MUNTCRISIS
De Russische roebel is het jongste voorbeeld. De Maleisische ringgit, de Thaise baht, de Mexicaanse peso of, in een iets verder verleden, de Belgische frank, gingen de roebel vooraf. Munten die stuk voor stuk het slachtoffer werden van een muntcrisis, waarbij de munt een fors en plots waardeverlies moest incasseren. Een mislukte speculatieve aanval telt als crisis niet mee. Ook sleutelmunten in het internationaal betalingsverkeer (dollar, yen en Duitse mark) komen in principe niet in aanmerking voor een crisis, omdat de andere munten schommelen tegenover hen.
Het kwam vaak voor dat economen, internationale instellingen of munttraders de bui niet zagen hangen en dat ze verrast werden door de omvang van de crisis. Toch geloven Gerardo Esquivel en Felipe Larrain ( Harvard Institute for International Development) dat muntcrississen voorspelbaar zijn, omdat de oorzaken ervan heel goed bekend zijn. Dat leerden de auteurs door het macro-economische plaatje in dertig landen – zowel rijke als arme – te analyseren in de periode 1975-1996. De figuur toont het aantal muntcrississen in deze periode voor de dertig landen. We onderscheiden drie piekjaren. De ineenstorting van het Bretton Woods-systeem zorgde in 1976 voor heel wat chaos op de wisselmarkten. Ook 1982 was turbulent, toen de schuldencrisis in Latijns-Amerika haar hoogtepunt bereikte. Tenslotte was er 1992, het jaar dat het Europese Monetaire Systeem (EMS) kraakte in al zijn voegen.
Uit deze empirische analyse blijkt dat slechts een beperkt aantal macro-economische variabelen het risico verhogen op een crisis:
De financiering van overheidstekorten door het drukken van geld.
Stijgende tekorten op de lopende rekening.
Een overgewaardeerde reële wisselkoers.
Lage reserves van buitenlandse deviezen in verhouding tot de binnenlandse geldhoeveelheid. Hoe lager deze ratio, hoe minder lang de centrale bank een run op de eigen munt kan afslaan.
Een negatieve groei van het inkomen per hoofd van de bevolking. Zwakke economische prestaties ontlokken vaak de reflex om een expansief beleid te voeren. Een devaluatie is daarbij een van de favoriete maatregelen.
Een verslechtering van de ruilvoeten. Bijvoorbeeld het duurder worden van de import terwijl de exportprijzen ongewijzigd blijven.
Een besmettingseffect.
Voorspelbare muntcrississen impliceren dat ten minste enkele van hen konden voorkomen worden met een gezonder macro-economisch beleid. De auteurs pleiten dan ook voor het op poten zetten van een waarschuwingssysteem om het aantal crississen te verlagen.
Gerardo Esquivel en Felipe Larrain, Explaining Currency Crises, Harvard Institute for International Development.
Info: Tel. (00-1) 617.495.21.61.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier