Musea gaan op verplaatsing
Waarom kweken het Louvre en het Guggenheim kleintjes? Jean-Michel Tobelem, een expert in cultureel management, analyseert hun strategie.
Hoe verklaart u het succes van het Louvre?
JEAN-MICHEL TOBELEM. “Belangrijke factoren zijn de opkomst van het internationale toerisme in de jaren tachtig, de maatschappelijke vooruitgang, de hogere opleidingsniveaus van de bevolking en de grotere aantrekkelijkheid van de musea.”
Lopen die tijden ten einde?
TOBELEM. “Dat hangt ervan af. In opkomende regio’s als China, Korea en het Midden-Oosten komen heel wat musea tot stand die over aanzienlijke middelen beschikken. In het Westen worden de budgetten krapper. Dat verplicht die instellingen ertoe hun groeimodel aan te passen. Om economische redenen concentreren de meeste zich op hun collecties, ook het Louvre. Tegelijk proberen ze hun eigen middelen op te krikken via mecenaat en een verhoging van de entreeprijzen.
“In Frankrijk leveren de musea sleutelklare tentoonstellingen af, die ze tegen betaling opzetten en draaiend houden. Het Louvre heeft dat weinig gedaan, in tegenstelling tot het Musée d’Orsay, het Centre Pompidou en het Musée Picasso.”
Het Louvre heeft in 2012 het Louvre Lens geopend. Binnenkort is er ook het Louvre Abu Dhabi. Hebben andere internationale musea ook filialen?
TOBELEM. “Slechts een minderheid doet dat. De Hermitage in Sint-Petersburg heeft zich ingeplant in Kazan, de hoofdstad van de republiek Tatarstan. Tate in Londen heeft twee filialen, in Liverpool en St-Ives. Toen het New Yorkse Guggenheim Museum in 1997 zijn steunpunt in Bilbao opende, werd verwacht dat andere musea dat voorbeeld zouden volgen. Maar noch het Museum of Modern Art, noch het Metropolitan Museum, noch het Prado, noch het British Museum, noch de National Gallery hebben dat gedaan. Ongetwijfeld omdat musea in de eerste plaats verankerd zijn in een territorium.”
Welke zijn de meest expansieve musea?
TOBELEM. “Het Guggenheim is het meest expansionistisch. Zijn vestigingen in Berlijn en Las Vegas werden weliswaar gesloten, maar het heeft nog altijd uitbreidingsplannen in Brazilië en Australië. In elk geval zal het ook neerstrijken in Abu Dhabi, op het eiland Saadiyat, niet ver van het Louvre Abu Dhabi.
“Aan de basis van die expansie liggen verschillende strategieën. Het Guggenheim, dat een onafhankelijke instelling is, doet het om economische redenen: de stichting haalt voor het gebruik van haar merk tientallen miljoenen dollars binnen. Bij de Hermitage in Amsterdam is het vooral een kwestie van culturele diplomatie: het museum moet helpen een positief beeld van Rusland uit te stralen.
“De oprichting van het Louvre Abu Dhabi past eigenlijk niet in een expansiestrategie, omdat het idee afkomstig is van de autoriteiten van de Emiraten. In dat geval speelden strategische overwegingen een rol. De Verenigde Arabische Emiraten zijn al lang een partner van Frankrijk.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier