Mythe en mysterie
De voorbije tien jaar heeft bamboe onze tuinen veroverd. Vaak letterlijk. Een onschuldig ogend struikje kan zich ontpoppen tot een genadeloze woekeraar, die zich door muren boort en beton doet springen. Voorzichtigheid is dus geboden. Het Bamboe Informatiecentrum Nederland informeert u over het wel en wee van deze bloedmooie plant.
Noem het een terugkeer naar het oriëntalisme. De Japanse, Chinese en Thaise tuinen zijn in. Oosterse tuinen zijn niet denkbaar zonder bamboe, in al zijn verscheidenheid. Bamboe staat zowel voor frisse bodembedekkers, amper twintig centimeter hoog, als voor reusachtige halmstruiken die in onze contreien tien tot twaalf meter kunnen bereiken. De combinatie van verschillende soorten kan prachtige tuinhoekjes opleveren. Maar… zint eer ge begint! Een gewaarschuwd tuinier is er twee waard.
Bamboe is een recent fenomeen in onze tuinen. De voorbije eeuwen gold bamboe als poor man’s timber, een minderwaardige houtsoort waarmee de armen overal in de wereld hun huizen bouwden. Niets is minder waar. Vandaag erkent men de uitzonderlijke kwaliteiten van bamboe voor diverse toepassingen in de bouwsector.
Bamboe is vooral in de 19de eeuw naar Europa overgewaaid. Tijdens het Victoriaanse tijdperk gingen plantenjagers (“malloten”, dixit Charley Younge van het Bamboe Informatiecentrum Nederland) in verre landen op zoek naar exotische plantensoorten om er fantastische en romantische tuinen mee in te richten. Overblijfselen van die grote tuinen zijn in heel Europa te bewonderen. Want vele zijn blijven bestaan, ondanks alle pogingen om ze te vernietigen. Neem nu de beroemde tuin van de excentrieke verzamelaar Eugène Mazel in Zuid-Frankrijk. Ooit heeft men het hele park in Prafrance onder water gezet om de planten dood te krijgen. Maar de bamboe, hij woekerde vrolijk voort. Gelukkig maar. De Bambouseraie van Mazel, waar de grootste soorten dertig meter halen, trekt vandaag 350.000 bezoekers per jaar.
Bamboe is niet zomaar een plant, maar een mythe, waarrond heel wat verhalen verteld worden. Een bamboebos is het grootste levende organisme op aarde. Eén plant kan immers uitdeinen over verscheidene hectaren bos. Het is geen fabeltje dat men een bamboe kan horen groeien. De Phyllostachys pubescens bijvoorbeeld kan bij het uitkomen tot één meter per dag groeien. Na twee maanden bereiken de jonge scheuten een hoogte van 25 meter. Deze enorme groeikracht maakte de bamboe ook tot een uiterst efficiënt marteltuig in het Verre Oosten. In de Japanse concentratiekampen werden krijgsgevangenen vastgebonden boven uitkomende bamboescheuten die zich tergend en genadeloos door hun lichaam boorden. Gelukkig kent bamboe ook minder gruwelijke toepassingen. De scheuten van verscheidene reuzebamboes (onder andere de Phyllostachys Dulcis Pubescens) zijn een lekkernij en veroveren de spijskaarten van de oosterse restaurants.
Een biologisch raadsel is de bloeiwijze van de bamboe. Ze bloeien om de 50, 100, 200, 1000 jaar. Alle planten van eenzelfde soort bloeien overal in de wereld op hetzelfde ogenblik. Alle planten van één en dezelfde soort zijn dus blijkbaar van één moederstruik afkomstig. Na de bloei lijken de planten ook af te sterven. Maar: ze zijn niet klinisch dood, in de coma als het ware, en na tien of vijftien jaar kunnen ze plots weer tot leven komen. Wanneer de bamboe zich met zaad voortplant, krijgen we niet meer dezelfde soort, maar is er een genetische aanpassing opgetreden. Kortom: bamboe is een mysterie. Het wetenschappelijk onderzoek staat nog in de kinderschoenen.
