arbeidsmarkt is aan een lichte opmars bezig, dat blijkt uit cijfers van ondernemersorganisatie Unizo en HR-dienstengroep Liantis. Vanaf juli is er nog maar een daling te zien van 0.6 procent in vergelijking met vorig jaar.
Veel studenten zochten tijdens de paasvakantie tevergeefs naar werk: in vergelijking met vorig jaar waren er maar liefst 54 procent minder studenten aan het werk. De verklaring voor die daling valt uiteraard te zoeken bij de lockdown als gevolg van de uitbraak van COVID-19. Vele bedrijven werden verplicht hun activiteiten deels stop te zetten of zelfs volledig te sluiten, met een terugval in het werkaanbod als gevolg.
Natuurlijk zijn niet alleen de studenten de dupe van deze daling. Volgens Randstad is er zo’n 40.5 percent minder uitzendkrachten aan het werk dan vorig jaar. Toch blijft de studentenarbeidsmarkt het zwaarst getroffen. Studenten worden immers vaak tewerk gesteld in sectoren zoals de horeca, op evenementen en in pretparken. Waar de vakantieperiodes in die sectoren normaal voor een piek zorgen, gooide de coronacrisis dit jaar roet in het eten.
Alternatieve jobs
In andere bedrijven zoals postbedrijven en warenhuizen steeg de vraag naar studenten dan weer. De postbedrijven hadden nood aan extra handen omwille van het hoge aantal online bestellingen, terwijl warenhuizen werden geconfronteerd met hamstergedrag.
Ook deed de coronacrisis enkele alternatieve jobs ontstaan zoals de ‘coronastewards’, die op openbare plaatsen de mensen op een veilige manier moesten begeleiden en er op moesten toezien dat alle maatregels op vlak van hygiëne werden nageleefd.
De cijfers over de evolutie van het aantal jobstudenten zijn afkomstig van de Dimona-aangiften. Dat zijn de aangiften die de werkgever doet alvorens een werknemer in dienst treedt. Het gaat dus om tijdelijke cijfers: achteraf moet nog blijken of de studenten ook daadwerkelijk aan het werk zijn gegaan.