Wie meer wil weten over bamboe kan terecht in het Bamboe Informatiecentrum Nederland in Schellinkhout, nabij Hoorn. Zo’n vijftien jaar geleden werd het Centrum opgericht door Younge, een gepassioneerd bamboeliefhebber. In de tuin zijn een honderdtal bamboesoorten te bewonderen. Bovendien kan men er terecht met alle mogelijke vragen over bamboe. Younge is ook mede-oprichter van de European Bamboo Society, een vereniging die zich vooral bezighoudt met onderzoek, maar ook met het informeren van het publiek over deze plantensoort. Op de website van de Society vindt de liefhebber een antwoord op de meest courante vragen (zie onderstaand adres).
De belangrijkste vraag is wellicht: hoe kan ik mijn bamboe intomen? Eerst en vooral moet men onderscheid maken volgens soort. De éne bamboe heeft meer de neiging om te zwerven dan de andere. Over het algemeen kan men stellen dat de meeste reuzebamboes gevaarlijke klanten zijn. “Als je een grote tuin hebt, is er geen enkel probleem,” zegt Younge. “Maar zet de bamboe op een redelijke afstand. Hij komt vanzelf naar je toe.” Sommige soorten ontwikkelen rizomen (wortelstokken) van verscheidene meters. Ooit werd bij de Semiarundinaria fastuosa een wortelstok van meer dan achttien meter gemeten. De plant beweegt dus en kan een vrij grote afstand afleggen. Het is dan ook schering en inslag dat de bamboe plots bij de buren opduikt of zich in en vijver boort. Op zich is dat niet zo erg, ware het niet dat een volwassen bamboe ontzettend moeilijk uit te roeien is. Met alle gevolgen vandien: burenruzies, eindeloze procedures… Om bamboe te beletten uit te zwermen, zijn er hulpmiddelen. Zo gebruikt men plastic golfplaten, transportbanden, HDPE (High Density Polyethyleen) en zelfs beton om bamboe in te dijken. Toch blijft controle nodig.
Andere vraag: hoe hoog kan bamboe worden in ons land? Liefhebbers die de dertig meter hoge bamboes van Prafrance kennen, moeten we ontgoochelen. Hoe noordelijker, hoe kleiner de bamboe. Er zijn zo’n 300 winterharde bamboes (op een totaal van 2000 gecatalogeerde soorten). Meestal zijn het bamboes die op grote hoogte groeien, tussen 3000 en 4000 meter, en de boomgrens vormen in de Himalaya en de Andes. De grootst gekende bamboe in België staat in het Arboretum in Kalmthout. Het is een Phyllostachys Nigra die elf meter bereikt. Van de Phyllostachys Vivax, die recent werd ingevoerd, wordt eenzelfde resultaat verwacht.
Wij kennen allemaal de typische en wat oubollige verandazeteltjes in bamboe. Minder bekend is de moderne toepassing van gefineerde bamboe in industriële designvloeren. Sinds 1993 wordt bamboeparket ontwikkeld door Plyboo van dezelfde Younge. Bamboeparket is harder dan eik of beuk en minder onderhevig aan de schommelingen van luchtvochtigheid. Daarom is het een ideale vloer voor sportzalen, kantines, ontvangstzalen, dansvloeren en bedrijfslokalen. BMW heeft voor zijn hoofdkantoor in München gekozen voor een bamboevloer. En de Nederlandse nationale volleybalploeg bereidt zich op bamboeparket voor op het Olympisch tornooi in Sydney.
Bamboe heeft ook nog een andere belangrijke toepassing in de bouwsector. Door zijn sterkte en zijn buigzaamheid is het een ideaal materiaal om gebouwen tegen aardschokken te beschermen. Met bamboe gewapend beton blijkt een beter bestand tegen aardbevingen dan met metaal versterkt beton. Het bamboehout dat ooit werd afgeschilderd als poor man’s timber wordt nu aangewend in hoogtechnologische bouwconstructies.
henk van nieuwenhove
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier